Bij daling van het hemoglobinegehalte, de witte bloedcellen, de bloedplaatjes of de neutrofielen en bij stijging van de bilirubinespiegel kan een verlaging van de dosering of een definitieve stopzetting van de behandeling vereist zijn (zie rubriek 4.2).
La réduction des taux d’hémoglobine, la diminution du nombre de globules blancs, plaquettes sanguines et neutrophiles et l’augmentation des taux de bilirubine peuvent nécessiter une réduction de la dose ou un arrêt permanent du traitement (voir rubrique 4.2).