Vanwege het risico op een verlengd QT-interval moet clarithromycine met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een kransslagaderaandoening, ernstige cardiale insufficiëntie, hypomagnesiëmie, bradycardie (< 50 bpm), of bij gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek 4.5).
En raison du risque d’allongement de l’intervalle QT, la clarithromycine doit être utilisée avec précaution chez les patients souffrant de maladie coronarienne, d’insuffisance cardiaque sévère, d’hypomagnésémie, de bradycardie (< 50 pulsations/minute), ou lorsqu’elle est administrée en même temps que d’autres médicaments associés à un allongement de l’intervalle QT (voir rubrique 4.5).