4.5.2. De afstand waarop de flenzen geplaatst moeten worden, bedraagt tussen 500 mm (gemeten vanaf de onderzijde van het flensvlak) en 1000 mm boven de grond (gemeten aan de bovenzijde van het flensvlak).
4.5.2. Les bouches de déchargement doivent être situées entre 500 mm (mesurées du bas de l’avant de la bouche de déchargement) et 1000 mm du niveau du sol (mesurées du haut de l’avant de la bouche de déchargement).