Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aandoeningen geclassificeerd onder O10-O92
Aanpassing en controle van lichaamstemperatuur
Colitis
Controle van aanwezigheid van corrigerend apparaat
Controle van zwangerschap met in voorgeschiedenis
Conversiehysterie
Conversiereactie
Diabetes mellitus
Gastritis
Geboorte van dood kind
Hypercholesterolemie
Hysterie
Hysterische psychose
Mola hydatidosa
NNO
Neonatale dood
Ongeval met controle-auto
Vesiculaire mola
Vetzucht
Voedselallergieën of -intolerantie

Vertaling van "vergelijking met controle " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
onderzoek voor vergelijking en controle in klinisch onderzoeksprogramma

Examen de comparaison et de contrôle dans le cadre d'un programme de recherche clinique


voorlichting, advies en controle in verband met dieet (voor) | NNO | voorlichting, advies en controle in verband met dieet (voor) | colitis | voorlichting, advies en controle in verband met dieet (voor) | diabetes mellitus | voorlichting, advies en controle in verband met dieet (voor) | gastritis | voorlichting, ...[+++]

Surveillance et conseils diététiques (dans le cas de):SAI | allergies ou intolérances alimentaires | colite | diabète sucré | gastrite | hypercholestérolémie | obésité


controle van zwangerschap met in voorgeschiedenis | aandoeningen geclassificeerd onder O10-O92 | controle van zwangerschap met in voorgeschiedenis | geboorte van dood kind | controle van zwangerschap met in voorgeschiedenis | neonatale dood

Surveillance d'une grossesse avec antécédent de:affections classées à O10-O92 | morts néonatales | mort-nés


controle van zwangerschap met in voorgeschiedenis | mola hydatidosa | controle van zwangerschap met in voorgeschiedenis | vesiculaire mola

Surveillance d'une grossesse avec antécédent de môle:hydatiforme | vésiculaire


Omschrijving: Het gemeenschappelijk thema van dissociatieve stoornissen of conversiestoornissen bestaat uit een gedeeltelijk of volledig verlies van de normale integratie van herinneringen, besef van identiteit en onmiddellijke zintuiglijke gewaarwordingen en controle over de motoriek. Alle vormen van dissociatieve stoornissen vertonen de tendens minder te worden na enige weken of maanden, vooral als hun begin samenviel met een traumatische levensgebeurtenis. Meer chronische stoornissen, vooral verlammingen en anesthesieën, kunnen ontstaan indien het begin samenvalt met onoplosbare problemen of persoonlijke conflicten. Deze stoornissen z ...[+++]

Définition: Les divers troubles dissociatifs (ou de conversion) ont en commun une perte partielle ou complète des fonctions normales d'intégration des souvenirs, de la conscience de l'identité ou des sensations immédiates et du contrôle des mouvements corporels. Toutes les variétés de troubles dissociatifs ont tendance à disparaître après quelques semaines ou mois, en particulier quand leur survenue est associée à un événement traumatique. L'évolution peut également se faire vers des troubles plus chroniques, en particulier des paralysies et des anesthésies, quand la survenue du trouble est liée à des problèmes ou des difficultés interpe ...[+++]


controle-eenheid voor chemisch instrumentdesinfectiesysteem

unité de contrôle pour système de désinfection chimique des instruments


aanpassing en controle van lichaamstemperatuur

modification et contrôle de la température corporelle




controle van aanwezigheid van corrigerend apparaat

vérification de la présence d'un dispositif correcteur


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Bij aan dialysebehandeling onderworpen patiënten met ernstige nierfunctiestoornissen (glomerulaire filtratiesnelheid < 10 ml/min) is, na toediening van 20 mg fluoxetine per dag gedurende 2 maanden, geen verschil waargenomen in de plasmaniveaus van fluoxetine of norfluoxetine in vergelijking met controle uitgevoerd bij patiënten met een normale nierfunctie.

