Vertaling van "matig risico werden gerandomiseerd naar anastrozol plus risedronaat " (Nederlands → Frans) :

De patiënten in de laagrisicogroep kregen anastrozol alleen (n = 42), de patiënten in de groep met een matig risico werden gerandomiseerd naar anastrozol plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (n = 77) of anastrozol plus een placebo (n = 77) en de patiënten in de hoogrisicogroep kregen anastrozol plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (n = 38).
Les patientes du groupe à faible risque ont reçu uniquement de l'anastrozole (n = 42), celles du groupe à risque modéré ont été randomisées à de l'anastrozole plus 35 mg de risédronate une fois par semaine (n = 77) ou à de l'anastrozole plus un placebo (n = 77), et celles du groupe à haut risque ont reçu de l'anastrozole plus 35 mg de risédronate une fois par semaine (n = 38).

Patiënten in de laagrisicogroep kregen alleen anastrozol (N=42), patiënten in de matig-risicogroep werden gerandomiseerd naar anastrozol met eenmaal per week 35 mg risedronaat (N=77) of anastrozol met placebo (N=77) en patiënten in de hoogrisicogroep kregen anastrozol met eenmaal 35 mg risedronaat per week (N=38).
Les patientes du groupe à faible risque ont reçu anastrozole seul (n = 42), celles du groupe à risque modéré ont été randomisées pour recevoir anastrozole plus risédronate 35 mg une fois par semaine (n = 77) ou anastrozole plus un placebo (n = 77) et celles du groupe à risque élevé ont reçu anastrozole plus risédronate 35 mg une fois par semaine (n = 38).

De patiënten in de laag-risico groep kregen anastrozole alleen (N=42), de patiënten in de matig-risico groep werden gerandomiseerd voor anastrozole plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (N=77) of anastrozole plus placebo (N=77) en de patiënten in de hoog-risico groep kregen anastrozole plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (N=38).
Les patientes du groupe à faible risque ont reçu de l’anastrozole seul (N=42), celles du groupe à risque modéré ont été randomisées pour recevoir de l’anastrozole plus du risédronate 35 mg une fois par semaine (N=77) ou de l’anastrozole plus un placebo (N=77) et celles du groupe à risque élevé ont reçu de l’anastrozole plus du risédronate 35 mg une fois par semaine (N=38).

Patiënten in de laag-risicogroep kregen alleen Arimidex (N=42), patiënten in de matig-risicogroep werden gerandomiseerd naar Arimidex met eenmaal per week 35 mg risedronaat (N=77) of Arimidex met placebo (N=77) en patiënten in de hoogrisicogroep kregen Arimidex met eenmaal 35 mg risedronaat per week (N=38).
Les patientes du groupe à faible risque ont reçu Arimidex seul (n = 42), celles du groupe à risque modéré ont été randomisées pour recevoir Arimidex plus 35 mg de risédronate une fois par semaine (n = 77) ou Arimidex plus un placebo (n = 77) et celles du groupe à risque élevé ont reçu Arimidex plus 35 mg de risédronate une fois par semaine (n = 38).

Tijdens de open periode, waarin alle patiënten risedronaat kregen (maand 12 tot maand 36), werden klinische fracturen gerapporteerd bij 65,3% van de patiënten die aanvankelijk waren gerandomiseerd naar de placebogroep, en bij 52,9% van de patiënten die aanvankelijk waren gerandomiseerd naar de risedronaatgroep. De resultaten ondersteunen het gebruik van natriumrisedronaat bij pediatrische patiënten met lichte tot matige osteogenesis imperfecta niet.
Au cours de la période en ouvert, lorsque tous les patients ont reçu du risédronate (du mois 12 au mois 36), les fractures cliniques ont été rapportées par 65,3% des patients randomisés au départ dans le groupe placebo et par 52,9% des patients initialement randomisés dans le groupe risédronate Globalement, les résultats ne plaident pas en faveur de l’utilisation de risédronate sodique chez les patients pédiatriques atteints d’ostéogenèse imparfaite.

Botmineraaldichtheid (BMD) In de fase-III/IV-studie (Study of Anastrozole with the Bisphosphonate Risedronate [SABRE]), werden 234 postmenopauzale vrouwen, met hormoonreceptorpositieve borstkanker in een vroeg stadium die werden behandeld met 1 mg/dag anastrozol, ingedeeld naar laag-, matig- en hoogrisicogroepen op geleide van hun bestaande risico op fracturen door fragiele botten.
Densité minérale osseuse (DMO) Dans l’étude de phase III/IV SABRE (Study of Anastrozole with the Bisphosphonate Risedronate) , 234 patientes ménopausées atteintes d’un cancer du sein précoce à récepteurs hormonaux positifs et éligibles au traitement par anastrozole 1 mg par jour ont été stratifiées dans des groupes à risque faible, modéré et élevé en fonction de leur risque existant de fragilité fracturaire.

De belangrijkste analyse na 12 maanden toonde aan dat de patiënten die reeds een matig tot hoog risico op fragiliteitsfracturen hadden, geen afname van hun botdichtheid vertoonden (bepaald op basis van de botdichtheid ter hoogte van de lumbale wervelzuil met DEXA scan) indien ze behandeld werden met anastrozole 1 mg/dag in combinatie met risedronaat 35 mg eenmaal per week.
L’analyse principale à 12 mois a révélé que les patientes ayant déjà un risque modéré à élevé de fractures de fragilité n’ont présenté aucune diminution de leur densité minérale osseuse (évaluée par la mesure de la densité minérale osseuse de la colonne lombaire en utilisant le DEXA scan), lorsqu’elles étaient traitées par de l’anastrozole 1 mg/jour en association avec du risédronate 35 mg une fois par semaine.