Traduction de «hogere affiniteit » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

affiniteit | aantrekkingskracht
affinité | affinité

hapteen-type hoge affiniteit hemolytische anemie
anémie hémolytique de type haptène de haute affinité

hapteen-type lage affiniteit hemolytische anemie
anémie hémolytique de type haptène de faible affinité

Omschrijving: Dementie bij de ziekte van Alzheimer die optreedt voor het 65e jaar, met een betrekkelijk snelle achteruitgang en met opvallende en talrijke stoornissen van de hogere corticale functies. | Neventerm: | preseniele dementie, Alzheimer-type | primair degeneratieve dementie van het Alzheimer-type met aanvang in presenium | ziekte van Alzheimer, type 2
Définition: Démence de la maladie d'Alzheimer survenant avant l'âge de 65 ans, évoluant assez rapidement vers une détérioration et comportant de multiples perturbations marquées des fonctions corticales supérieures. | Démence dégénérative primaire de type Alzheimer, à début présénile Démence présénile, de type Alzheimer Maladie d'Alzheimer, type 2

Omschrijving: normale ademhaling, niet bereikt binnen 1 minuut, maar met hartfrequentie 100 of hoger, enige spiertonus aanwezig, enige respons op stimulatie | Neventerm: | asfyxie met 1-minuut-Apgar-score 4-7 | blauwe asfyxie
Asphyxie avec indice d'Apgar à une minute entre 4 et 7

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Bij hogere affiniteit van de mededingende substantie, kan dit een hogere plasmaconcentratie van budesonide tot gevolg hebben.
En cas d’affinité supérieure de la substance compétitrice, ceci pourrait résulter en une concentration plasmatique plus élevée de budésonide.

Olanzapine had in vitro een hogere affiniteit voor 5HT 2 -serotoninereceptoren dan voor D 2 -dopaminereceporen en had in invivo modellen een hogere 5HT 2 - dan D 2 -activiteit.
In vitro, l’olanzapine présentait une affinité plus élevée pour les récepteurs sérotoninergiques 5HT 2 que pour les récepteurs dopaminergiques D 2, et une plus grande activité in vivo, sur les modèles 5HT 2 par rapport à ceux du D.

Olanzapine had in vitro een hogere affiniteit voor 5HT 2 -serotoninereceptoren dan voor D 2 -dopaminereceporen en had in in-vivomodellen een hogere 5HT 2 - dan D 2 - activiteit.
In vitro, l’olanzapine présentait une affinité plus élevée pour les récepteurs sérotoninergiques 5HT 2 que pour les récepteurs dopaminergiques D 2. Dans les modèles in vivo, son activité 5HT2 était plus élevée que son activité D.

Valsartan vertoont geen enkele partiële agonistische werking aan de AT 1 -receptor en heeft een veel hogere affiniteit voor de AT 1 -receptor (ongeveer 20.000 maal) dan voor de AT 2 -receptor.
Le valsartan n’exerce aucune activité agoniste partielle sur les récepteurs AT 1 et son affinité pour les récepteurs AT 1 est largement supérieure (environ 20 000 fois supérieure) à celle pour les récepteurs AT.

Valsartan heeft geen partiële agonistische activiteit op de AT 1-receptor en heeft een veel (ongeveer 20.000-maal) hogere affiniteit voor de AT 1-receptor dan voor de AT 2-receptor.
Le valsartan ne démontre aucune activité agoniste partielle au niveau du récepteur AT 1

Valsartan heeft geen partiële agonistische werking op de AT 1 -receptor en heeft een veel (ongeveer 20000 keer) hogere affiniteit voor de AT 1 -receptor dan voor de AT 2 -receptor.
Il agit de manière sélective sur le sous-type des récepteurs AT 1 responsable des effets connus de l’angiotensine II. Les taux plasmatiques augmentés d'Ang II après blocage du récepteur AT 1 par le valsartan peuvent stimuler le récepteur AT 2 non bloqué, ce qui semble contrebalancer l'effet du récepteur AT.

Zowel losartan als zijn belangrijkste actieve metaboliet hebben een veel hogere affiniteit voor de AT 1 -receptor dan voor de AT 2 -receptor.
Tant le losartan que son métabolite actif principal présentent une affinité bien plus importante pour les récepteurs AT1 que pour les récepteurs AT2.

Bosentan wedijvert met het binden van ET-1- en andere ET-peptiden aan zowel ET A - als ET B - receptoren, met een iets hogere affiniteit voor ET A -receptoren (K i = 4,1–43 nanomolair) dan voor ET B - receptoren (K i = 38–730 nanomolair).
Le bosentan agit par compétition avec la liaison d’ET-1 et d’autres ET à la fois sur les récepteurs ET A et ET B avec une affinité légèrement plus élevée pour les récepteurs ET A (K i = 4,1–43 nanomolaire) que pour les récepteurs ET B (K i = 38-730 nanomolaire).