Traduction de «tax316-studie bleef perifeer oedeem aanhouden tijdens de follow-upperiode » (Néerlandais → Français) :

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen In de TAX316-studie bleef perifeer oedeem aanhouden tijdens de follow-upperiode bij 19 van de 119 patiënten met perifeer oedeem in de TAC-arm en bij 4 patiënten van de 23 patiënten met perifeer oedeem in de FAC-arm.
Troubles généraux et anomalies au site d’administration : Dans l’étude TAX316, sur les 119 patientes ayant présenté un oedème périphérique dans le bras TAC, l’œdème périphérique persistait encore chez 19 patientes et sur les 23 patientes ayant présenté un œdème périphérique dans le bras FAC, l’œdème périphérique persistait encore chez 4 patientes.

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen In de TAX316-studie bleef perifeer oedeem aanhouden bij 19 van de 119 patiënten met perifeer oedeem in de TAC-arm en bij 4 patiënten van de 23 patiënten met perifeer oedeem in de FAC-arm.
Troubles généraux et anomalies au site d’administration : Dans l’étude TAX316, sur les 119 patientes ayant présenté un œdème périphérique dans le bras TAC, l’œdème périphérique persistait encore chez 19 patientes et sur les 23 patientes ayant présenté un œdème périphérique dans le bras FAC, l’œdème périphérique persistait encore chez 4 patientes.

Huid- en onderhuidaandoeningen In de TAX316-studie bleef bij 687 TAC-patiënten en 645 FAC-patiënten alopecia aanhouden in de follow-upperiode na het einde van de chemotherapie. Op het einde van de follow-upperiode bleef alopecia aanhouden bij 29 TAC-patiënten en 16 FAC-patiënten.
Affections de la peau et du tissu sous-cutané : Dans l’étude TAX316, des alopécies persistantes ont été rapportées pendant la période de suivi après la fin de la chimiothérapie, chez 687 patientes TAC et 645 patientes FAC. A la fin de la période de suivi, des alopécies persistaient chez 29 patientes TAC (4,2%) et 16 patientes FAC (2,4%).

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Perifeer oedeem bleef aanhouden tijdens de follow-up periode bij 18 van de 112 patiënten met perifeer oedeem aan het einde van de chemotherapie in onderzoek TAX 316, terwijl lymfoedeem bij 4 van 5 patiënten met lymfoedeem bleef voortduren aan het einde van de chemotherapie in het onderzoek GEICAM 9805.
Troubles généraux et anomalies au site d'administration On a observé qu'un œdème périphérique était toujours en cours pendant la période de suivi chez 18 patientes sur les 112 présentant un œdème périphérique à la fin de la chimiothérapie dans l’étude TAX 316 tandis qu’un lymphœdème persistait chez 4 des 5 patientes présentant un lymphœdème à la fin de la chimiothérapie dans l’étude GEICAM 9805.

Zenuwstelselaandoeningen Perifeer sensorische neuropathie bleef aanhouden tijdens de follow-up bij 10 van de 84 patiënten met perifeer sensorische neuropathie aan het einde van de chemotherapie in de klierpositieveborstkankerstudie (TAX316).
Affections du système nerveux : Sur 84 patientes ayant présenté une neuropathie sensitive périphérique à la fin de la chimiothérapie dans l’étude cancer du sein avec envahissement ganglionnaire (TAX316), les troubles neurosensoriels persistaient encore chez 10 patientes après le suivi.

Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Amenorroe bleef aanhouden tijdens de follow-up bij 121 van de 202 patiënten met amenorroe aan het einde van de chemotherapie in de TAX316-studie.
Affections des organes de reproduction et du sein : Dans l’étude TAX316, sur les 202 patientes ayant présenté une aménorrhée à la fin de la chimiothérapie, l’aménorrhée persistait encore chez 121 patientes après le suivi.

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Perifeer oedeem bleef aanhouden tijdens de mediane follow-upperiode van 55 maanden bij 18 van de 112 patiënten met perifeer oedeem aan het einde van de chemotherapie.
Sur les 112 patientes ayant présenté un œdème périphérique à la fin de la chimiothérapie, l'œdème périphérique persistait encore chez 18 patientes après un suivi médian de 55 mois.