Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «patiënten behandeld met respectievelijk » (Néerlandais → Français) :

Als canagliflozine werd toegevoegd aan behandeling met insuline, werd hypoglykemie waargenomen bij respectievelijk 49,3%, 48,2% en 36,8% van de patiënten behandeld met canagliflozine 100 mg, canagliflozine 300 mg en placebo, en kwam ernstige hypoglykemie voor bij 1,8%, 2,7% en 2,5% van de patiënten behandeld met respectievelijk canagliflozine 100 mg, canagliflozine 300 mg en placebo.

Lorsque la canagliflozine a été ajoutée à une insulinothérapie, on a observé une hypoglycémie chez respectivement 49,3 %, 48,2 % et 36,8 % des patients traités par canagliflozine 100 mg, canagliflozine 300 mg et placebo et une hypoglycémie sévère s'est produite chez respectivement 1,8 %, 2,7 % et 2,5 % des patients traités par canagliflozine 100 mg, canagliflozine 300 mg et placebo.


De serum IGF-I was aan het einde van de studie (week 12) genormaliseerd bij 9.7 %, 38.5 %, 75 % en 82 % van de patiënten behandeld met respectievelijk placebo, 10 mg/dag, 15 mg/dag of 20 mg/dag SOMAVERT.

La concentration d’IGF-I s’est normalisée à la fin de cette étude (semaine 12) chez 9,7 %, 38,5 %, 75 % et 82 % des sujets traités par placebo et par 10 mg/jour, 15 mg/jour ou 20 mg/jour de pegvisomant respectivement.


Van de CP-CML-patiënten die eerder met één, twee of drie TKI’s waren behandeld, bereikte respectievelijk 81% (13/16), 61% (65/105) en 46% (66/143) een MCyR tijdens behandeling met Iclusig.

Parmi les patients atteints de LMC-PC ayant déjà été traités avec un, deux ou trois ITK, 81 % (13/16), 61 % (65/105) et 46 % (66/143) ont obtenu une MCyR pendant leur traitement par Iclusig, respectivement.


De geschatte overlevingsfrequentie na 48 maanden was voor de met dasatinib en met imatinib behandelde patiënten respectievelijk 93% (CI: 90% - 96%) en 92% (CI: 89% - 95%).

Les taux estimés de survie à 48 mois pour les patients traités par dasatinib et imatinib étaient de 93% (IC: 90% - 96%) and 92% (IC: 89% - 95%), respectivement.


Het percentage van MMR op elk moment in iedere risico groep, vastgesteld door de Hasfordscore, was hoger in de met SPRYCEL behandelde groep dan de met imatinib behandelde groep (respectievelijk: laag risico: 90% en 69%; middelmatig risico: 70% en 63%; hoog risico: 65% en 52%).

Le taux de RMM, à tout moment, dans chaque groupe de risque, déterminé par le score de Hasford, était plus élevé dans le groupe SPRYCEL que dans le groupe imatinib (risque faible: 90% et 69%; risque intermédiaire: 70% et 63%; risque élevé: 65% et 52% respectivement).


Voor deze geselecteerde populatie bleek de frequentie van majeure cardiovasculaire voorvallen voor de tiotropiumgroep statistisch significant lager dan voor de met placebo behandelde groep (respectievelijk 4,25 en 3,44 ernstige cardiovasculaire voorvallen per 100 patiëntjaren).

Pour la population sélectionnée, la fréquence d’événements cardiovasculaires majeurs s’est avérée significativement plus faible dans le groupe sous tiotropium par rapport au groupe placebo (respectivement 4,25 et 3,44 événements cardiovasculaires graves par 100 années-patients).


ALAT/ASAT Gemiddelde en mediane stijgingen in alanineaminotransferase (ALAT) van respectievelijk 3,0 U/l en 2,0 U/l en in aspartaataminotransferase (ASAT) van respectievelijk 2,7 U/l en 2,0 U/l van de uitgangssituatie tot het eind van de studie, werden waargenomen bij de groepen behandeld met Ilaris vergeleken met de groep(en) behandeld met triamcinolonacetonide. De incidentie van klinisch significante veranderingen (≥3x de bovengrens van de normaalwaarde) was hoger bij patiënten ...[+++]

ALAT/ASAT Des augmentations de la moyenne et de la médiane de l’alanine aminotransférase (ALAT), respectivement de 3,0 U/l et 2,0 U/l, et de l‘aspartate aminotransférase (ASAT), respectivement de 2,7 U/l et 2,0 U/l, entre le début et la fin de l’étude ont été observées dans les groupes traités par Ilaris versus le(s) groupe(s) traité(s) par l’acétonide de triamcinolone ; cependant l’incidence des modifications cliniquement significatives (≥ 3 x limite supérieure de la normale (LSN)) a été plus élevée chez les patients traités par l’acéto ...[+++]


Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten opnieuw gerandomiseerd naar ofwel aktieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld met irbesartan (zie rubriek 4.2).

Sur une période ultérieure de deux semaines pendant laquelle les patients ont été re-randomisés sous la substance active ou le placebo, les patients sous placebo ont eu une augmentation de la PAS ass de 2,4 mm Hg et de la PAD ass de 2,0 mm Hg comparée à une modification de +0,1 et - 0,3 mm Hg respectivement pour les patients sous irbésartan toutes doses (voir rubrique 4.2).


In een gecontroleerd en gerandomiseerd onderzoek werd bij 120 patiënten (gemiddelde leeftijd 65 jaar) met claudicatio intermittens (C. I. ) het klinische succes, de functionele capaciteit en de levenskwaliteit vergeleken over een termijn van 12 maanden tussen een groep patiënten behandeld met endovasculaire revascularisatieprocedure (ballondilatatie al dan niet met stenting) en een andere groep behandeld met een duidelijk omschreve ...[+++]

Une étude randomisée et contrôlée portant sur 120 patients (moyenne d’âge de 65 ans) atteints de claudication intermittente (CI) a comparé pendant 12 mois le succès clinique, la capacité fonctionnelle et la qualité de vie d’un groupe de patients traités par revascularisation endovasculaire (dilatation par ballonnet ou stent) à un groupe de patients ayant suivi un programme d’exercices clairement définis.


De afwezigheid van patiënten met diabetes en de relatief korte duur van de ingesloten studies (respectievelijk gemiddeld 2,2, 3,8 en 1,6 jaar) bemoeilijkt extrapolarisering van de bevindingen naar alle patiënten met nierlijden.

L’absence de patients diabétiques et la durée relativement courte des études incluses (respectivement en moyenne 2,2, 3,8 et 1,6 ans) rend plus difficile une extrapolation des observations à l’ensemble des patients atteints d’insuffisance rénale.


w