Vertaling van "selectieve serotonineheropname inhibitoren of anti-aggregantia " (Nederlands → Frans) :

Voorzichtigheid moet geadviseerd worden bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het risico voor ulceratie of bloedingen kunnen vergroten, zoals orale corticosteroïden, anticoagulantia zoals warfarin, selectieve serotonineheropname inhibitoren of anti-aggregantia zoals acetylsalicylzuur (zie rubriek 4.5)
La prudence doit être conseillée en cas d’utilisation concomitante de médicaments pouvant augmenter le risque d’ulcération ou d’hémorragie, tels les corticostéroïdes oraux, les anticoagulants comme la warfarine, les inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine ou les antiagrégants plaquettaires tel l’acide acétylsalicylique (voir rubrique 4.5).

Patiënten met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale toxiciteit, voornamelijk bejaarden, moeten alle ongewone abominale symptomen (vooral GI bloeding) rapporteren voornamelijk in de beginfase van de behandeling. Voorzichtigheid moet geadviseerd worden bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het risico voor ulceratie of bloedingen kunnen vergroten, zoals orale corticosteroïden, anticoagulantia zoals warfarin, selectieve serotonine-heropname inhibitoren of anti-aggregantia zoals acetylsalicylzuur (zie rubriek 4.5)
d’utilisation concomitante de médicaments susceptibles d’augmenter le risque d’ulcérations ou d’hémorragies, tels que les corticostéroïdes oraux, les anticoagulants comme la warfarine, les inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine ou les antiagrégants comme l’acide acétylsalicylique (voir rubrique 4.5).

Voorzichtigheid moet geadviseerd worden bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het risico voor ulceratie of bloedingen kunnen vergroten, zoals orale corticosteroïden, anticoagulantia zoals warfarin, selectieve serotonine-heropname inhibitoren of anti-aggregantia zoals acetylsalicylzuur (zie rubriek 4.5)
Il faut conseiller d’être prudent en cas d’utilisation concomitante de médicaments susceptibles d’augmenter le risque d’ulcérations ou d’hémorragies, tels que les corticostéroïdes oraux, les anticoagulants comme la warfarine, les inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine ou les antiagrégants comme l’acide acétylsalicylique (voir rubrique 4.5).

Dit risico is gering bij therapeutische dosissen, maar neemt toe bij de gelijktijdige toediening van stoffen die de plasmaconcentraties van clomipramine kunnen doen toenemen, zoals selectieve serotonineheropname-inhibitoren (SSRI) of serotonine- en noradrenalineheropname-inhibitoren (SNaRI).
Lorsqu’on utilise les doses thérapeutiques, ce risque est faible mais s’accroît en cas d’administration concomitante de substances pouvant augmenter les concentrations plasmatiques de clomipramine, telles que les inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine (ISRSs) ou les inhibiteurs de la recapture de la sérotonine et de la noradrénaline (IRSN).

Selectieve serotonineheropname-inhibitoren (SSRI) : Gelijktijdig gebruik kan leiden tot additieve effecten op het serotoninergisch systeem (cf serotonerge geneesmiddelen).
Inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine (ISRS) : leur utilisation concomitante peut donner lieu à la survenue d’effets additifs sur le système sérotoninergique (voir ‘médicaments sérotoninergiques’).

geneesmiddelen gebruiken, die het risico op ulceraties of bloedingen kunnen verhogen, zoals orale corticosteroïden, anticoagulantia (zoals warfarine), selectieve serotonineheropname-inhibitoren of plaatjesaggregatieremmers zoals aspirine (zie rubriek 4.5).
d’hémorragie, comme les corticostéroïdes administrés par voie orale, les anticoagulants oraux tels que la warfarine, les inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine (ISRS) et les antiagrégants plaquettaires comme l’aspirine (voir rubrique 4.5).

Bloedplaatjesaggregatieremmers en selectieve serotonineheropname-inhibitoren (SSRI’s): Toegenomen risico op gastro-intestinale bloedingen (zie rubriek 4.4), door remming van de bloedplaatjesfunctie en door aantasting van het gastroduodenale slijmvlies.
Antiagrégants plaquettaires et inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine (ISRS): Risque accru d’hémorragies gastro-intestinales (voir rubrique 4.4), par inhibition de la fonction plaquettaire et agression de la muqueuse gastroduodénale.

anticoagulerende werking (anti-aggregantia en anticoagulantia) of die het ontstaan van gastro-intestinale ulcera bevorderen zoals NSAID’s (incl. acetylsalicylzuur) + kaliumsparende middelen (kaliumsupplementen, ACE-inhibitoren, sartanen,
susceptibles d’accrroître le temps de saignement (antiplaquettaires et anticoagulants) ou de traitements ulcérogènes tels que les AINS (acide acétylsalicylique inclus) + médicaments hyperkaliémiants (suppléments potassique, IECA, sartans, diurétiques

