Vertaling van "trombocytopeni e lymfadenopathi " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

neonatale trombocytopenie door | idiopathische trombocytopenie van moeder | neonatale trombocytopenie door | iso-immunisatie | neonatale trombocytopenie door | wisseltransfusie
Thrombopénie néonatale due à:exsanguino-transfusion | iso-immunisation | thrombocytopénie maternelle idiopathique

trombocytopenie door SARS-CoV-2
thrombocytopénie due au coronavirus 2 lié au SRAS (syndrome respiratoire aigu sévère)

immune trombocytopenie
thrombopénie immune

verworven trombocytopenie
thrombopénie acquise

trombocytopenie door COVID-19
thrombocytopénie due au SARS-CoV-2

auto-immune trombocytopenie
thrombopénie auto-immune

auto-immune neonatale trombocytopenie
thrombopénie néonatale auto-immune

secundaire auto-immune trombocytopenie
thrombopénie auto-immune secondaire

trombocytopenie
hypoplaquettose

heparine-geïnduceerde trombocytopenie met trombose
thrombopénie induite par l'héparine avec thrombose

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Andere organen of systemen kunnen aangetast zijn, zoals het bloed en het lymfestelsel (bv. eosinofilie, trombocytopenie, leukopenie, lymfadenopathie, splenomegalie), lever (bijvoorbeeld abnormale leverfunctietesten, hepatitis), spieren en gewrichten (bv. gewrichtszwelling, myalgie, artralgie), zenuwstelsel (bv. leverencefalopathie), nieren (bv. proteïnurie, interstitiële nefritis, nierfalen), longen (bv. dyspnoe, longoedeem, astma, bronchospasmen, interstitiële longaandoening), angio-oedeem. anafylactische reacties, medicamenteuze huiduitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS)**.
D’autres organes ou systèmes peuvent être affectés tels que le système sanguin et lymphatique (ex : éosinophilie, thrombopénie, leucopénie, adénopathies, splénomégalie), le foie (ex : anomalies de la fonction hépatique, hépatite), les muscles et les articulations (ex : gonflement des articulations, myalgies, arthralgies), le système nerveux (ex : encéphalopathie hépatique), les reins (ex : protéinurie, néphrite interstitielle, insuffisance rénale), les poumons (ex : dyspnée, œdème pulmonaire, asthme, bronchospasme, pneumopathie interstitielle), angioedème. réactions anaphylactiques, éruption médicamenteuse avec éosinophilie et symptômes systémiques (DRESS)**.

Andere organen of systemen kunnen worden aangetast zoals het bloed- en lymfestelsel (bv. eosinofilie, trombocytopenie, leukopenie, lymfadenopathie, splenomegalie), de lever (bv. abnormale leverfunctietests, hepatitis), de spieren en de gewrichten (bv. gewrichtszwelling, spierpijn, gewrichtspijn), het zenuwstelsel (bv. hepatische encefalopathie), de nieren (bv. proteïnurie, interstitiële nefritis, nierfalen), de longen (bv. dyspneu, longoedeem, astma, bronchospasme, interstitieel longlijden), angio-oedeem.
D’autres organes ou systèmes peuvent être affectés tels que le système sanguin et lymphatique (par ex., éosinophilie, thrombocytopénie, leucopénie, lymphadénopathie, splénomégalie), le foie (par ex., anomalies des tests fonctionnels hépatiques, hépatite), les muscles et les articulations (par ex., gonflement des articulations, myalgie, arthralgie), le système nerveux (par ex., encéphalopathie hépatique), les reins (par ex., protéinurie, néphrite interstitielle, insuffisance rénale), les poumons (par ex., dyspnée, œdème pulmonaire, asthme, bronchospasmes, pneumopathie interstitielle), angioœdème.

Kristallen in urine, ‘tandem gait test’ afwijkend, aantal witte bloedcellen afgenomen Bradycardie, sinusbradycardi e, hartkloppingen Leukopenie, trombocytopeni e, lymfadenopathi e, eosinofilie Verlaagd bewustzijnsniveau, grand mal convulsie, defect in het gezichtsveld, complexe partiële aanvallen, spraakstoornis, psychomotorisc he hyperactiviteit, syncope, sensorische stoornis, kwijlen, hypersomnie, afasie,
Diminution de la vigilance, état de grand mal épileptique, trouble du champ visuel, crises convulsives partielles complexes, trouble de l’élocution, hyperactivité psychomotrice, syncope, trouble de la sensibilité, salivation, hypersomnie, aphasie, discours répétitif, hypokinésie, dyskinésie, vertige positionnel, mauvaise qualité du sommeil, sensation de brûlure, perte de la sensibilité, parosmie, syndrome cérébelleux, dysesthésie, hypogueusie, stupeur, maladresse, aura, agueusie, dysgraphie, dysphasie, neuropathie périphérique, présyncope, dystonie, fourmillement