Pour les patients sous dialyse, présentant un trouble sévère de la fonction rénale (vitesse de filtration glomérulaire < 10 ml/min), aucune différence n’a été constatée au niveau du taux plasmatique de fluoxétine et de norfluoxétine, après administration de 20 mg de fluoxétine par jour durant 2 mois, comparativement à un contrôle effectué chez des patients présentant une fonction rénale normale.


Het primaire, vooraf gespecificeerde eindpunt, d.w.z. de verandering vanaf baseline in het FEV 1 (ml), in de gemodificeerde ITT-populatie (mITT-populatie) (n=269 en 297 in respectievelijk onderzoek DPM-CF-301 en DPM-CF-302) in vergelijking met controle gedurende de periode van 26 weken wordt weergegeven in tabel 1 naast het FEV 1 gepresenteerd als absolute en relatieve verandering van het percentage van voorspeld.

Le critère d’efficacité prédéfini principal, à savoir la variation de la valeur de base dans le VEMS (ml) de la population définie «en intention de traiter modifiée» (n = 269 patients dans l’étude DPM-CF- 301 et n= 297 patients dans l’étude DPM-CF-302), par rapport à celui du groupe témoin après 26 semaines de traitement, est présenté au tableau 1, en même temps que le VEMS exprimé en pourcentage de variation absolue et de variation relative théorique.


Bij patiënten bij wie de bloeddruk niet voldoende onder controle is met een 2 componenten therapie, zorgt een behandeling met Forzaten/HCT 40mg/ 10mg/ 25mg drie componenten combinatietherapie, voor een statistisch significant groter percentage patiënten waarvan de bloeddruk de streefwaarden niet overschrijdt, in vergelijking tot een olmesartan medoxomil 40 mg plus amlodipine 10 mg 2 componenten therapie (41,3% vs 24,2%); en een behandeling met Forzaten/HCT 40mg/ 10mg/ 12,5mg drie componenten combinatietherapie zorgt voor een statisti ...[+++]

Le traitement avec la triple combinaison FORZATEN/HCT 40 mg/10 mg/25 mg a abouti à un pourcentage significativement plus élevé de sujets atteignant leur pression artérielle cible en comparaison a la double combinaison d’olmésartan médoxomil 40 mg plus amlodipine 10 mg (41.3% vs. 24.2%); alors que le traitement avec FORZATEN/HCT 40 mg/10 mg/12,5 mg a abouti à un pourcentage numériquement plus grand de sujets atteignant leur objectif tensionnel en comparaison à la double combinaison olmésartan médoxomil 40


In het GISSI-3 onderzoek, dat een 2 x 2 faculteit ontwerp gebruikt om de effecten van Lisinopril en glyceryltrinitaat, gegeven als monotherapie of in combinatie gedurende 6 weken, te vergelijken met de controle bij 19394 patiënten bij wie de behandeling binnen 24 uur na een acuut myocardinfarct toegediend, produceerde Lisinopril een statistisch significante risicoverlaging van mortaliteit van 17% in vergelijking met de controlegroep (2p = 0,03).De risicoverlaging met glyceryltrinitraat was niet ...[+++]

Au cours de l’étude GISSI-3, utilisant un projet facultaire 2 x 2 afin de comparer les effets du Lisinopril et de la nitroglycérine, administrés en monothérapie ou en association pendant 6 semaines, avec ceux du contrôle, chez 19394 patients traités dans les 24 heures suivant un infarctus aigu du myocarde, Lisinopril induisait une réduction statistiquement significative du risque de mortalité de 17 %, par rapport au groupe contrôle (2 p = 0,03). Avec la nitroglycérine, la réduction du risque n’était pas significative, mais l’association Lisinopril / nitroglycérine induisait une réduction significative du risque de mortalité de 11 %, par ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In de GISSI-3-studie, een studie met een 2x2 factorieel design die de effecten van lisinopril en glyceryltrinitraat alleen of in combinatie gedurende 6 weken heeft vergeleken met die van een controle, bij 19.394 patiënten die binnen 24 uur na een acuut myocardinfarct werden behandeld, resulteerde lisinopril in een statistisch significante daling van de mortaliteit met 11% in vergelijking met de controle (2p=0,03).

