Die treden vooral op bij patiënten die aanleg hebben voor beenmergtoxiciteit, zoals patiënten met TPMT-deficiëntie en nier- of leverinsufficiëntie en bij patiënten die de dosering van azathioprine niet verlagen als ze tevens een behandeling met allopurinol krijgen.
Ces troubles surviennent surtout chez les patients prédisposés à une myélotoxicité, notamment ceux qui présentent un déficit en TPMT et une insuffisance rénale ou hépatique, ainsi que les patients qui ne réduisent pas la dose d’azathioprine en cas de traitement concomitant par allopurinol.