Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Bloedstolsel
Bloedvatverstopping
Bloedvatverstopping door bloedprop
Cerebrale embolie
Embolie
Infarct door
Infarctpulmonaal
Long
Lucht
NNO
Na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07
Obstetrische
Occlusie door
Puerperale
Pyemisch
Septisch of septicopyemisch
Trombo-embolie
Trombo-emboliepulmonaal
Trombose
Trombosepulmonaal
Vruchtwater
Zeep

Traduction de «trombo-embolie » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
trombo-embolie | bloedvatverstopping door bloedprop

thrombo-embolie | occlusion d'un vaisseau sanguin


embolie | NNO | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | bloedstolsel | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | long | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | lucht | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | pyemisch | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | septisch of septicopyemisch | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | vruchtwater | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 | embolie | zeep | na aandoeningen geclassificeerd onder O00-O07 |

Embolie (due à):SAI | caillot sanguin | gazeuse | liquide amniotique | pulmonaire | pyohémique | savon | septique ou septicopyohémique | survenant après les états classés en O00-O07


obstetrische (long)embolie NNO | puerperale (long)embolie NNO

Embolie (pulmonaire):obstétricale SAI | puerpérale SAI


infarct door | embolie | infarct door | trombose | occlusie door | embolie | occlusie door | trombose

infarctus:embolique | thrombotique | occlusion:embolique | thrombotique




flebitisna infusie, transfusie en therapeutische injectie | trombo-emboliena infusie, transfusie en therapeutische injectie | tromboflebitisna infusie, transfusie en therapeutische injectie

Phlébite | Thrombo-embolie | Thrombophlébite | consécutive à injection thérapeutique, perfusion et transfusion


emboliecoronair (arterie) (vene) niet leidend tot myocardinfarct | occlusiecoronair (arterie) (vene) niet leidend tot myocardinfarct | trombo-emboliecoronair (arterie) (vene) niet leidend tot myocardinfarct

Embolie | Occlusion | Thrombo-embolie | coronaire (artère) (veine) n'entraînant pas un infarctus du myocarde


infarctpulmonaal (arterie) (vene) | trombo-emboliepulmonaal (arterie) (vene) | trombosepulmonaal (arterie) (vene)

infarctus | thromboembolie | thrombose | (d'une artère) (d'une veine) pulmonaire




Omschrijving: Ontwikkelt zich doorgaans snel na een opeenvolging van beroerten op basis van cerebrovasculaire trombose, embolie of bloeding. In zeldzame gevallen kan een enkel groot-infarct de oorzaak zijn.

Définition: Démence vasculaire qui s'installe, habituellement de façon rapide, à la suite d'ictus cérébraux répétés, liés à des thromboses vasculaires, des embolies ou des hémorragies. Il est rare que la cause en soit un infarcissement massif unique.
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Trombo-embolie Het risico van trombo-embolische voorvallen kan toenemen, met name bij patiënten die langer geïmmobiliseerd zijn, na een grote ingreep of bij andere trombo-embolische risicofactoren.

Événements thromboemboliques Il peut y avoir une augmentation du risque d'événements thromboemboliques, en particulier chez les patients immobilisés pendant une longue période, après une intervention chirurgicale majeure et en présence d'autres facteurs de risque thromboembolique.


Veneuze trombo-embolie De combinatie van lenalidomide en dexamethason is bij patiënten met multipel myeloom geassocieerd met een verhoogd risico op diepe veneuze trombose (DVT) en longembolie (pulmonale embolie, PE) (zie rubriek 4.5).

Thrombo-embolie veineuse L’association du lénalidomide et de la dexaméthasone est associée à un risque accru de thrombose veineuse profonde (TVP) et d’embolie pulmonaire (EP) chez les patients atteints de myélome multiple (voir rubrique 4.5).


Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen Er is een verhoogd risico van veneuze trombo-embolie (zoals diep-veneuze trombose en longembolie) en arteriële trombo-embolie (zoals myocardinfarct en cerebrovasculair voorval) gerapporteerd bij patiënten die met thalidomide behandeld werden (zie rubriek 4.4).

Évènements thrombo-emboliques veineux et artériels Un risque accru de thrombo-embolie veineuse (tels que thrombose veineuse profonde, embolie pulmonaire) et de thrombo-embolie artérielle (tels qu’infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral) a été décrit chez les patients recevant du thalidomide (voir rubrique 4.4).