Dans le cadre de l’étude GISSI-3, qui utilisait un plan factoriel 2x2 afin de comparer les effets du lisinopril et de la nitroglycérine administrés en monothérapie ou en association pendant 6 semaines par rapport à une substance témoin, chez 19 394 patients ayant reçu le traitement dans les 24 heures suivant un infarctus aigu du myocarde, le lisinopril a entraîné une réduction statistiquement significative du risque de mortalité de 11% par rapport à la substance témoin (2p = 0,03).


Na twee jaar van studie follow-up lieten met Oncept IL-2 behandelde katten een langere mediane tijd tot recidief zien (meer dan 730 dagen) in vergelijking met de controle katten (287 dagen).

Après deux ans de suivi d’étude, les chats traités avec Oncept IL-2 ont montré un délai moyen de rechute plus long (supérieur à 730 jours) comparé à celui des chats témoins (287 jours).


De geschatte 4-jaars OS bij cohort 5-patiënten was 83,6% in vergelijking met 44,8% bij historische controles.

La survie globale estimée à 4 ans était de 83,6% chez les patients de la cohorte 5 versus 44,8% chez ceux des groupes contrôles historiques.


Continue dagelijkse blootstelling aan Glivec in het begin van de behandelingskuur in combinatie met chemotherapie bij cohort 5-patiënten (n=50) verbeterde de 4-jaars voorvalvrije overleving (event-free survival (EFS)) in vergelijking met historische controles (n=120), die standaard chemotherapie kregen zonder Glivec (respectievelijk 69,6% vs.

Comparativement aux groupes contrôles historiques (n=120) qui avaient reçu une chimiothérapie standard sans Glivec, l’exposition journalière continue et précoce à Glivec dans le cycle de traitement en association à la chimiothérapie chez les patients de la cohorte 5 (n=50) a augmenté la survie sans événement à 4 ans (69,6% vs.


In de onderzoeken DPM-CF-301 en -302 was het relatieve percentage van het voorspelde FEV 1 in vergelijking met de controle bij kinderen (6-11 jaar) verbeterd met respectievelijk 0,44% (95% betrouwbaarheidsinterval -5,90, 6,77, N=43) en 6,1% (95% betrouwbaarheidsinterval -1,28, 13,54, N=59) in 26 weken (p=0,892 en 0,104).

La variation relative du VEMS après 26 semaines par rapport à la valeur du groupe témoin chez les enfants (de 6 à 11 ans) présentait une amélioration respectivement de 0,44 % (IC à 95 %: -5,90%; 6,77%, N = 43 p = 0,892) et de 6,1 % (IC à 95 %: -1,28%; 13,54%; N = 59, p = 0,104).


De meest frequent waargenomen bijwerkingen die vaker optraden in de lenalidomidegroepen in vergelijking met de controle-arm in het fase III-onderzoek waren neutropenie (76,8%), trombocytopenie (46,4%), diarree (34,8%), constipatie (19,6%), misselijkheid (19,6%), pruritus (25,4%), huiduitslag (18,1%), vermoeidheid (18,1%) en spierspasmen (16,7%).

Dans l’étude de phase III, les effets indésirables observés le plus fréquemment dans les groupes traités par le lénalidomide par rapport au groupe contrôle ont été : la neutropénie (76,8 %), la thrombopénie (46,4 %), la diarrhée (34,8 %), la constipation (19,6 %), les nausées (19,6 %), le prurit (25,4 %), l’éruption cutanée (18,1 %), la fatigue (18,1 %) et les crampes musculaires (16,7 %).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vergelijking met controle' ->

Date index: 2022-11-10
w