Traduction de «middelen kaliumsupplementen ace-inhibitoren » (Néerlandais → Français) :

anticoagulerende werking (anti-aggregantia en anticoagulantia) of die het ontstaan van gastro-intestinale ulcera bevorderen zoals NSAID’s (incl. acetylsalicylzuur) + kaliumsparende middelen (kaliumsupplementen, ACE-inhibitoren, sartanen,
susceptibles d’accrroître le temps de saignement (antiplaquettaires et anticoagulants) ou de traitements ulcérogènes tels que les AINS (acide acétylsalicylique inclus) + médicaments hyperkaliémiants (suppléments potassique, IECA, sartans, diurétiques

Kaliumsparende diuretica of kaliumsupplementen: ACE-inhibitoren versterken het kaliumverlies door diuretica.
Diurétiques d’épargne potassique ou suppléments de potassium: Les IEC améliorent la perte de potassium provoquée par les diurétiques.

Kaliumsparende diuretica of kaliumsupplementen: ACE-inhibitoren verminderen het door diuretica geïnduceerde kaliumverlies.
Diurétiques d’épargne potassique ou suppléments de potassium: Les IEC réduisent la déplétion potassique induite par les diurétiques.

In systematisch literatuuronderzoek en meta-analyses van grote RCT’s is aangetoond dat laaggedoseerde diuretica kunnen aanzien worden als werkzame en veilige eerste keuze behandeling zijn bij de behandeling van mild tot matige ongecompliceerde hypertensie, ook in vergelijking met recenter middelen, zoals ACE-inhibitoren en sartanen 1,2 .
Des synthèses méthodiques de la littérature et des méta-analyses de RCTs de grande envergure montrent que les diurétiques à faible dose peuvent être considérés comme le traitement de premier choix, efficace et sûr contre l’hypertension non-compliquée légère à modérée, également par rapport à des médicaments plus récents, tels que les IEC et les sartans 1,2 .

Gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica (b.v. spironolacton, triamtereen, amiloride), kaliumsupplementen of zoutvervangende middelen die kalium bevatten, wordt afgeraden bij patiënten onder ACE-inhibitoren, daar dit kan leiden tot een significante verhoging van het serumkalium.
L'administration simultanée de diurétiques d'épargne potassique (p. ex. spironolactone, triamtérène, amiloride), de suppléments potassiques ou de succédanés du sel contenant du potassium n’est pas recommandée chez les patients traités par inhibiteurs de l'ECA, parce que cela peut entraîner une augmentation significative de la kaliémie.

Gelijktijdige toediening van kaliumsupplementen of andere kaliumsparende middelen is niet aan te raden en voorzichtigheid is geboden bij toediening van ACE-inhibitoren, NSAID’s en sartanen vanwege de kans op hyperkaliëmie (mogelijk lethaal) vooral in geval van nierinsufficiëntie (bijdrage tot hyperkaliëmie) (zie 4.3 en 4.4).
Il n’est pas conseillé d’administrer la spironolactone en même temps que des suppléments potassiques ou autres diurétiques d’épargne potassique. La prudence est de rigueur en cas d’administration avec les IECA, les AINS et les sartans en raison du risque d’hyperkaliémie (potentiellement létale), surtout lors d’une insuffisance rénale (addition des effets hyperkaliémants) (voir 4.3 et 4.4).

ACE-inhibitoren 29 , atenolol, bisoprolol, sotalol 29 , laagmoleculair heparines NSAID’s, opioïden, dextromethorfan aluminiumbevattende antacida, ranitidine benzodiazepines, gabapentine, natriumvalproaat azoolderivaten, ciprofloxacine, sulfamethoxazol (in cotrimoxazol) allopurinol, colchicine glibenclamide, glimepiride, insuline en antivirale middelen zoals aciclovir, ganciclovir, famciclovir 32 .
les IECA 29 , l’aténolol, le bisoprolol, le sotalol 29 , les héparines à bas poids moléculaire AINS, opioïdes, le dextrométhorphane les antacides contenant de l’aluminium, la ranitidine les benzodiazépines, la gabapentine, le valproate de sodium les dérivés azoliques, la ciprofloxacine, le sulfaméthoxazole (dans le cotrimoxazole) l’allopurinol, la colchicine le glibenclamide, le glimépiride, l’insuline, les antiviraux comme l’aciclovir, le ganciclovir, le famciclovir 32 .

Mogelijk zijn de ACE-inhibitoren daarbij doeltreffender dan andere antihypertensieve middelen, maar dit is niet duidelijk.
Les IECA paraissent plus efficaces que les autres antihypertenseurs, mais ceci n’est pas établi.

In de tabel zijn opioïden, ACE-inhibitoren, benzodiazepines, colchicine, laagmoleculair heparines, insuline, bisoprolol, aciclovir, SSRI’s en thiazidediuretica (middelen geslecteerd voor het RVT-Formularium) niet opgenomen.
Il ne reprend pas les opioïdes, les IECA, les benzodiazépines, la colchicine, les héparines de bas poids moléculaire, l’insuline, le bisoprolol, l’aciclovir, les ISRS et les diurétiques thiazidiques (toutes ces molécules sont sélectionnées par le Formulaire MRS).

meerdere NSAID’s (acetylsalicylzuur in lage dosis voor cardiovasculaire preventie en coxibs inbegrepen): verhoogd risico van ongewenste effecten; indien een associatie met acetylsalicylzuur voor cardiovasculaire preventie toch noodzakelijk is, wordt ibuprofen ingenomen 8 uur vóór of een half uur ná de inname van acetylsalicylzuur (met onmiddellijke vrijstelling) om het cardioprotectief effect ervan te vrijwaren + anticoagulantia, bloedplaatjes-antiaggregerende middelen: verhoogd risico van bloedingen + antihypertensiva: vermindering van de antihypertensieve werking + corticosteroïden, SSRI en venlafaxine: verhoogd risico van gastro-intestinale bloedingen + diuretica: vermindering van het diuretisch effect + diuretica, ACE-inhibitoren, sartanen: risicoverhoging nierinsufficiëntie in geval van
dose en prévention cardio-vasculaire et les coxibs) entre eux: augmentation des effets indésirables; si association nécessaire à l'acide acétylsalicylique à visée de prévention cardiovasculaire, prise d’ibuprofène 8 heures avant ou 30 minutes après l'acide acétylsalicylique (à libération immédiate) pour maintenir l’effet cardio protecteur de celui-ci + anticoagulants, anti-agrégants plaquettaires: augmentation du risque de saignements + antihypertenseurs: diminution de l´effet antihypertenseur + corticostéroïdes, ISRS et venlafaxine: augmentation du risque de saignements