Traduction de «werden met anastrozole » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

personen die in contact komen met gezondheidszorg voor specifieke verrichtingen die niet werden uitgevoerd
Sujets ayant recours aux services de santé pour des actes médicaux spécifiques, non effectués

product dat enkel anastrozol in orale vorm bevat
produit contenant seulement de l'anastrozole sous forme orale

product dat anastrozol in orale vorm bevat
produit contenant de l'anastrozole sous forme orale

product dat anastrozol bevat
produit contenant de l'anastrozole

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

De belangrijkste analyse na 12 maanden toonde aan dat de patiënten die reeds een matig tot hoog risico op fragiliteitsfracturen hadden, geen afname van hun botdichtheid vertoonden (bepaald op basis van de botdichtheid ter hoogte van de lumbale wervelzuil met DEXA scan) indien ze behandeld werden met anastrozole 1 mg/dag in combinatie met risedronaat 35 mg eenmaal per week.
L’analyse principale à 12 mois a révélé que les patientes ayant déjà un risque modéré à élevé de fractures de fragilité n’ont présenté aucune diminution de leur densité minérale osseuse (évaluée par la mesure de la densité minérale osseuse de la colonne lombaire en utilisant le DEXA scan), lorsqu’elles étaient traitées par de l’anastrozole 1 mg/jour en association avec du risédronate 35 mg une fois par semaine.

Klein van gestalte vanwege groeihormoondeficiëntie Een gerandomiseerde, dubbelblinde, multicentrische studie evalueerde 52 puberale jongens (van 11 tot en met 16 jaar) met GHD die gedurende 12 tot 36 maanden behandeld werden met anastrozole 1 mg/dag of placebo in combinatie met groeihormoon.
Petite taille secondaire à un déficit en hormone de croissance Une étude multicentrique, randomisée, réalisée en double aveugle a évalué 52 garçons pubères (âgés de 11 à 16 ans inclus) présentant un DHC et traités pendant 12 à 36 mois par 1 mg/jour d’anastrozole ou par le placebo en association avec de l’hormone de croissance.

De plasmaconcentraties van anastrozol die in langetermijnstudies van de werkzaamheid werden waargenomen bij patiënten met nierinsufficiëntie, lagen binnen de spreiding van de plasmaconcentraties van anastrozol die werden gezien bij patiënten zonder nierinsufficiëntie. Bij patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie is voorzichtigheid geboden bij toediening van anastrozol (zie rubriek 4.2 en 4.4).
Chez les patients présentant une insuffisance rénale sévère, l'administration d'anastrozole doit se faire avec prudence (voir rubriques 4.2 et 4.4).

De patiënten in de laag-risico groep kregen anastrozole alleen (N=42), de patiënten in de matig-risico groep werden gerandomiseerd voor anastrozole plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (N=77) of anastrozole plus placebo (N=77) en de patiënten in de hoog-risico groep kregen anastrozole plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (N=38).
Les patientes du groupe à faible risque ont reçu de l’anastrozole seul (N=42), celles du groupe à risque modéré ont été randomisées pour recevoir de l’anastrozole plus du risédronate 35 mg une fois par semaine (N=77) ou de l’anastrozole plus un placebo (N=77) et celles du groupe à risque élevé ont reçu de l’anastrozole plus du risédronate 35 mg une fois par semaine (N=38).

Patiënten in de laagrisicogroep kregen alleen anastrozol (N=42), patiënten in de matig-risicogroep werden gerandomiseerd naar anastrozol met eenmaal per week 35 mg risedronaat (N=77) of anastrozol met placebo (N=77) en patiënten in de hoogrisicogroep kregen anastrozol met eenmaal 35 mg risedronaat per week (N=38).
Les patientes du groupe à faible risque ont reçu anastrozole seul (n = 42), celles du groupe à risque modéré ont été randomisées pour recevoir anastrozole plus risédronate 35 mg une fois par semaine (n = 77) ou anastrozole plus un placebo (n = 77) et celles du groupe à risque élevé ont reçu anastrozole plus risédronate 35 mg une fois par semaine (n = 38).

De patiënten in de laagrisicogroep kregen anastrozol alleen (n = 42), de patiënten in de groep met een matig risico werden gerandomiseerd naar anastrozol plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (n = 77) of anastrozol plus een placebo (n = 77) en de patiënten in de hoogrisicogroep kregen anastrozol plus risedronaat 35 mg eenmaal per week (n = 38).
Les patientes du groupe à faible risque ont reçu uniquement de l'anastrozole (n = 42), celles du groupe à risque modéré ont été randomisées à de l'anastrozole plus 35 mg de risédronate une fois par semaine (n = 77) ou à de l'anastrozole plus un placebo (n = 77), et celles du groupe à haut risque ont reçu de l'anastrozole plus 35 mg de risédronate une fois par semaine (n = 38).

De plasmaconcentraties van anastrozole die waargenomen werden tijdens de langetermijnwerkzaamheid studies bij patiënten met een leverfunctiestoornis, lagen binnen het bereik van de plasmaconcentraties van anastrozole die waargenomen werden bij patiënten zonder leverfunctiestoornis.
Les concentrations plasmatiques d’anastrozole observées durant les études d’efficacité à long terme réalisées chez des patientes avec une insuffisance hépatique se situaient dans l’intervalle des concentrations plasmatiques d’anastrozole observées chez des patientes sans insuffisance hépatique.

De onderzoekers vestigen evenwel de aandacht op het feit dat een verlenging van de overleving dankzij anastrozol enkel in de subgroep van vrouwen met hormoonreceptor-positieve borstkanker werd gezien, en dat de studieresultaten enkel van toepassing zijn op patiënten met recent gediagnosticeerde, niet-gemetastaseerde borstkanker die werden behandeld met chirurgie, radiotherapie en/of chemotherapie, maar die nog niet waren behandeld met tamoxifen.
Les investigateurs attirent toutefois l’attention sur le fait que l’effet de l’anastrozole sur la survie n’a été observé que dans le groupe de femmes atteintes d’un cancer du sein avec des récepteurs hormonaux, et que ces données ne s’appliquent qu’aux patientes chez lesquelles un cancer du sein non métastasé a été récemment diagnostiqué et traité par chirurgie, radiothérapie et/ou chimiothérapie, mais qui n’ont pas encore été traitées par le tamoxifène.

De respectievelijke blootstelling in de fase III-studies was: BOLERO-2 (CRAD001Y2301): everolimus in combinatie met exemestaan bij de behandeling van postmenopauzale vrouwen met oestrogeenreceptor-positieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker die eerder behandeld werden met letrozol of anastrozol.
L’exposition respective dans les études de phase III était : BOLERO-2 (CRAD001Y2301) : Association d’évérolimus avec l'exémestane dans le traitement des femmes ménopausées atteintes d'un cancer du sein localement avancé ou métastatique, avec récepteurs aux œstrogènes positifs, précédemment traitées avec le létrozole ou l'anastrozole.