Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
).

Vertaling van "trombo-embolie non-inferioriteit tussen " (Nederlands → Frans) :

Voor een effectieve behandelingsduur in beide studie-armen (van dag 1 tot dag 10) werd voor de eerste primaire uitkomstmaat (samengesteld uit asymptomatische DVT, proximale of distale DVT, symptomatisch longembool (LE) of overlijden gerelateerd aan veneuze trombo-embolie) non-inferioriteit tussen de 2 behandelingen aangetoond (2,7% in beide groepen).

Pour un critère de jugement primaire composite pour une période de traitement effectif dans les 2 bras d’étude (du jour 1 au jour 10 : thrombose veineuse profonde (TVP) asymptomatique, TVP proximale ou distale, embolie pulmonaire (EP) symptomatique, ou décès thromboembolique veineux) une non infériorité entre les 2 traitements est montrée (2,7% dans les 2 groupes).


Trombo-embolie Een tijdelijk verband tussen behandeling met olanzapine en veneuze trombo-embolie is soms (≥0,1% en < 1%) gemeld.

Atteintes thrombo-emboliques Des atteintes thrombo-emboliques veineuses ont été rapportées de manière peu fréquente avec l’olanzapine (≥ 0,1 %, < 1 %) .


Bij patiënten met een hoog risico van trombo-embolie (leeftijd > 75 jaar, arteriële hypertensie met systolische bloeddruk > 160 mm Hg, hartfalen, kleplijden, linkerventrikeldisfunctie, trombo-embolische antecedenten) is toediening van orale anticoagulantia (met INR tussen 2,0 en 3,0) gerechtvaardigd gezien ze daarbij doeltreffender zijn dan acetylsalicylzuur.

Chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé (âge > 75 ans, hypertension artérielle avec tension systolique > 160 mmHg, insuffisance cardiaque, valvulopathie, dysfonctionnement ventriculaire gauche, antécédents thrombo-emboliques), l’administration d’anticoagulants oraux (avec un INR entre 2,0 et 3,0) se justifie étant donné leur plus grande efficacité par rapport à l’acide acétylsalicylique.


In primaire preventie bij patiënten met een hoog risico van trombo-embolie, en in secundaire preventie zijn orale anticoagulantia (INR tussen 2,0 en 3,0) aangewezen.

En prévention primaire chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé, et en prévention secondaire, les anticoagulants oraux (INR entre 2,0 et 3,0) sont indiqués.


Bij patiënten met gering risico van trombo-embolie wordt de dosis van het oraal anticoagulans 4 à 5 dagen vóór de ingreep verminderd, ten einde een INR tussen 1,5 en 2,0 te bekomen.

Chez des patients avec un faible risque thrombo-embolique, la dose d’anticoagulants sera réduite 4 à 5 jours avant l’intervention de façon à atteindre un INR entre 1,5 et 2,0.


Bij patiënten met een laag risico van trombo-embolie zijn er meerdere opties: (1) gewoon stoppen van de vitamine K-antagonist; (2) stoppen van de vitamine K-antagonist en substitutie met een heparine met laag moleculair gewicht aan preventieve dosis; (3) vermindering van de dosis van de vitamine K-antagonist 4 à 5 dagen vóór de ingreep, met eventueel toedienen van vitamine K1, tot een INR tussen 1,5 en 2 wordt bereikt.

Chez les patients avec un faible risque thrombo-embolique, différentes options sont envisageables: (1) arrêt simple des antagonistes de la vitamine K; (2) arrêt des antagonistes de la vitamine K et substitution par une héparine de bas poids moléculaire à dose préventive; (3) diminution de la dose des antagonistes de la vitamine K 4 à 5 jours avant l’intervention, et administration éventuelle de vitamine K1 de façon à atteindre un INR entre 1,5 et 2.


filie of patiënten met recidiverende trombo-embolie) bij wie hogere INRwaarden (tussen 3 en 4) aangewezen zijn, niet in overweging werden genomen.

ex. ceux porteurs d’une valve cardiaque, atteints de thrombophilie ou avec des antécédents de thrombo-embolies récurrentes), chez qui des valeurs plus élevées d’INR (entre 3 et 4) sont indiquées, n’ont pas été pris en considération.


Hij besluit dat het onderbreken van de anticoagulerende behandeling de enige aangewezen maatregel is in afwezigheid van bloedingen bij de meeste patiënten met een INR tussen 4,5 en 10, en dat vitamine K zou moeten voorbehouden worden voor patiënten met een verhoogd risico van bloedingen bij wie het voordeel van een plotse daling van de INR-waarde het risico van trombo-embolie compenseert.

Il conclut que l’interruption du traitement anticoagulant est la seule mesure appropriée en l’absence d’hémorragie chez la plupart des patients avec un INR entre 4,5 et 10, et que la vitamine K devrait être réservée aux patients avec un risque élevé d’hémorragie chez qui le bénéfice d’une réduction brutale de l’INR contrebalance le risque de thrombo-embolie.


In een commentaar naar aanleiding van deze studie, vestigt een lezer er ook de aandacht op dat in afwezigheid van risicofactoren voor bloedingen (b.v. antecedenten van ulcus pepticum, trombopenie, recente chirurgie) een verhoging van de INR-waarde tussen 4,5 en 10 het risico van ernstige bloedingen slechts weinig verhoogt; hij voegt er ook aan toe dat een overdreven correctie van de INR door toediening van vitamine K het risico van tromboembolie nutteloos verhoogt, in het bijzonder bij de patiënten met verhoogd risico van trombo-embolie.

Dans un commentaire à propos de cette étude, un lecteur attire également l’attention sur le fait qu’en l’absence de facteurs de risque d’hémorragie (tels antécédents d’ulcère peptique, thrombopénie, chirurgie récente), une élévation de l’INR entre 4,5 et 10 n’entraîne qu’une faible augmentation du risque d’hémorragie grave; il ajoute qu’une correction exagérée de l’INR par administration de vitamine K augmente inutilement le risque thrombo-embolique, notamment chez les patients avec un risque élevé de thrombo-embolie.


Het belangrijkste secundaire eindpunt van het onderzoek toonde tevens een vergelijkbare werkzaamheid (non-inferioriteit) tussen de 100 mg totale dagelijkse dosering en de 140 mg totale dagelijkse dosering (verschil in MCyR -0,2%; 95% betrouwbaarheidsinterval [-8,9% - 8,5%]).

Le critère secondaire de l'étude a également montré une efficacité comparable (noninfériorité) entre la dose totale à 100 mg par jour et la dose totale à 140 mg par jour (différence dans la RCyM de -0,2%; intervalle de confiance à 95% [-8,9% - 8,5%]).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'trombo-embolie non-inferioriteit tussen' ->

Date index: 2025-02-02
w