Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «hiv-1 de frequentst waargenomen » (Néerlandais → Français) :

Resistentie In celkweken Rilpivirine-resistente stammen werden geselecteerd in een celkweek vanuit wild-type hiv-1 van verschillende bronnen en subtypes alsook vanuit NNRTI-resistente hiv-1. De frequentst waargenomen met resistentie geassocieerde mutaties die ontstonden, waren L100I, K101E, V108I, E138K, V179F, Y181C, H221Y, F227C en M230I.

VIH-1 résistants aux INNTI. Les mutations associées à une résistance les plus fréquemment observées qui se sont développées ont été : L100I, K101E, V108I, E138K, V179F, Y181C, H221Y, F227C et M230I.


De frequentste geneesmiddelbijwerking die wordt waargenomen bij patiënten die thiaziden als monotherapie krijgen, is duizeligheid.

Les effets indésirables les plus fréquents attribuables au médicament, observés chez les patients prenant des diurétiques thiazidiques en monothérapie, sont les vertiges.


De frequentste geneesmiddelbijwerkingen die worden waargenomen bij patiënten die ACEremmers als monotherapie krijgen, zijn hoesten, huiduitslag en nierdisfunctie.

Les effets indésirables les plus fréquents attribuables au médicament, observés chez les patients prenant des IEC en monothérapie, sont la toux, l'éruption cutanée et le dysfonctionnement rénal.


De frequentste bijwerkingen die in klinische studies werden waargenomen, waren hoofdpijn (7,2%), duizeligheid (5,5%), hoest (3,9%), vermoeidheid (3,5%), rinitis (3,2%), nausea en/of braken (2,8%) en spierpijn (2,2%).

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés dans le cadre des essais cliniques étaient les céphalées (7,2 %), les étourdissements (5,5 %), la toux (3,9 %), la fatigue (3,5 %), la rhinite (3,2 %), les nausées et/ou les vomissements (2,8 %) et les myalgies (2,2 %).


HIV-patiënten met gelijktijdige HBV-infectie: Het bijwerkingsprofiel bij patiënten met gelijktijdige HBV-infectie is gelijk aan het profiel dat waargenomen wordt bij patiënten met HIV-infectie zonder gelijktijdige HBV-infectie. Zoals echter te verwachten was bij deze patiëntengroep, kwamen verhogingen in ASAT- en ALAT-spiegels vaker voor dan bij de algemene met HIV geïnfecteerde groep.

Patients VIH co-infectés par le VHB : Le profil des effets indésirables chez les patients co-infectés par le VHB est comparable à celui observé chez les patients infectés par le VIH sans co-infection par le VHB ; toutefois, comme attendu pour cette catégorie de patients, les élévations des taux d’ASAT et d’ALAT ont été plus fréquentes que dans la population générale infectée par le VIH.


Het bijwerkingenprofiel van efavirenz, emtricitabine en tenofovirdisoproxilfumaraat bij HIV-patiënten met gelijktijdige HBV- of HCV-infectie was gelijk aan het profiel dat waargenomen wordt bij HIV-patiënten zonder gelijktijdige HBV- of HCV-infectie. Zoals echter te verwachten was bij deze patiëntengroep, kwamen verhogingen in ASAT- en ALAT-spiegels vaker voor dan bij de algemene met HIV geïnfecteerde groep.

Le profil des effets indésirables de l’éfavirenz, de l’emtricitabine et du fumarate de ténofovir disoproxil chez les patients co-infectés par le VIH/VHB ou le VIH/VHC était comparable à celui observé chez les patients infectés par le VIH


Hematologische ongewenste effecten : Anemie (gewoonlijk waargenomen na 6 weken behandeling met Retrovir, maar soms eerder), neutropenie (gewoonlijk waargenomen na 4 weken behandeling maar soms eerder), en leukopenie (gewoonlijk secondair aan neutropenie), kunnen voorkomen bij patiënten behandeld met Retrovir I. V. voor infusie; deze bijwerkingen treden vaker op bij hogere doseringen (1200 – 1500 mg/dag) en bij patiënten die vóór de behandeling een slechte beenmergstatus bezitten, met name in het geval van een gevorderd stadium van de HIV-aandoening (zie rubriek 4.8).

Effets indésirables hématologiques : Anémie (normalement pas observée avant 6 semaines de traitement au Retrovir, mais parfois plus tôt), neutropénie (normalement pas observée avant 4 semaines de traitement, mais parfois plus tôt) et leucopénie (habituellement secondaire à la neutropénie) sont susceptibles de survenir chez les patients recevant Retrovir I. V. pour perfusion. Elles apparaissent plus fréquemment lors des dosages élevés (1200 - 1500 mg par jour par voie orale) et chez les patients avec une insuffisance médullaire avant traitement, particulièrement à un stade avancé de l’infection par le VIH (voir rubrique 4.8).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hiv-1 de frequentst waargenomen' ->

Date index: 2022-06-08
w