Traduction de «mg bedroeg de terugwinning » (Néerlandais → Français) :

Na toediening van 400 mg bedroeg de terugwinning uit de urine (ca. 19% onveranderd, ca. 2,5% in de vorm van M1 en ca. 14% in de vorm van M2) en in de feces (ca. 25% onveranderd, ca. 36% in de vorm van M1, en geen terugwinning voor M2) tezamen ca. 96%.
Après administration d’une dose de 400 mg, la fraction de la dose administrée retrouvée sous forme de métabolites excrétés dans l'urine (environ 19 % sous forme inchangée, environ 2,5 % pour M1 et environ 14 % pour M2) et dans les fèces (environ 25 % sous forme inchangée, environ 36% pour M1 et aucune trace pour M2) est approximativement de 96%.

Terugwinning van de dosis (onveranderde stof en metabolieten) bedroeg in totaal ongeveer 98% na intraveneuze toediening van het middel.
La dose retrouvée (sous forme inchangée et métabolites) est approximativement de 98 % après administration intraveineuse.

Na een dosis radioactief gelabeld trabectedine toegediend aan kankerpatiënten is de gemiddelde (SD) terugwinning van de totale radioactiviteit in feces 58% (17%), en de gemiddelde (SD) terugwinning in urine 5,8% (1,73%).
Après l’administration d’une dose de trabectédine radiomarquée chez des patients cancéreux, la récupération fécale moyenne (ET) de la radioactivité totale est de 58 % (17 %) et la récupération urinaire moyenne (ET) de 5,8 % (1,73 %).

De geometrische gemiddelde C max waarde bedroeg 63 µg/ml na de eerste infusie (300 mg); na de achtste wekelijkse infusie (zevende infusie bedroeg 2.000 mg), de geometrische gemiddelde C max waarde bedroeg 1.482 µg/ml en de geometrische gemiddelde AUC (0-∞) bedroeg 674.463 µg.h/ml; na de twaalfde infusie (vierde maandelijkse infusie; 2.000 mg) bedroeg de geometrische gemiddelde C max waarde 881 µg/ml en geometrische gemiddelde AUC (0-∞) bedroeg 265.707 µg.h/ml.
La C max moyenne géométrique était de 63 µg/ml après la première perfusion (300 mg) ; après la huitième perfusion hebdomadaire (septième perfusion de 2 000 mg), la C max moyenne géométrique était de 1482 µg/ml et l’ASC (0-∞) moyenne géométrique était de 674,463 µg.h/ml ; après la douzième perfusion (quatrième perfusion mensuelle de 2 000 mg), la C max moyenne géométrique était de 881 µg/ml et l’ ASC (0-∞) moyenne géométrique était de 265,707 µg.h/ml.

De gemiddelde toename van de cardiale index ten opzichte van de uitgangswaarde bedroeg 0,5 l/min/m 2 , de gemiddelde daling van de gemiddelde longslagaderdruk bedroeg 8 mmHg en de gemiddelde daling van de pulmonale arteriële vaatweerstand bedroeg 389 dyn·sec·cm -5 .
Comparée aux données de base, l’augmentation moyenne de l’index cardiaque était de 0,5 l/min/m 2 , la diminution moyenne de la pression artérielle pulmonaire moyenne était de 8 mmHg, et la diminution moyenne des résistances vasculaires pulmonaires était de 389 dyn·sec·cm -5 .

De mediane oppervlakte onder de curve (AUC: Area Under Curve) bedroeg 1664 IE/dl*uur (bereik 142 tot 3846 IE/dl*uur), de mediane MRT (MRT: Mean Residence Time) bedroeg 13.7 uur (bereik 3.0 tot 44.6 uur) en de mediane klaring bedroeg 4.81 ml/kg/uur (bereik 2.08 tot 53.0 ml/kg/uur).
L’aire médiane sous la courbe (AUC) a été de 1664 UI/dl*h ([intervalle : 142 à 3846 UI/dl*h), le temps médian de présence (MRT) de 13,7 heures (intervalle de 3,0 à 44,6 heures) et la clairance moyenne de 4,81 ml/kg/h (intervalle de 2,08 à 53,0 ml/kg/h).

totale IgG bedroeg 36 ± 11 dagen met een mediaan van 34 dagen. Het volume van verdeling voor de totale IgG bedroeg 3,7 ± 1,4 L en de totale lichaamsklaring bedroeg 0,07 ± 0,02 L/dag.
Sur la période de traitement, la C max dans le cadre d’un état stable était de 11,1 ± 1,9 g/l; le taux minimum moyen était de 6,2 ± 1,8 g/l.

Aliskiren wordt voornamelijk ongewijzigd in de feces uitgescheiden (terugwinning van orale radioactieve dosis = 91%).
L’aliskiren est éliminé principalement dans les selles sous forme inchangée (récupération d’une dose orale radiomarquée = 91 %).

Na intraveneuze infusie van 400 mg was de terugwinning van onveranderde stof uit urine ongeveer 22% en uit feces ongeveer 26%.
Suite à une perfusion intraveineuse de 400 mg, la fraction de la dose administrée retrouvée sous forme inchangée est approximativement de 22 % dans l’urine et de 26 % dans les fécès.

De gemiddelde waarden voor cumulatieve terugwinning uit urine van onveranderd geneesmiddel variëren van 1,3 tot 12,6% van de dosis, hetgeen wijst op extensieve niet-renale klaring.
Les valeurs moyennes de récupération urinaire cumulée du médicament inchangé étaient comprises entre 1,3 et 12,6% de la dose, ce qui suggère une clairance importante non rénale.