Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «transplantatie bij patiënten die immunosuppressieve therapie krijgen » (Néerlandais → Français) :

Na een transplantatie Verlaging van hyperlipidemie als gevolg van een transplantatie bij patiënten die immunosuppressieve therapie krijgen na een orgaantransplantatie (zie rubriek 4.2, 4.5 en 5.1).

Post-transplantation Réduction des hyperlipidémies post- transplantation chez les patients recevant un traitement immunosuppresseur à la suite d'une transplantation d'organe (cf. rubriques 4.2, 4.5 et 5.1).


Na een transplantatie Verlaging van hyperlipidemie als gevolg van een transplantatie bij patiënten die immunosuppressieve therapie krijgen na een orgaantransplantatie (zie rubrieken 4.2, 4.5 en 5.1).

Chez les patients transplantés recevant une thérapie immunosuppressive : réduction de l’hyperlipidémie secondaire à une transplantation (voir rubriques 4.2, 4.5 et 5.1).


Dosering na transplantatie Na orgaantransplantatie wordt een startdosering van 20 mg pravastatinenatrium per dag aanbevolen bij patiënten die een immunosuppressieve therapie krijgen (zie rubriek 4.5).

Posologie après transplantation Après transplantation d’organe, on recommande une dose initiale de 20 mg de pravastatine sodique par jour chez les patients qui reçoivent un traitement immunosuppresseur (voir rubrique 4.5).


Dosering na transplantatie : Na orgaantransplantatie wordt een startdosering van 20 mg per dag aanbevolen voor patiënten die immunosuppressieve therapie krijgen (zie rubriek 4.5).

Posologie après transplantation : À la suite d'une transplantation d'organe, la dose initiale recommandée chez les patients recevant un traitement immunosuppresseur (cf. rubrique 4.5) est de 20 mg par jour.


Dosering na transplantatie Na orgaantransplantatie wordt een startdosering van 20 mg per dag aanbevolen voor patiënten die immunosuppressieve therapie krijgen (zie rubriek 4.5).

Posologie après transplantation Chez les patients recevant une thérapie immunosuppressive, on recommande une dose initiale de 20 mg/jour (voir rubrique 4.5).


Post-transplantatie Reductie van hyperlipidemie na transplantatie bij patiënten die een immunosuppressieve behandeling krijgen na een orgaantransplantatie (zie rubrieken 4.2, 4.5 en 5.1).

Post-transplantation Réduction des hyperlipidémies post-transplantation chez les patients recevant un traitement immunosuppresseur à la suite d’une transplantation d’organe (voir rubriques 4.2, 4.5 et 5.1).


Candida-infecties bij patiënten met een maligniteit, op intensivecare-afdelingen, of bij patiënten die cytotoxische of immunosuppressieve therapie krijgen, kunnen worden behandeld.

Les infections à Candida chez des patients atteints de tumeur maligne et admis en unité de soins intensifs, ou chez des patients recevant des traitements cytotoxiques ou


Gele Koorts Géén vaccinatie zolang de toestand van immunosuppressie aangehouden blijft na transplantatie (minstens drie maanden wachten na het einde van de immunosuppressieve therapie; maar die kan meestal niet gestaakt worden).

Fièvre jaune Aucune vaccination aussi longtemps que l’état d’immunosuppression persiste après transplantation (attendre au moins trois mois après la fin de la thérapie immunosuppressive).


Resultaten In de studie van Schmidt et al (1982) wordt geen significant verschil vastgesteld tussen de patiënten die vijf dagen penicilline krijgen en de patiënten die tien dagen penicilline krijgen op het vlak van bacteriologisch herval, met een percentage streptokokkenpositieve patiënten van respectievelijk 25% en 18% in de periode van 14 tot 28 dagen na de sta ...[+++]

Résultats Dans l'étude de Schmidt et al (1982), on n'a pas établi de différence significative en ce qui concerne la rechute bactériologique entre les patients sous pénicilline pendant 5 jours et les patients sous pénicilline pendant dix jours, avec un pourcentage de patients streptocoquespositifs de respectivement 25% et 18%, 14 à 28 jours après le début du traitement.


Het is van het grootste belang dat we weten dat patiënten bijv. glaucoma hebben, of een bepaalde hormonale therapie krijgen, om op een kwaliteitsvolle manier eerstelijnsgeneeskunde uit te oefenen.

Il est primordial que nous sachions que les patients souffrent par exemple d’un glaucome, ou reçoivent une thérapie hormonale, afin de dispenser des soins de première ligne de qualité.


w