Bloed- en lymfestelselaandoeningen Soms: lymfadenopathie Zelden: trombocytopenie
Affections hématologiques et du système lymphatique Peu fréquents: lymphadénopathie Rares: thrombocytopénie

Zeer zelden: beenmergdepressie, anemie, trombocytopenie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose (zie Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik), hemolytische anemie, lymfadenopathie, auto-immuunziekte.
Très rare : dépression de la moelle osseuse, anémie, thrombocytopénie, leucopénie, neutropénie, agranulocytose (voir Mises en garde spéciales et précautions d’emploi), anémie hémolytique, lymphadénopathie, maladie auto-immune.

Bloed- en lymfestelselaandoeningen: soms: anemie (zowel aplastische als hemolytische) zelden: neutropenie, verlaging van hemoglobine, verlaging van hematocriet, trombocytopenie, agranulocytose, beenmergdepressie, leukopenie, pancytopenie, lymfadenopathie, auto-immuunziekten
Affections hématologiques et du système lymphatique: Peu fréquent: anémie (incluant anémie aplasique et hémolytique) Rare: neutropénie, diminution de l’hémoglobine, diminution de l’hématocrite, thrombocytopénie, agranulocytose, dépression médullaire osseuse, leucopénie, pancytopénie, lymphadénopathie, maladies auto-immunes

Lisinopril en andere ACE-inhibitoren Bloed- en lymfestelselaandoeningen Zelden: dalingen van hemoglobine, dalingen van hematocriet Zeer zelden: beenmergdepressie, anemie, trombocytopenie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose (zie 4.4), hemolytische anemie, lymfadenopathie, auto-immuunziekte
Lisinopril et autres inhibiteurs de l'ECA Affections hématologiques et du système lymphatique Rare: baisses du taux d'hémoglobine, baisses du taux d'hématocrite Très rare: dépression de la moelle osseuse, anémie, thrombocytopénie, leucopénie, neutropénie, agranulocytose (voir 4.4), anémie hémolytique, lymphadénopathie, maladie auto-immune.

Infecties en parasitaire aandoeningen Soms: Herpes zoster, herpes simplex, nasofaryngitis, pneumonie 1 , sinusitis, cellulitis, infectie van de bovenste luchtwegen, influenza, urineweginfectie, gastro-enteritis, sepsis Zelden: Schimmelinfectie Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen) Zelden: Tumorlysissyndroom Bloed- en lymfestelselaandoeningen Zeer vaak: Neutropenie, trombocytopenie, anemie Vaak: Pancytopenie, febriele neutropenie Soms: Trombocytemie, lymfopenie, beenmergdepressie, eosinofilie, lymfadenopathie Zelden: Hemolytische anemie Voedings- en stofwisselingsstoornissen Vaak: Anorexie Soms: Hypokaliëmie, toegenomen eetlust, hypofosfatemie, verminderde eetlust, dehydratie, jicht, hyperurikemie, hypercalciëmie, hyperglykemie, hyponatriëmie Zelden: Hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie Psychische stoornissen Vaak: Slapeloosheid Soms: Depressie, verminderd libido, angstgevoel Zelden: Toestand van verwarring
Infections et infestations Peu fréquent : Zona, herpès simplex, inflammation nasopharyngée, pneumonie 1 , sinusite, cellulites, infection des voies respiratoires hautes, grippe, infection des voies urinaires, gastroenterite, septicémie Rare : Infection fongique Tumeurs bénignes, malignes et non précisées (incluant kystes et polypes) Rare : Syndrome de lyse tumorale Affections hématologiques et du système lymphatique Très fréquent : Neutropénie, thrombopénie, anémie Fréquent : Pancytopénie, neutropénie fébrile Peu fréquent : Thrombocythémie, lymphopénie, aplasie médullaire, eosinophilie, lymphadénopathie Rare : Anémie hémolytique Troubles du métabolisme et de la nutrition Fréquent : Anorexie Peu fréquent : Hypokaliémie, augmentation de l’appétit, hypophosphatémie, diminution de l’appétit, déshydratation, goutte, hyperuricémie, hypercalcémie, hyperglycémie, hyponatrémie Rare : Hyperkaliémie, hypomagnésémie