Traduction de «maanden een negatieve hcv-rna hebben » (Néerlandais → Français) :

De behandeling moet voortgezet worden gedurende een volgende periode van 6 maanden (d.w.z. een totaal van 12 maanden) bij patiënten die na 6 maanden een negatieve HCV-RNA hebben vertoond, en met een viraal genotype 1 (bepaald met een monster vóór de start van de behandeling) en met een hoge virale belasting vóór de start van de behandeling.
Le traitement doit être poursuivi pour une autre période de 6 mois (soit un total de 12 mois) chez les patients qui présentent un ARN-VHC négatif à 6 mois, mais avec un génotype viral de type 1 (déterminé sur un échantillon avant traitement) et une charge virale élevée avant traitement.

Genotype 1: De behandeling moet voortgezet worden gedurende een volgende periode van zes maanden (d.w.z. in totaal één jaar) bij patiënten die na zes maanden behandeling een negatieve HCV-RNA hebben vertoond.
Génotype 1 : Le traitement doit être poursuivi pour une autre période de six mois (soit un total de un an) chez les patients qui présentent un ARN-VHC négatif après six mois de traitement.

HBV DNA, HIV RNA en HCV RNA hebben grote stabiliteit bij 25°C en 5°C, bij
possèdent une grande stabilité à 25°C et 5°C, à des concentrations de 10 3 et 10 4 IU/ml.

Patiënten die geïnfecteerd zijn met HCV genotype 1 die in week 4 aantoonbaar HCV RNA hebben, ongeacht de “viral load” voor behandeling, dienen 48 weken te worden behandeld.
Les patients infectés par le VHC de génotype 1 qui ont un taux d’ARN du VHC détectable à la semaine 4, quelle que soit la charge virale initiale, doivent être traités pendant 48 semaines.

Patiënten die geïnfecteerd zijn met HCV genotype 2 of 3 en die in week 4 aantoonbaar HCV RNA hebben dienen, ongeacht de “viral load” voorafgaand aan de behandeling, gedurende 24 weken behandeld te worden.
Les patients infectés par le VHC de génotype 2 ou 3 qui ont un taux d’ARN du VHC détectable à la semaine 4, quelle que soit la charge virale initiale, doivent être traités pendant 24 semaines.

De behandeling moet voortgezet worden bij patiënten die een negatieve HCV-RNA vertonen.
Le traitement doit être poursuivi chez les patients qui présentent un ARN-VHC négatif.

Patiënten geïnfecteerd met HCV genotype 1 die in week 4 aantoonbaar HCV RNA hebben, ongeacht de “viral load” voor de behandeling, dienen 48 weken behandeld te worden.
Les patients infectés par le VHC de génotype 1 qui ont un taux d’ARN du VHC détectable à la semaine 4, quelle que soit la charge virale initiale, doivent être traités pendant 48 semaines.

Patiënten die geïnfecteerd zijn met HCV genotype 2 of 3 en die in week 4 aantoonbaar HCV RNA hebben, dienen ongeacht de “viral load” voorafgaand aan de behandeling gedurende 24 weken behandeld te worden.
Les patients infectés par le VHC de génotype 2 ou 3 qui ont un taux d’ARN du VHC détectable à la semaine 4, quelle que soit la charge virale initiale, doivent être traités pendant 24 semaines.

10 % verlies van HCV RNA na 6 maanden op -
Perte de 10 % de l’ARN du HCV après 6 mois à -80°C.

1: of PCR HCV RNA Tussen 4 weken en 6 maanden kunnen eventueel bijkomende controles worden uitgevoerd indien er klinische tekens optreden (X): In sommige gevallen kan het noodzakelijk zijn om de serologische status van het slachtoffer te bepalen.
Entre 4 semaines et 6 mois, si les signes cliniques apparaissent, des contrôles supplémentaires pourront être réalisés (X) Dans certains cas, il pourrait être nécessaire de déterminer le statut sérologique du travailleur accidenté.