- een persoon die met ingang van 1 april 1999
de hoedanigheid van rechthebbende verwerft in de regeling van de zelfstandigen en de leden van een kloostergemeenschap, terwijl hij zich in een periode van beh
oud van recht in de algemene regeling bevindt, behoudt slechts een recht op tegemoetkomingen voor kleine risico's in de algemene
regeling tot het einde van het tweede kwartaal na dat waarin hij de hoedanigheid van rechthebbende in de
regeling der zelfstandigen en de leden
...[+++] van de kloostergemeenschappen heeft verworven.
- une personne qui, à partir du 1 er avril 1999, acquiert la qualité de bénéficiaire dans le cadre du régime des travailleurs indépendants et des membres des communautés religieuses alors qu’elle se trouve dans une période de maintien du droit dans le cadre du régime général, ne garde seulement un droit aux interventions pour les petits risques dans le cadre du régime général que jusqu’au terme du second trimestre suivant celui au cours duquel elle a acquis la qualité de bénéficiaire dans le cadre du régime des travailleurs indépendants et des membres des communautés religieuses.