1 1 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 6,2% 130.945 158.818 5,7% 2 4 2 2 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 5,3% 111.812 92.724 3,3% 6 6 3 3 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 5,2% 108.653 54.793 2,0% 10 18 4 5 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 3,8% 79.245 99.341 3,5% 5 5 5 6 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 3,8% 79.025 47.138 1,7% 13 9 6 4 C09AA INHIBITOREN VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 3,6% 75.469 130.531 4,6% 3 2 7 7 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 2,8% 58.220 127.952 4,6% 4 3 8 8 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 2,4% 49.566 19.751 0,7% 42 40 9 9 J01FA MACROLIDEN 1,9% 40.482 12.802 0,5% 58 56 10 11 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 1,9% 39.182 214.175 7,6% 1 1 11 22 C09CA ANTAGONISTEN VAN HET ANGIOTENSINE II, ENKELVOUDIG 1,8% 38.612 39.508 1,4% 21 32 12 10 J01DA CEFALOSPORINES EN VERWANTE VERBINDINGEN 1,8% 36.941 15.632 0,6% 47 44 13 15 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,6% 34.161 8.880 0,3% 67 72 14 13 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 1,6% 33.913 79.630 2,8% 7 7 15 16 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 1,6% 33.818 30.620 1,1% 29 30 16 17 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,5% 32.389 18.595 0,7% 43 48 17 12 M01AC OXICAMDERIVATEN 1,5% 31.905 44.874 1,6% 16 15 18 19 B01AB HEPARINEGROEP 1,5% 31.419 12.596 0,4% 59 60 19 25 R03AC SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA 1,5% 30.872 56.536 2,0% 9 12 20 18 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,4% 29.507 4.266 0,2% 98 97 21 14 C10AB FIBRATEN 1,4% 28.552 62.262 2,2% 8 8 22 20 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,4% 28.531 5.107 0,2% 90 94 23 31 L03AB INTERFERONEN 1,2% 24.280 1.095 0,0% 141 153 24 21 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 1,1% 24.145 14.300 0,5% 50 47 25 28 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 1,1% 23.617 2.284 0,1% 112 120 26 23 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,1% 23.080 37.270 1,3% 24 22 27 27 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 1,1% 22.174 50.620 1,8% 12 13 28 35 M05BA BISFOSFONATEN 1,1% 22.147 14.075 0,5% 54 63 29 24 H02AB GLUCOCORT ...
1 1 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 6,2% 130.945 158.818 5,7% 2 4 2 2 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 5,3% 111.812 92.724 3,3% 6 6 3 3 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 5,2% 108.653 54.793 2,0% 10 18 4 5 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 3,8% 79.245 99.341 3,5% 5 5 5 6 R03BA GLUCOCORTICOIDES 3,8% 79.025 47.138 1,7% 13 9 6 4 C09AA INHIBITEURS DE L'ENZYME DE CONVERSION DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 3,6% 75.469 130.531 4,6% 3 2 7 7 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 2,8% 58.220 127.952 4,6% 4 3 8 8 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INCLUS 2,4% 49.566 19.751 0,7% 42 40 9 9 J01FA MACROLIDES 1,9% 40.482 12.802 0,5% 58 56 10 11 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 1,9% 39.182 214.175 7,6% 1 1 11 22 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 1,8% 38.612 39.508 1,4% 21 32 12 10 J01DA CEPHALOSPORINES ET APPARENTES 1,8% 36.941 15.632 0,6% 47 44 13 15 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,6% 34.161 8.880 0,3% 67 72 14 13 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 1,6% 33.913 79.630 2,8% 7 7 15 16 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 1,6% 33.818 30.620 1,1% 29 30 16 17 N02AX AUTRES OPIACES 1,5% 32.389 18.595 0,7% 43 48 17 12 M01AC OXICAMES 1,5% 31.905 44.874 1,6% 16 15 18 19 B01AB HEPARINE 1,5% 31.419 12.596 0,4% 59 60 19 25 R03AC BETA 2 SYMPATHOMIMETIQUES SELECTIFS 1,5% 30.872 56.536 2,0% 9 12 20 18 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,4% 29.507 4.266 0,2% 98 97 21 14 C10AB FIBRATEN 1,4% 28.552 62.262 2,2% 8 8 22 20 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,4% 28.531 5.107 0,2% 90 94 23 31 L03AB INTERFERONS 1,2% 24.280 1.095 0,0% 141 153 24 21 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 1,1% 24.145 14.300 0,5% 50 47 25 28 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 1,1% 23.617 2.284 0,1% 112 120 26 23 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,1% 23.080 37.270 1,3% 24 22 27 27 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 1,1% 22.174 50.620 1,8% 12 13 28 35 M05BA BIPHOSPHONATES 1,1% 22.147 14.075 0,5% 54 63 29 24 H02AB GLU ...

Dit houdt in dat geneesmiddelen met een anti-prostaglandine-effect (zoals bv. NSAID’s, ook de COX-2-selectieve) 40 of met een anti-angiotensine-II-activiteit (zoals de ACE-inhibitoren)
Les prostaglandines y jouent un rôle majeur (vasodilatation de l’artériole afférente) ainsi que l’angiotensine II (vasoconstriction de l’artériole efférente). Ceci revient à dire que les médicaments, à effet anti-prostaglandines (comme par ex. les AINS et les COX-2-sélectifs aussi) ou à activité anti-angiotensine II (comme les IECA), peuvent interférer avec le système