Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "patiënten met 1 log 10 verandering " (Nederlands → Frans) :

Patiënten met > 1 log 10 verandering vanaf baseline in plasma HIV-1 RNA

Proportion de sujets présentant une variation de la charge virale (ARN du VIH-1) plasmatique > 1 log 10 par rapport à la valeur initiale


Alle patiënten 73 66 hiv RNA < 50 kopieën/ml, behandelrespons, % Alle patiënten 55 38 hiv RNA Gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde, log 10 kopieën/ml Alle patiënten -2,83 (n=321 a ) -2,64 (n=58) CD4 Gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde, cellen/mm 3 Alle patiënten 182 (n=314) 195 (n=55) a Aantal te evalueren patiënten.

ARN-VIH < 400 copies/ml, réponse au traitement, % Tous les patients 73 66 ARN-VIH < 50 copies/ml, réponse au traitement, % Tous les patients 55 38 Evolution moyenne de ARN-VIH comparée à l'inclusion, log 10 copies/ml Tous les patients -2.83 (n=321 a ) -2.64 (n=58) Evolution moyenne des CD4 comparée à l'inclusion, cellules/mm 3 Tous les patients 182 (n=314) 195 (n=55) a Nombre de patients évaluables.


Onder alle gerandomiseerde en behandelde patiënten was de mediane verandering van HIV-1 RNA van het uitgangsniveau tot het laatste meetpunt tot en met week 48 -0, 64 log 10 kopieën/ml voor patiënten in de tipranavir met ritonavir arm en -0,22 log 10 kopieën/ml voor patiënten in de referentie PI/ritonavir arm.

Parmi tous les patients randomisés et traités, la variation médiane de l’ARN du VIH-1 entre l’inclusion et la dernière valeur mesurée jusqu’à la 48 ème semaine, était de - 0,64 log 10 copies/ml chez les patients recevant du tipranavir associé au ritonavir versus -0,22 log 10 copies/ml dans le bras comparateur IP/ritonavir.


HIV-1 RNA Verandering ten opzichte van uitgangswaarde (log 10 kopieën/ml) Deel van de (%) patiënten met HIV RNA < 400 kopieën/ml Deel van de (%) patiënten met HIV RNA < 50 kopieën/ml CD4+ celtelling Verandering ten opzichte van uitgangswaarde (cellen/mm 3 )

Variation de l’ARN VIH-1 plasmatique par rapport à l’inclusion (log 10 copies/mL) Pourcentage de patients avec un ARN VIH-1< 400 copies/mL Pourcentage de patients avec un ARN VIH-1 < 50 copies/mL Variation du nombre de CD4+ par rapport à


De gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline gezien over 16 weken voor HIV RNA-waarden was -0,79 log 10 (maximale gemiddelde afname: 1,29 log 10 ) in de ritonavir-groep, tegenover -0,01 log 10 bij de controlegroep.

La diminution moyenne de l'ARN viral après 16 semaines a été de -0,79 log10 (diminution moyenne maximale : 1,29 log10) dans le groupe traité par ritonavir contre -0,01 log10 pour le groupe témoin.


De gemiddelde verandering ten opzichte van baseline gezien over 48 weken voor de HIV RNA-waarden was -0,88 log 10 in de ritonavir-groep, tegenover -0,66 log 10 bij de ritonavir+zidovudine-groep en -0,42 log 10 bij de zidovudine-groep.

La modification du taux moyen de l'ARN viral après 48 semaines fut de - 0,88 log10 dans le groupe traité par ritonavir contre -0,66 log10 pour le groupe traité par association ritonavir + zidovudine et -0,42 log10 pour le groupe traité par zidovudine.


In week 24 bedroeg de tijdgewogen gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van de log 10 plasma HIV-1 RNA-spiegels (DAVG 24 ) respectievelijk -0,03 log 10 kopieën/ml en -0,61 log 10 kopieën/ml voor de placebogroep en de groep die 245 mg tenofovirdisoproxil (als fumaraat) kreeg (p < 0,0001).

Après 24 semaines de traitement, la variation moyenne pondérée en fonction du temps de la charge virale par rapport à la charge virale à l’initiation du traitement (DAVG 24 ) était respectivement de -0,03 log 10 copies/ml et -0,61 log 10 copies/ml dans le groupe placebo et dans le groupe ténofovir disoproxil 245 mg (sous forme de fumarate) (p < 0,0001).


Om de heterogeniteit in de manifestatie van de ziekte over alle patiënten in kaart te brengen, werd een samengesteld eindpunt gebruikt waarbij klinisch significante veranderingen aan de hand van 5 werkzaamheidsvariabelen werden samengevat (percentage voorspelde waarde normale FVC, afgelegde afstand tijdens de 6MWT, gewrichtsbeweeglijkheid van de schouder, AHI, en visuele scherpte). De globale respons kwam voor 26 patiënten (58%) neer op een verbetering, bij 10 patiënten (22%) trad geen verandering op, en bij 9 patiënten (20%) werd een ...[+++]

Pour faire face à l’hétérogénéité de la manifestation de la maladie chez les patients, on a eu recours à un critère d’évaluation composite qui résumait les changements cliniquement significatifs sur cinq variables d’efficacité (CVF normale prédite en pourcentage, test de marche TM6M, amplitude des mouvements de flexion des épaules, indice d’apnée/hypopnée (AHI) et acuité visuelle). La réponse globale était une amélioration chez 26 patients (58 %), aucun changement chez 10 patients (22 %) et une détérioration chez 9 patients (20 %).


Bij patiënten die in onderzoek 2 werden behandeld met ivacaftor, resulteerde de behandeling van 24 weken met ivacaftor in onderzoek 4 (26 patiënten) in een gemiddelde absolute verandering in procent voorspeld FEV 1 vanaf de baselinewaarde in onderzoek 2 tot week 72 van 10,1 procentpunten, gelijk aan wat werd waargenomen in Week 48 (10,2 procentpunten) in onderzoek.

Chez les patients ayant reçu l’ivacaftor dans l’étude 2, 24 semaines de traitement par l’ivacaftor dans l’étude 4 (26 patients) ont entraîné une variation absolue moyenne du VEMS en pourcentage de la valeur théorique de 10,1 points en pourcentage à la Semaine 72 par rapport à sa valeur initiale dans l’étude 2, comparable à celle observée à la Semaine 48 (10,2 points en pourcentage) dans l’étude.


Voor patiënten met matig ernstige ziekte van Alzheimer (MMSE 10-19) werden statistisch significante resultaten gevonden voor memantine versus placebo voor het eindpunt cognitie (ADAS-cog: gemiddeld verschil: -1,33 (95% BI: 2,28 tot - 0,38), terwijl de verschillen in de individuele studies niet significant waren) en op de grens van de statistische significantie voor het eindpunt indruk van verandering volgens de clinicus (CIBIC-plus: gemiddeld verschil ...[+++]

Pour les patients avec Maladie d’Alzheimer modérée (MMSE 10-19), des résultats statistiquement significatifs sont observés en faveur de la mémantine versus placebo pour le critère cognitive (ADAS-cog: différence moyenne de -1,33 (IC à 95% de 2,28 à – 0,38), sans différence significative dans les 3 études individuellement considérées) et à la limite de la signification pour le critère de l’impression de changement selon le médecin (CIBIC-plus: différence moyenne de -0,16 (IC à 95% de -0,32 à 0,00, avec différence significative dans 1 des 3 études).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'patiënten met 1 log 10 verandering' ->

Date index: 2024-09-20
w