Traduction de «osteopaat tabel » (Néerlandais → Français) :

Ongeveer 15% heeft meer betaald en ongeveer 8% heeft minder dan 25 euro betaald. Een minderheid van patiënten (7.7%) zegt niet meer te weten hoeveel te hebben betaald voor hun consultatie bij de osteopaat (tabel 22).
La plupart des patients qui consultent uniquement un ostéopathe (environ 70%) ont payé de 25 euros à 50 euros pour leur plus récente consultation.

Tabel 1 : Consultatie bij een osteopaat en een chiropractor Bij een osteopaat Bij een chiropractor
Tableau 1 : La consultation chez un ostéopathe et un chiropracteur Chez un ostéopathe

De osteopaten en de homeopaten worden twee keer meer geconsulteerd dan de andere niet-conventionele therapeuten (tabel 3) : 6,7% van de respondenten bezocht een osteopaat in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête, 5,6% consulteerde een homeopaat, 2,7% een acupuncturist en 2,2% een chiropractor.
Les ostéopathes et les homéopathes sont deux fois plus consultés que les autres thérapeutes alternatifs (tableau 7) : 6,7% des répondants ont visité un ostéopathe au cours des douze mois précédant l’enquête, 5,6% ont consulté un homéopathe , 2,7% un acupuncteur et 2,2% un chiropracteur.

Het merendeel van de patiënten van een osteopaat (77,4%) ging meer dan een keer in het lopende jaar op consultatie (tabel 17).
La majeure partie de la patientèle d’un ostéopathe (77,1%) a consulté plus d’une fois durant l’année écoulée (tableau 17).

Ongeveer de helft van de personen (47,3%) die een osteopaat raadpleegde, consulteerde geen andere niet-conventionele therapeut (tabel 18).
Environ la moitié des personnes (47,3%) qui consultent un ostéopathe ne consultent pas d’autre thérapeute alternatif (tableau 18).

Ongeveer een osteopaat op tien (11,3%) oefent zijn beroep in meer dan een provincie uit (tabel 6).
Un ostéopathe sur dix environ (11,3%) pratique dans plus d’une province (tableau 6).

Al deze patiënten verklaarden dat zij wisten welke opleiding hun osteopaat gevolgd had : kinesitherapeut (30,8%), gespecialiseerd arts (27%) of huisarts (17,7%) (tabel 19).
Parmi ceux-ci, tous disent savoir quelle est la formation de leur ostéopathe : kinésithérapeute (30,8%), médecin spécialiste (27%) ou médecin généraliste (17,7%) (tableau 19).