Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "patiënten behandeld met copegus " (Nederlands → Frans) :

Patiënten met HIV-HCV co-infectie De virologische respons van patiënten behandeld met Copegus en peginterferon alfa-2a combinatietherapie in relatie tot genotype en de “viral load’ voor behandeling voor patiënten met HIV- HCV co-infectie is hieronder in Tabel 14 weergegeven:

Les réponses virologiques des patients traités par Copegus en association avec le peginterféron alfa-2a en fonction du génotype et de la charge virale initiale chez les patients co-infectés par le VIH et le VHC sont présentées ci-dessous dans le Tableau 14.


Tabel 5 toont bijwerkingen gemeld bij patiënten die werden behandeld met Copegus en peginterferon alfa-2a of interferon alfa-2a.

Le Tableau 5 présente les effets indésirables rapportés chez des patients ayant reçu Copegus et le peginterféron alfa-2a ou l'interféron alfa-2a.


Dit betreft volwassen patiënten die voor het eerst worden behandeld en volwassen patiënten die al eerder behandeld zijn voor hepatitis C. Bij patiënten die geïnfecteerd zijn met zowel HIV en hepatitis C wordt Copegus alleen gebruikt in combinatie met peginterferon alfa-2a.

Ce traitement concerne les patients adultes n’ayant jamais été traités et les patients adultes qui ont été préalablement traités pour l’hépatite C. Copegus est utilisé uniquement en association avec le peginterféron alfa-2a pour les patients co-infectés par le VIH et le VHC.


Hemolyse en cardiovasculair stelsel: Een daling van het hemoglobinegehalte tot < 10 g/dl werd waargenomen bij tot 15% van de patiënten die gedurende 48 weken behandeld werden met 1000/1200 milligram Copegus in combinatie met peginterferon alfa-2a en tot bij 19% van de patiënten die behandeld werden in combinatie met interferon alfa-2a.

Hémolyse et système cardiovasculaire : Une baisse de l'hémoglobinémie à un taux < 10 g/dl a été observée à un pourcentage pouvant aller jusqu'à 15 % des patients traités pendant 48 semaines par Copegus 1000/1200 milligrammes en association avec le peginterféron alfa-2a et jusqu'à 19 % des patients traités par l’association avec l'interféron alfa-2a.


Een daling van het hemoglobinegehalte tot < 10 g/dl werd waargenomen bij tot 15% van de patiënten die gedurende 48 weken behandeld werden met 1000/1200 milligram Copegus in combinatie met peginterferon alfa-2a en tot bij 19% van de patiënten die behandeld werden in combinatie met interferon alfa-2a.

Une baisse de l'hémoglobinémie à un taux < 10 g/dl a été observée à un pourcentage pouvant aller jusqu'à 15 % des patients traités pendant 48 semaines par Copegus 1000/1200 milligrammes en association avec le peginterféron alfa-2a et jusqu'à 19 % des patients traités par l’association de Copegus avec l'interféron alfa-2a.


Copegus had geen significant effect op de initiële virale kinetiek gedurende de eerste 4 tot 6 weken bij patiënten die behandeld werden met de combinatie van Copegus en gepegyleerd interferon alfa-2a of interferon alfa.

Copegus n'a pas eu d'effet significatif sur la cinétique virale initiale au cours des premières 4 à 6 semaines chez les patients traités par l'association de Copegus et d'interféron alfa-2a pegylé ou d'interféron alfa.


Chronische hepatitis C – reeds eerder behandelde patiënten De aanbevolen dosering voor Copegus in combinatie met 180 microgram peginterferon alfa-2a eenmaal per week is 1000 milligram per dag of 1200 milligram per dag bij patiënten van respectievelijk < 75 kg en ≥ 75 kg, ongeacht het genotype.

Hépatite chronique C – patients ayant été précédemment traités La posologie recommandée de Copegus, en association avec 180 microgrammes une fois par semaine de peginterféron alfa-2a, est de 1000 mg par jour ou de 1200 mg par jour pour les patients dont le poids est respectivement < 75 kg et ≥ 75 kg, quelque soit le génotype.


In dit onderzoek werden 570 proefpersonen behandeld met Bosulif, onder wie CF-CML-patiënten die eerder waren behandeld met slechts 1 eerdere TKI (imatinib), CF-CML-patiënten die eerder waren behandeld met imatinib en minstens 1 aanvullende TKI (dasatinib en/of nilotinib), CML-patiënten in de acceleratiefase of blastaire fase die eerder werden behandeld met minstens 1 TKI (imatinib) en patiënten met Ph+-ALL die eerder werden behandeld met minstens 1 TKI (imatinib).

Au cours de cet essai, 570 sujets ont été traités avec Bosulif, dont des patients atteints de LMC PC précédemment traités avec un seul ITK (imatinib), des patients atteints de LMC PC précédemment traités avec de l'imatinib et au moins un ITK supplémentaire (dasatinib et/ou nilotinib), des patients atteints de LMC en phase accélérée ou en crise blastique précédemment traités avec un ITK au moins (imatinib) et des patients atteints de LLA Ph+ précédemment traités avec un ITK au moins (imatinib).


Er waren statistisch gezien significant meer patiënten bij wie het aantal CD34+-cellen ≥ 6 x 10 6 cellen/kg bedroeg in ≤ 2 aferesedagen in de groep die met Mozobil en G-CSF was behandeld (n=106; 71,6%), dan in de groep die met een placebo en G-CSF was behandeld (n=53; 34,4%), p < 0,001. Er waren statistisch significant meer patiënten bij wie het aantal CD34+-cellen ≥ 6 x 10 6 cellen/kg bedroeg in ≤ 4 aferesedagen in de groep die met Mozobil en G-CSF ...[+++]

D’un point de vue statistique, un nombre significativement plus élevé de patients a obtenu ≥ 6 x 10 6 cellules/kg en ≤ 2 jours de cytaphérèse dans le groupe Mozobil et G-CSF (n = 106 ; 71,6 %) que dans le groupe placebo et G-CSF (n = 53 ; 34,4 %), p < 0,001 ; d’un point de vue statistique, un nombre significativement plus élevé de patients a obtenu ≥ 6 x 10 6 cellules/kg en ≤ 4 jours de cytaphérèse dans le groupe Mozobil et G-CSF (n = 112 ; 75,7 %) que dans le groupe placebo et G-CSF (n = 79 ; 51,3 %), p < 0,001 ; d’un point d ...[+++]


Intermitterend isoleren van MRSA tijdens de behandeling kwam voor bij 7% van de met Cayston behandelde patiënten ten opzichte van 1% van de patiënten die met verneveloplossing met tobramycine werden behandeld, en aanhoudend isoleren van MRSA tijdens de behandeling kwam voor bij 3% van de met Cayston behandelde patiënten ten opzichte van geen enkele patiënt die met verneveloplossing met tobramycine werd behandeld.

L’isolement intermittent de SARM apparu sous traitement est survenu chez 7 % des patients traités par Cayston comparé à 1 % des patients traités par une solution de tobramycine pour nébulisation et l’isolement persistant de SARM apparu sous traitement est survenu chez 3 % des patients traités par Cayston comparé à aucun patient traité par une solution de tobramycine pour nébulisation.


w