Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «ministerieel besluit van 21 februari 2006 en minimaal 500 patiëntencontacten » (Néerlandais → Français) :

Er zijn 2 manieren om het aantal artsen die werkelijk als huisarts werken, te ramen: nagaan of de artsen beantwoorden aan de erkenningsvoorwaarden bepaald bij het Ministerieel besluit van 21 februari 2006 en minimaal 500 patiëntencontacten (raadplegingen, huisbezoeken, adviezen) bereiken per jaar 1 . een raming maken van de voltijdse equivalenten (VTE) op basis van de geregistreerde patiëntencontacten.

Il y a 2 manières d’estimer le nombre de médecins qui exercent effectivement la médecine de famille : vérifier si les médecins répondent aux critères d’agrément fixés par l’arrêté ministériel du 21 février 2006 et atteignent notamment 500 contacts-patients (visites, consultations et avis) annuels minimum 1 établir une estimation des équivalents temps plein (ETP), sur base des contacts-patients répertoriés.


1 Koninklijk besluit van 17 juli 2009, Ministerieel besluit van 21 februari 2006 Art. 1-9, opgeheven door de Raad Van State op 4 december 2008.

1 Arrêté royal du 17 juillet 2009, arrêté ministériel du 21 février 2006, art. 1 à 9, annulé par le Conseil d’État le 4 décembre 2008.


Een Ministerieel besluit van 21 februari 2006 voorzag in een basisopleiding van 6 jaar en een specifieke huisartsenopleiding van 3 jaar.

Un arrêté ministériel du 21 février 2006 a prévu une formation de base de 6 ans et une formation spécifique en médecine générale de 3 ans.


1 Ministerieel besluit van 21 februari 2006, bijlage 1, vernietigd door de Raad van State.

1 Arrêté ministériel du 21 février 2006, annexe 1, annulé par le Conseil d’État.


De specifieke term ‘huisarts' verwijst trouwens binnen dit Riziv-kader op dit ogenblik enkel naar ‘huisarts in beroepsopleiding' (HAIO - 005-006), terwijl de ‘erkende huisartsen' (003-004) volgens het ministerieel besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen, expliciet benoemd worden als ‘algemeen geneeskundige'.

En l'occurrence, le terme spécifique de « huisarts » ne renvoie d'ailleurs actuellement - dans ce cadre INAMI - qu'au « huisarts in beroepsopleiding » (HIBO - 005-006) (médecin de médecine générale en formation professionnelle) tandis que les « erkende huisartsen » (médecins généralistes agréés), visés dans l'arrêté ministériel du 21 février 2006 fixant les critères d'agrément des médecins généralistes, sont expressément désignés sous (003-004) par « algemeen geneeskundige ...[+++]


Aansluitend bepaalt het ministerieel besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisarts de kwalificatiecriteria voor de erkenning en de criteria voor het behoud van de bijzondere beroepstitel van ‘huisarts'.

Ensuite, l'arrêté ministériel du 21 février 2006 fixant les critères d'agrément des médecins généralistes définit les critères de qualification pour l'agrément et les critères de maintien du titre professionnel particulier de médecin généraliste.


De deelname aan de wachtdienst vormt een erkenningscriterium voor de huisartsen (Ministerieel Besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen).

La participation au service de garde constitue un critère d’agrément des médecins généralistes (arrêté ministériel du 21 février 2006 fixant les critères d'agrément des médecins généralistes).


Sommige artsen brengen aan dat ze partieel – wegens ziekte en/of gezondheidsredenen – specifiek niet langer kunnen deelnemen aan de wachtdiensten, doch daarentegen wel nog normaal hun dagelijkse praktijk uitvoeren; controversieel standpunt omdat er enerzijds een selectieve onmogelijkheid wordt aangevoerd om de geneeskunde te beoefenen enkel tijdens weekends en feestdagen en anderzijds omdat de deelname aan de bevolkingswachtdienst een integraal onderdeel uitmaakt van de voorwaarden tot de erkenning en het behoud ervan, als huisarts (Ministerieel besluit ...[+++]an 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen, art. 10 – 4°).

Certains médecins disent que, pour cause de maladie ou pour raisons de santé , ils ont une incapacité partielle et ne peuvent plus participer spécifiquement aux services de garde, mais qu’ils peuvent néanmoins encore exercer normalement au jour le jour. Une position discutable parce que, d’une part, on invoque une impossibilité sélective d’exercer la médecine, uniquement pour les weekends et les jours fériés, et, d’autre part, parce que la participation au service de garde de population fait partie intégrante des conditions d’agrément comme médecin généraliste, et du maintien de cet agrément (arrêté ministériel du 21 février ...[+++]fixant les critères d'agrément des médecins généralistes, art. 10, 4°).


(1) Ministerieel besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen

(1) Arrêté ministériel du 21 février 2006 fixant les critères d’agrément des médecins généralistes.


Het ministerieel besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen stelt duidelijk de voorwaarden voor het behoud van die erkenning (art. 10, 1°- 4°- 5°) en dus voor de deelname aan de wachtdienst.

L’arrêté ministériel du 21 février 2006 fixant les critères d'agrément des médecins généralistes définit clairement les conditions pour conserver cet agrément (article 10, 1°, 4° et 5°), parmi lesquelles figure la participation au service de garde.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ministerieel besluit van 21 februari 2006 en minimaal 500 patiëntencontacten' ->

Date index: 2025-06-16
w