Een plotselinge stopzetting van de behandeling met moxonidine is echter niet aan te raden; in plaats hiervan moet de dosering geleidelijk, over een periode van 2 weken, worden verlaagd. Patiënten met zeldzame erfelijke problemen zoals galactose intolerantie, Lapp lactase deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Néanmoins, un arrêt brutal du traitement par moxonidine est déconseillé ; il faut plutôt réduire progressivement la dose, sur une période de 2 semaines.