Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «patiënten waren diarree » (Néerlandais → Français) :

Bij zuigelingen en kinderen met aHUS (leeftijd van 2 maanden tot jonger dan 12 jaar) die in de retrospectieve studie C09-001r opgenomen waren, is het veiligheidsprofiel vergelijkbaar met het profiel dat werd waargenomen bij volwassen/adolescente aHUS-patiënten. De vaakst gemelde bijwerkingen (> 10%) bij pediatrische patiënten waren diarree, braken, pyrexie, infectie van de bovenste luchtwegen en hoofdpijn.

Chez le nourrison et l’enfant atteints de SHU atypique (âgés de 2 mois à moins de 12 ans) inclus dans l’étude rétrospective C09-001r, le profil de


De meest voorkomende, met regelmaat gemelde bijwerkingen in de TORO 1 en TORO 2 studies, waren diarree (38 versus 73 patiënten met deze bijwerking per 100 patiënt-jaren voor Fuzeon + OB versus OB) en misselijkheid (27 versus 50 patiënten met deze bijwerking per 100 patiënt-jaren voor Fuzeon + OB versus OB).

Les événements indésirables les plus fréquemment rapportés dans les études TORO 1 et TORO 2 étaient la diarrhée (38 patients pour 100 patients années recevant Fuzeon + Traitement Optimisé (TO) versus 73 patients recevant TO seul) et la nausée (27 patients pour 100 patients années recevant Fuzeon + TO versus 50 patients recevant TO seul).


In een 1-jarig, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met niettransfusie-afhankelijke thalassemiesyndromen en ijzerstapeling waren diarree (9,1%), rash (9,1%) en misselijkheid (7,3%) de meest gemelde bijwerkingen gerelateerd aan de onderzoeksmedicatie bij patiënten die 10 mg/kg/dag EXJADE kregen.

Au cours d’une étude d’un an, randomisée, en double aveugle, versus placebo, chez des patients présentant des syndromes thalassémiques non dépendants des transfusions et une surcharge en fer, les diarrhées (9,1 %), les rashs (9,1 %) et les nausées (7,3 %) ont été les événements indésirables liés à la prise du médicament les plus fréquemment rapportés chez les patients recevant EXJADE à la posologie de 10mg/kg/jour.


De vaakst voorkomende geneesmiddelbijwerkingen gemeld voor 20% van de patiënten waren diarree (78,5%), misselijkheid (42,1%), trombocytopenie (38,5%), braken (37,1%), buikpijn (33,4%), huiduitslag (32,4%), anemie (27,4 %), pyrexie (23,4%) en verhoogd alanineaminotransferase (22,3%).

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés chez 20 % des patients étaient : diarrhée (78,5 %), nausées (42,1 %), thrombopénie (38,5 %), vomissements (37,1 %), douleur abdominale (33,4 %), rash (32,4 %), anémie (27,4 %), fièvre (23,4 %) et élévation de l’alanine aminotransférase (22,3 %).


Pediatrische patiënten: In twee pediatrische fase III gerandomiseerde, placebogecontroleerde, dubbelblinde studies van 12 weken waar een totaal van 710 kinderen aan deelnam, was de proportie van patiënten met urineweginfecties, diarree en abnormaal gedrag, hoger bij de patiënten die behandeld waren met tolterodine dan met placebo (urineweginfectie: tolterodine 6,8 %, placebo 3,6 %; diarree: tolterodine 3,3 %, placebo 0,9 %; abnor ...[+++]

Population pédiatrique : Dans deux études de phase III, pédiatriques, en double aveugle, contrôlées par placebo, randomisées, étalées sur 12 semaines, et auxquelles un total de 710 enfants participait, la proportion de patients avec des infections des voies urinaires, de la diarrhée et un comportement anormal, était plus importante chez les patients traités avec de la toltérodine que chez les patients traités avec un placebo (infection des voies urinaires : toltérodine 6,8 %, placebo 3,6 % ; diarrhée : toltérodine 3,3 %, placebo 0,9 ...[+++]


Diarree en braken Behandeling met bosutinib gaat gepaard met diarree en braken, daarom moeten patiënten met een recente of nog manifeste klinisch significante gastro-intestinale aandoening dit geneesmiddel met voorzichtigheid gebruiken en alleen na een nauwgezette baten-risico-beoordeling, aangezien deze patiënten waren uitgesloten van de klinische onderzoeken.

Diarrhée et vomissements Le traitement par bosutinib est associé à de la diarrhée et des vomissements, par conséquent, les patients souffrant de troubles gastro-intestinaux cliniquement significatifs récents ou en cours doivent utiliser ce médicament avec prudence et uniquement si une évaluation approfondie du rapport bénéfice-risque a été menée, dans la mesure où les patients respectifs ont été exclus des études cliniques.


De vaakst gerapporteerde aan het geneesmiddel gerelateerde bijwerkingen waren hoofdpijn, bij ongeveer 14% van de patiënten, palpitaties, bij ongeveer 9% van de patiënten, vochtretentie en misselijkheid, beide bij ongeveer 6% van de patiënten, en diarree bij 5% van de patiënten.

Les réactions indésirables les plus fréquentes considérées comme étant liées au traitement ont été les maux de tête, rencontrés chez environ 14 % des patients, les palpitations, chez environ 9 %, la rétention aqueuse et les nausées, chez environ 6 %, et les diarrhées chez 5 %.


De frequentst gemelde bijwerkingen door patiënten die resistent of intolerant waren voor een voorafgaande behandeling met imatinib en die werden behandeld met SPRYCEL waren vochtretentie (waaronder pleurale effusie), diarree, hoofdpijn, misselijkheid, huiduitslag, kortademigheid, bloeding, vermoeidheid, pijn in de spieren, infectie, overgeven, hoesten, buikpijn en koorts.

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés chez les patients résistants ou intolérants à un traitement antérieur par imatinib, traités par SPRYCEL, ont été: rétention hydrique (dont épanchement pleural), diarrhée, céphalée, nausée, rash cutané, dyspnée, hémorragie, fatigue, douleur musculo-squelettique, infection, vomissement, toux, douleur abdominale et pyrexie.


Op basis van een follow-upduur van minimaal 12 maanden waren de bijwerkingen die het meest frequent werden gemeld door nieuw gediagnosticeerde CML patiënten in de chronische fase die met SPRYCEL werden behandeld: vochtretentie (waaronder pleurale effusie) (19%), diarree (17%), hoofdpijn (12%), huiduitslag (11%), musculoskeletale pijn (11%), misselijkheid (8%), vermoeidheid (8%), myalgie (6%), braken (5%) en spierontsteking (4%).

Sur la base d'un suivi minimum de 12 mois, les effets indésirables les plus fréquemment rapportés chez les patients atteints de LMC en phase chronique nouvellement diagnostiquée, traités par SPRYCEL ont été: rétention hydrique (dont épanchement pleural) (19%), diarrhée (17%), céphalée (12%), rash cutané (11%), douleur musculo-squelettique (11%), nausées (8%), fatigue (8%), myalgie (6%), vomissements (5%) et inflammation musculaire (4%).


Recente of voortdurende klinisch significante maag-darmstoornis In klinische onderzoeken waren patiënten met een recente of voortdurende klinisch significante maagdarmstoornis (bijv. ernstig braken en/of diarree) uitgesloten.

Affections gastro-intestinales cliniquement significatives récentes ou en cours Les patients atteints d'affections gastro-intestinales cliniquement significatives récentes ou en cours (par. ex. diarrhée et/ou vomissements sévères) ont été exclus des études cliniques.


w