De behandeling moet worden bewaakt door het meten van neutraliserende antistoffen en de T-celrespons tegen AAV1 en LPL S447X en de T-celrespons bij de uitgangssituatie en 6 en 12 maanden na de behandeling.
Le traitement doit être contrôlé en mesurant les anticorps neutralisants et la réponse des lymphocytes T contre le AAV1 et la LPL S447X et la réponse des lymphocytes T à l’examen initial ainsi que 6 et 12 mois après le traitement.