Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «twee jaar behandeling bedroeg de stijging » (Néerlandais → Français) :

- Na twee jaar behandeling bedroeg de stijging van de botdichtheid (BMD) in de lumbale wervelkolom 8,43% (95% BI 6,93-9,93) in de Europese studie en 4,70% (95% BI 2,98-6,42) in de Amerikaanse studie.

- Après deux ans de traitement, l’augmentation de la densité minérale osseuse (DMO) lombaire était de 8,43 % (IC à 95 % : 6,93-9,93) dans l’étude européenne et de 4,70 % (IC à 95 % : 2,98-6,42) dans l’étude américaine.


Na twee jaar behandeling bedroeg de stijging in de femurhals 5,63% (95% BI 3,87-7,38) in de Europese studie en 1,53% (95% BI 0,66-3,72) in de Amerikaanse studie.

Après 2 ans, l’augmentation atteignait 5,63 % (IC à 95 % : 3,87-7,38) dans l’étude européenne, et 1,53 % (IC à 95 % : 0,66-3,72) dans l’étude américaine.


Na twee jaar ongeveer bedroeg de totale mortaliteit in de groep behandeld met spironolacton 35%, versus 46% in de placebogroep.

Après deux ans environ, le taux de mortalité totale dans le groupe traité par la spironolactone était de 35%, versus 46% dans le groupe placebo.


Na twee jaar was de botdichtheid significant toegenomen in vergelijking met de placebo. De gemiddelde stijging bedroeg 5,3% voor de lumbale wervelkolom, 2,6% voor de femurhals, 3,1% voor de trochanter en 1,6% voor de totale botdichtheid.

Après deux années, l’augmentation significative moyenne de la DMO, par rapport au placebo, se présentait comme suit : colonne lombaire 5,3 % ; col du fémur 2,6 % ; trochanter 3,1 % et DMO globale 1,6 %.


Na één en twee jaar bedroeg de toename bij de femurhals respectievelijk 1,0 ± 3,2% (gemiddelde ± SD) en 1,8 ± 3,9% (gemiddelde ± SD). Het percentage vrouwen waarbij de botdichtheid van de femurhals gelijk bleef of toenam na één en na twee jaar, was 58,3% en 60,9% respectievelijk .

Le pourcentage de femmes dont la DMO au niveau du col du fémur s’est maintenue ou a augmenté après un et deux ans était respectivement 58,3% et de 60,9 %.


Tijdens een verlenging van deze studies met twee jaar, toonde behandeling met FOSAMAX 10 mg/dag een aanhoudende, doch bescheiden stijging aan van de minerale botdensiteit van de lumbale wervels en van de trochanter ; de minerale botdensiteit ter hoogte van de femurhals, de voorarm en het gehele skelet bleef behouden.

Lors d’une prolongation de deux ans de ces études, on a observé chez les patientes sous FOSAMAX à 10 mg/jour une augmentation continue, bien que modeste, de la densité minérale osseuse au niveau des vertèbres lombaires et du trochanter; la densité minérale osseuse au niveau du col du fémur, de l’avant bras et du squelette entier a été maintenue.


Tijdens de daaropvolgende twee weken werden de patiënten opnieuw gerandomiseerd naar hetzij het werkzame bestanddeel hetzij een placebo. Tijdens die periode steeg de ZiSBD bij de patiënten in de placebogroep met 2,4 mmHg en de ZiDBD met 2,0 mmHg; bij de patiënten die irbesartan kregen, bedroeg die stijging respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg (zie rubriek 4.2).

Au cours d’une période ultérieure de deux semaines au cours de laquelle les patients ont été à nouveau randomisés sous médicament actif ou placebo, les patients sous placebo présentaient des augmentations de 2,4 et 2,0 mmHg des valeurs de SeSBP et SeDBP contre des modifications de +0,1 et –0,3 mmHg, respectivement chez les patients recevant les trois doses différentes d’irbésartan (voir rubrique 4.2).


Klinische verbetering (American College of Rheumatology 50% response criterion) werd na één jaar gezien bij 68 patiënten met combinatietherapie versus 56 patiënten met monotherapie (75% versus 60%, statistisch significant); na twee jaar bedroeg dit 69 respectievelijk 57 (71% versus 58%, statistisch niet significant).

Une amélioration clinique (American College of Rheumatology 50% response criterion) a été constatée après un an chez 68 patients qui avaient eu une thérapie combinée et chez 56 patients sous monothérapie (75% versus 60%, statistiquement significatif); après deux ans, ces nombres étaient respectivement de 69 et 57 (71% versus 58%, statistiquement non significatif).


Na één jaar trad remissie op bij 24 patiënten met combinatietherapie versus 11 patiënten met monotherapie (24% versus 11 %, statistisch significant); na twee jaar bedroeg dit aantal 36 respectievelijk 18 (37% versus 18%, statistisch significant).

Après un an, une rémission s' est manifestée chez 24 patients qui avaient reçu une thérapie combinée et chez 11 patients sous monothérapie (24% versus 11 %, statistiquement significatif); après deux ans, ce nombre était respectivement de 36 et 18 (37% versus 18%, statistiquement significatif).


Evenwel, in de populatie die gedurende twee jaar werd gevolgd, verminderde de behandeling met FOSAMAX (gegevens met betrekking tot de dosis gehergroepeerd: 5 of 10 mg gedurende twee jaar of 2,5 mg gedurende 1 jaar en daarna 10 mg in de loop van het volgende jaar) op significante wijze de incidentie van patiënten met een nieuwe wervelfractuur (FOSAMAX 0,7%; placebo 6,8%).

Néanmoins, dans la population suivie pendant deux ans, le traitement par FOSAMAX (données relatives au dosage regroupées: 5 ou 10 mg pendant deux ans ou 2,5 mg pendant un an puis 10 mg au cours de l'année suivante) a réduit de manière significative l'incidence de patients présentant une nouvelle fracture vertébrale (FOSAMAX 0,7 %; placebo 6,8 %).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'twee jaar behandeling bedroeg de stijging' ->

Date index: 2022-09-28
w