Vertaling van "sub-populatie hazard ratio " (Nederlands → Frans) :

De cijfers waren 92,2% ten opzichte van 92,4% in de stadium II (Duke's B2) sub-populatie (hazard ratio = 1,01) en 80,4% ten opzichte van 78,1% in de stadium III (Duke's C) sub-populatie (hazard ratio = 0,87), voor respectievelijk oxaliplatine + 5-FU/FA (FOLFOX4) en 5-FU/FA (LV5FU2).
Les chiffres ont été respectivement de 92,2 % versus 92,4 % dans la sous-population des patients au stade II (B2 de Duke) (risque relatif = 1,01) et de 80,4 % versus 78,1 % dans la sous-population des patients au stade III (C de Duke) (risque relatif = 0,87) pour l'oxaliplatine + 5 -FU/AF (FOLFOX4) et le 5-FU/AF (LV5FU2) respectivement.

De cijfers waren 92.2% ten opzichte van 92.4% in de stadium II (Duke’s B2) sub-populatie (hazard ratio = 1.01) en 80.4% ten opzichte van 78.1% in de stadium III (Duke’s C) subpopulatie (hazard ratio = 0.87), voor respectievelijk FOLFOX4 en LV5FU2.
Les données étaient de 92,2% contre 92,4% pour le sous-groupe de Stade II (B2 de Dukes) (hazard-ratio = 1,01) et 80,4% contre 78,1% pour le sous-groupe de Stade III (C de Dukes) (hazard-ratio = 0,87) respectivement pour FOLFOX4 et pour LV5FU2).

De primaire werkzaamheidanalyse in de per protocol populatie toonden gelijkwaardigheid aan in de totale overleving voor capecitabine- vs 5-FU-gebaseerde kuren (hazard ratio 0,86; 95 % BI 0,8-0,99) en voor oxaliplatine- vs cisplatine-gebaseerde kuren (hazard ratio 0,92; 95 % BI 0,80-1,1).
Les analyses principales d’efficacité, dans la population per protocole, ont démontré la non infériorité de la survie globale pour les régimes contenant la capécitabine par rapport à ceux contenant du 5-FU (HR = 0,86 ; IC 95% 0,8 - 0,99) et pour les régimes contenant l’oxaliplatine par rapport à ceux contenant du cisplatine (HR = 0,92 ; IC 95% 0,80 - 1,1).

- ITT-populatie resultaten: De primaire PFS-analyse van alle patiënten (n=889) liet een PFS hazard ratio (HR) zien van 0,71 (95% BI, 0,62 tot 0,82; p< 0,0001) voor de Tarceva-groep vergeleken met de placebogroep.
- Résultats de la population en ITT : L’analyse du critère principal (PFS) chez tous les patients (n=889) a montré un risque relatif (Hazard Ratio HR) pour la PFS de 0,71 (IC 95%, 0,62 à 0,82 ; p< 0,0001) dans le groupe traité par Tarceva par rapport au groupe placebo.

% (95% BI) 30 (25,1; 35,6) 3 (0,5; 6,4) – < 0,001 HR = hazard ratio; ITT = Intent to treat (intentie tot behandelen); PFS=progression-free survival (progressievrije overleving) * - niet eerder behandelde en met cytokine voorbehandelde populaties
% (IC à 95 %) 30 (25,1 - 35,6) 3 (0,5 – 6,4) – < 0,001 HR = Hazard Ratio ; ITT = Intention de traiter ; PFS = Survie Sans Progression. * Populations de patients non préalablement traités et prétraités par des cytokines.

De mediane totale overleving in de intent-to-treat populatie was 7,7 maanden bij personen behandeld met Dacogen, tegenover 5,0 maanden voor personen in de TC-arm (hazard ratio 0,85; 95%-BI: 0,69; 1,04, p=0,1079).
La survie globale médiane dans la population en intention de traiter était de 7,7 mois pour les sujets traités par Dacogen comparé à 5,0 mois pour les sujets du bras CT (risque relatif : 0,85 ; IC à 95 % : 0,69 - 1,04 ; p = 0,1079).

Eindpunt Exemestaan Tamoxifen Hazard Ratio p-waarde Populatie Evenementen / N Evenementen / (95% BI) (%) N (%) Ziektevrije overleving a Alle patiënten 354 / 2.352 453 / 2.372 0,76 (0,67-0,88) 0,00015
Patientes ER + 289 / 2 033 (14,3%) 370 / 2 021 (18,3%) 0,75 (0,65-0,88) 0,00030 Cancer du sein controlatéral Toutes les patientes 20 / 2 352 (0,9%) 33 / 2 372 (1,5%) 0,57 (0,33-0,99) 0,04158

Exploratieve subgroepanalyses voor ziektevrije overleving voor patiënten die voldoen aan de 2009 St. Gallen chemotherapie criteria – (ITT populatie) werden uitgevoerd en zijn hieronder weergegeven TAC FAC Hazard ratio (TAC/FAC)
Analyses exploratives en sous-groupe de la survie sans maladie des patientes relevant des critères d’indication de la chimiothérapie de St Gallen de 2009 – (population en intention de traiter) ont été réalisées et présentées ci-dessous :