Traduction de «verhoogde plasma renine » (Néerlandais → Français) :

Normale of verhoogde plasma renine activiteit kan afnemen tijdens de behandeling met methyldopa.
L'activité rénine plasmatique, qu'elle soit normale ou élevée, peut diminuer au cours d'un traitement par la méthyldopa.

Tijdens een behandeling met kaliumlosartan, leidt het onderdrukken van het negatieve feedback mechanisme van angiotensine-II op de secretie van renine tot een verhoogde plasma-renineactiviteit (PRA).
Pendant l’administration de losartan, l’élimination du rétrocontrôle négatif de l’angiotensine II sur la sécrétion de rénine provoque une augmentation de l’activité plasmatique rénine (APR).

Het gevolg van de remming van het ACE is een daling van angiotensine II in het plasma, wat op zijn beurt leidt tot een verhoogde renineactiviteit in plasma (door remming van de negatieve terugkoppeling van het vrijkomen van renine) en tot een verminderde aldosteronsecretie.
Suite à l’inhibition de l’ECA, les taux plasmatiques d’angiotensine II diminuent, ce qui donne lieu à une augmentation de l’activité de la rénine plasmatique (par inhibition du feedback négatif de la sécrétion de rénine) et à une réduction de la sécrétion d’aldostérone.

Inhibitie van ACE resulteert in een verlaagde plasma-angiotensine II concentratie, wat leidt tot een verhoogde plasmarenine activiteit (ten gevolge van het opheffen van de negatieve feedback van de renine-vrijstelling) en een verminderde aldosteron uitscheiding.
L'inhibition de l'ECA entraîne une diminution de la concentration d'angiotensine II plasmatique, ce qui conduit à une augmentation de l'activité rénine plasmatique (par suppression du feedback négatif exercé sur la sécrétion de rénine) et une diminution de l'excrétion d'aldostérone.

Het gevolg van de remming van het ACE is een vermindering van angiotensine II in het plasma, wat leidt tot een verhoogde plasmarenineactiviteit (door remming van de negatieve terugkoppeling van het vrijkomen van renine) en een verminderde aldosteronsecretie.
L’inhibition de l’ECA entraîne une réduction de l’angiotensine II dans le plasma, ce qui produit une augmentation de l’activité de la rénine plasmatique (par inhibition du rétrocontrôle négatif de la libération de rénine) et une diminution de la sécrétion d’aldostérone.