De auteurs besluiten dat een aantal patiënten met risicofactoren voor trombo-embolie geen profylactische behandeling hadden gekregen, of niet lang genoeg, en dat de incidentie van trombo-embolie in de ambulante praktijk zou kunnen verminderen door een betere preventie in hospitaalmilieu.

Les auteurs concluent qu’un certain nombre de patients avec des facteurs de risque thrombo-embolique n’ont pas reçu de traitement prophylactique, ou pas suffisamment longtemps, et que l’incidence des thrombo-embolies en pratique ambulatoire pourrait être diminuée par une meilleure prévention thrombo-embolique en milieu hospitalier.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bij ingrepen met hoog bloedingsrisico worden bij patiënten met gering risico van trombo-embolie, de orale anticoagulantia verder gegeven, maar in lagere dosis; bij patiënten met hoog risico van trombo-embolie dienen ze tijdelijk vervangen te worden door heparine.

Lors d’interventions avec un risque élevé d’hémorragie, chez des patients avec un faible risque thrombo-embolique, les anticoagulants oraux peuvent être poursuivis mais à moindre dose; chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé, les anticoagulants oraux doivent être arrêtés et remplacés temporairement par l’héparine.


Het effect van dabigatran in de preventie van trombo-embolie bij niet-valvulaire voorkamerfibrillatie werd onderzocht in de Re-Ly studie, waarin meer dan 18.000 patiënten werden geïncludeerd, meestal met een matig risico van trombo-embolie [ N Engl J Med 2009; 361: 1139-51 (doi:10.1056/NEJMoa0905561)].

L’effet du dabigatran en prévention des thrombo-embolies dans la fibrillation auriculaire non valvulaire a été évalué dans l’étude Re-Ly ayant inclus plus de 18.000 patients présentant pour la plupart un risque thrombo-embolique modéré.


Voorgeschiedenis van trombo-embolieën of gelijktijdige toediening van erytropoëtische middelen of andere middelen, zoals hormoonsubstitutietherapie, kunnen ook het risico van trombo-embolie bij deze patiënten verhogen.

Des antécédents d’évènements thrombo-emboliques ou d’administration concomitante d’agents érythropoïétiques ou d’autres agents tels qu’un traitement hormono-substitutif, peuvent aussi accroître le risque thrombo-embolique chez ces patients.


Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen Patiënten die met thalidomide worden behandeld hebben een verhoogd risico van veneuze tromboembolie zoals diepveneuze trombose en longembolie) en arteriële trombo-embolie (zoals myocardinfarct en cerebrovasculair voorval) (zie rubriek 4.8).

Évènements thrombo-emboliques veineux et artériels Le risque de thrombo-embolie veineuse (tels que thrombose veineuse profonde, embolie pulmonaire) et de thrombo-embolie artérielle (tels qu’infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral) est majoré chez les patients traités par thalidomide (voir rubrique 4.8).


- De mogelijkheid op trombo-embolische voorvallen bij patiënten met chronische ITP en patiënten met bekende risicofactoren voor trombo-embolie (bijv. Factor V Leiden, ATIII deficiëntie, antifosfolipidesyndroom).

- Le risque d’événements thromboemboliques chez les patients atteints de PTI chronique et chez ceux ayant des facteurs de risque connus pour des évennements thromboemboliques (par exemple Facteur V de Leiden, déficience d’ATIII, syndrôme antiphospholipidique).


Voorzichtigheid moet in acht worden genomen bij de toediening van romiplostim aan patiënten met bekende risicofactoren voor trombo-embolie, waaronder, maar niet beperkt tot, aangeboren (bijv. Factor V Leiden) of verkregen risicofactoren (bijv. ATIII-deficiëntie, antifosfolipidesyndroom), gevorderde leeftijd, patiënten met langdurige perioden van immobilisatie, maligniteiten, anticonceptiva en hormoonvervangende behandeling, chirurgie/trauma, obesitas en roken.

Des précautions sont nécessaires en cas d’administration du romiplostim chez des patients ayant des facteurs de risque connus de thromboembolie incluant entre autres, des facteurs de risque héréditaires (par exemple Facteur V de Leiden) ou des facteurs de risque acquis (par exemple déficience d’ATIII, syndrome antiphospholipidique), un âge avancé, des patients ayant des périodes prolongées d’immobilisation, des pathologies malignes, des traitements contraceptifs ou hormono-substitutifs, une chirurgie ou un traumatisme, une obésité et un tabagisme.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'trombo-embolie' ->

Date index: 2022-05-29
w