Vertaling van "neuropathie werd gemeld " (Nederlands → Frans) :

Perifere neuropathie Sensorische of sensorimotorische perifere neuropathie werd gemeld bij patiënten op fluorochinolonen, waaronder ofloxacine, die zeer snel kan beginnen.
Neuropathie périphérique Des cas de neuropathie périphérique sensitive ou sensitivomotrice, d’apparition potentiellement rapide, ont été signalés chez certains patients traités par fluoroquinolones, dont l’ofloxacine.

Centrale en perifere neuropathie werd gemeld bij patiënten die met Teysuno in combinatie met cisplatine werden behandeld.
Une neuropathie centrale et périphérique a été rapportée chez des patients traités avec Teysuno en combinaison avec le cisplatine.

Perifere neuropathie Sensorische of sensorimotorische perifere neuropathie die zich snel uiten, werd gemeld bij patiënten die fluorochinolonen, met inbegrip van ofloxacine, kregen.
Neuropathie périphérique Une neuropathie sensorielle ou sensorimotrice d’apparition rapide a été mentionnée chez des patients ayant reçu des fluoroquinolones, y compris de l’ofloxacine.

Perifere neuropathie werd als bijwerking gemeld bij 12,3% van de patiënten en veneuze embolische of trombotische bijwerkingen (VTE) werden gemeld bij 3,3% van de patiënten.
Des effets indésirables de neuropathie périphérique ont été rapportés chez 12,3 % des patients et des événements thrombo-emboliques veineux (ETV) chez 3,3 % des patients.

Bij patiënten die werden behandeld met Pom + LD-Dex werd geen perifere neuropathie als ernstig gemeld in klinische onderzoeken, en perifere neuropathie leidde bij 0,3% van de patiënten tot het staken van de behandeling (zie rubriek 4.4).
Chez les patients traités par l’association Pom + Dex-DF, aucun événement de neuropathie périphérique n’a été rapporté comme grave dans les études cliniques et la neuropathie périphérique a entraîné l’arrêt du traitement chez 0,3 % des patients (voir rubrique 4.4).

Perifere neuropathie Bij patiënten die behandeld werden met fluorochinolonen, waaronder levofloxacine, werd perifere sensorische en sensomotorische neuropathie gemeld, die snel kan optreden (zie rubriek 4.8).
Des neuropathies périphériques sensitives et sensitivo-motrices ont été rapportées chez des patients recevant des fluoroquinolones, dont la lévofloxacine. Elles peuvent survenir rapidement (voir rubrique 4.8).

De volgende bijwerkingen zijn eveneens gemeld wanneer nevirapine in combinatie met andere antiretrovirale middelen werd gebruikt: pancreatitis, perifere neuropathie en trombocytopenie.
Les effets indésirables suivants ont également été rapportés lors de l’administration de névirapine en association à d’autres agents antirétroviraux : pancréatite, neuropathie sensitive périphérique et thrombocytopénie.

Bij de eerstelijnschemotherapie van gemetastaseerd mammacarcinoom werden neutropenie, anemie, perifere neuropathie, artralgie/myalgie, asthenie, koorts en diarree als meer frequent en ernstig gemeld wanneer paclitaxel (220 mg/m 2 ) werd toegediend als 3 uur durend infuus 24 uur na doxorubicine (50 mg/m 2 ) vergeleken met de standaard FAC-therapie (5-FU 500 mg/m 2 , doxorubicine 50 mg/m 2 , cyclofosfamide 500 mg/m 2 ).
Pour la chimiothérapie de première intention du cancer du sein métastatique, les cas de neutropénie, anémie, neuropathie périphérique, arthralgie/myalgie, asthénie, fièvre et diarrhée étaient plus fréquents et plus sévères lorsque le paclitaxel (220 mg/m²) était administré dans une perfusion de 3 heures, 24 heures après la doxorubicine (50 mg/m²) par comparaison au traitement FAC standard (5-FU 500 mg/m², doxorubicine 50 mg/m², cyclophosphamide 500 mg/m²).

Voor de eerstelijnschemotherapie van metastaserende borstkanker werden neutropenie, anemie, perifere neuropathie, artralgie/myalgie, asthenie, koorts en diarree frequenter gemeld en waren ernstiger wanneer paclitaxel (220 mg/m²) werd toegediend als een 3 uur durende infusie 24 uur na doxorubicine (50 mg/m²) in vergelijking met standaard FAC-therapie (5-FU 500 mg/m², doxorubicine 50 mg/m², cyclofosfamide 500 mg/m²).
Dans la chimiothérapie de première ligne du cancer du sein métastatique, les cas de neutropénie, anémie, neuropathie périphérique, arthralgies/myalgies, asthénie, fièvre et diarrhées ont été plus fréquents et plus sévères lorsque le paclitaxel (220 mg/m 2 ) perfusé sur 3 heures a été administré 24 heures après la doxorubicine (50 mg/m 2 ) par rapport au protocole FAC conventionnel (5-FU 500 mg/m², doxorubicine 50 mg/m², cyclophosphamide 500 mg/m²).