Vertaling van "meest frequente bijwerkingen waren hoofdpijn " (Nederlands → Frans) :

De meest frequente bijwerkingen waren hoofdpijn (11,5%), oedeem/vochtretentie (13,2%), afwijkende leverfunctietest (10,9%) en anemie/afname van hemoglobine (9,9%).
Les effets indésirables les plus fréquents sont des céphalées (11,5% ), des oedèmes/rétentions hydrosodées (13,2 % ), des anomalies des tests de la fonction hépatique (10,9 % ) et une anémie/diminution de l’hémoglobinémie (9,9 % )

Ongeveer 22% van de patiënten ondervond bijwerkingen; de meest gemelde bijwerkingen waren hoofdpijn (2,1%), diarree (4,2%), misselijkheid (3,3%) en candidiasis (voornamelijk orale (0,8%) en vaginale (1,1%) candidiasis, zie onderstaande tabel).
Environ 22% des patients ont présenté des réactions indésirables ; les plus souvent rapportées étaient des céphalées (2,1%), une diarrhée (4,2%), des nausées (3,3%) et une candidose (en particulier orale (0,8%) et vaginale (1,1%), voir tableau ci-dessous).

Ongeveer 22% van de patiënten ondervond bijwerkingen; de meest gemelde bijwerkingen waren hoofdpijn (2,1%), diarree (4,2%), misselijkheid (3,3%) en candidiasis (voornamelijk orale (0,8%) en vaginale (1,1%) candidiasis).
Environ 22% des patients ont présenté des réactions indésirables ; les plus souvent rapportées étaient des céphalées (2,1%), une diarrhée (4,2%), des nausées (3,3%) et une candidose (en particulier orale (0,8%) et vaginale (1,1%)).

Maar de meeste frequente bijwerkingen waren mild tot matig, ze beginnen gewoonlijk vroeg in de behandeling en de meeste verdwenen zelfs als de behandeling werd voortgezet.
Toutefois, la majorité des effets indésirables fréquents dus au médicament étaient légers à modérés et sont généralement apparus en début de traitement.

De meest voorkomende bijwerkingen waren pyrexie, huiduitslag, pruritus, urticaria, koude rillingen/rigors, misselijkheid, hoofdpijn, buikpijn, braken en dyspneu.
La majorité (42/59 soit 71 %) des patients ont présenté au moins un événement indésirable lié au médicament. Les réactions indésirables les plus fréquentes étaient : pyrexie, éruption, prurit, urticaire, frissons, nausées, céphalées, douleurs abdominales, vomissements et dyspnée.

De vaakst gerapporteerde aan het geneesmiddel gerelateerde bijwerkingen waren hoofdpijn, bij ongeveer 14% van de patiënten, palpitaties, bij ongeveer 9% van de patiënten, vochtretentie en misselijkheid, beide bij ongeveer 6% van de patiënten, en diarree bij 5% van de patiënten.
Les réactions indésirables les plus fréquentes considérées comme étant liées au traitement ont été les maux de tête, rencontrés chez environ 14 % des patients, les palpitations, chez environ 9 %, la rétention aqueuse et les nausées, chez environ 6 %, et les diarrhées chez 5 %.

De meest voorkomende bijwerkingen waren diarree, uitslag, kaalheid en hand-voetsyndroom (komt overeen met ‘palmar plantar erythrodysaesthesia syndrome’ in MedDRA).
Les effets indésirables les plus fréquents étaient diarrhée, rash, alopécie et syndrome main-pied (correspondant au syndrome d’érythrodysesthésie palmo-plantaire selon la terminologie MedDRA).

De meest voorkomende bijwerkingen waren perifeer oedeem en duizeligheid, zie tevens rubriek 4.8.
Les effets indésirables les plus fréquents ont été les œdèmes périphériques et les sensations vertigineuses, voir également rubrique 4.8.

De volgende bijwerkingen kwamen het meest frequent voor, of waren het meest significant of ernstig: nasofaryngitis, influenza, overgevoeligheid, hoofdpijn, syncope, orthostatische hypotensie, oedeem, pitting-oedeem, oedeem in het gezicht, perifeer oedeem, vermoeidheid, blozen, asthenie en opvliegers.
Les effets indésirables suivants sont survenus le plus fréquemment ou sont les plus importants ou les plus sévères : rhinopharyngite, grippe, hypersensibilité, céphalées, syncope, hypotension orthostatique, œdèmes, œdèmes avec signe positif du godet, œdème facial, œdèmes périphériques, fatigue, bouffées vasomotrices, asthénie et bouffées de chaleur.

Op basis van een follow-upduur van minimaal 12 maanden waren de bijwerkingen die het meest frequent werden gemeld door nieuw gediagnosticeerde CML patiënten in de chronische fase die met SPRYCEL werden behandeld: vochtretentie (waaronder pleurale effusie) (19%), diarree (17%), hoofdpijn (12%), huiduitslag (11%), musculoskeletale pijn (11%), misselijkheid (8%), vermoeidheid (8%), myalgie (6%), braken (5%) en spierontsteking (4%).
Sur la base d'un suivi minimum de 12 mois, les effets indésirables les plus fréquemment rapportés chez les patients atteints de LMC en phase chronique nouvellement diagnostiquée, traités par SPRYCEL ont été: rétention hydrique (dont épanchement pleural) (19%), diarrhée (17%), céphalée (12%), rash cutané (11%), douleur musculo-squelettique (11%), nausées (8%), fatigue (8%), myalgie (6%), vomissements (5%) et inflammation musculaire (4%).