Vertaling van "hebben de universitaire teams een rapport " (Nederlands → Frans) :

In november 1997 hebben de universitaire teams een rapport ingediend waarvoor de (nog steeds samengevoegde) gegevens van 1995 als basis werden genomen.
En novembre 1997, les équipes universitaires ont remis un rapport basé sur les données, toujours agrégées, de 1995.

In november 1999 hebben de universitaire teams aan de Algemene raad van het RIZIV een rapport bezorgd met een stand van zaken.
En novembre 1999, les équipes universitaires ont remis au Conseil général de l’INAMI un rapport reprenant l’état d’avancement des travaux.

Voor de vaststelling van de normatieve uitgaven van elke verzekeringsinstelling hebben de universitaire teams de factoren die een verklaring kunnen zijn voor het beroep dat op de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt gedaan (de omgevings- en de morbiditeitsfactoren) in vier categorieën gegroepeerd:
Pour déterminer les dépenses normatives de chaque organisme assureur, les équipes universitaires ont regroupé en 4 catégories les facteurs pouvant expliquer le recours à l’assurance soins de santé (les facteurs environnementaux et ceux relatifs à la morbidité) :

De universitaire teams hebben steeds ervoor gepleit dat voor de vaststelling van de normatieve uitgaven individuele gegevens zouden worden gebruikt.
Les équipes universitaires ont toujours plaidé pour l’utilisation de données individuelles pour déterminer les dépenses normatives.

Verscheidene instellingen hebben bedenkingen over de samenwerking met bijvoorbeeld universitaire teams.
Plusieurs institutions émettent des réserves quant à la collaboration avec des équipes universitaires, par exemple.

De chirurgische teams van 4 universitaire centra (UZ Leuven, Cliniques universitaires Saint-Luc de Bruxelles, UZ Antwerpen, Hôpital Erasme de Bruxelles) en vier niet-universitaire centra (Cliniques Saint-Joseph van Liège, AZ Sint-Jan de Brugge, Hôpital de Jolimont te La Louvière, ZNA Jan Palfijn te Merksem) hebben actief bijgedragen aan de studie.
Les équipes chirurgicales de quatre centres universitaires (UZ Leuven, Cliniques universitaires Saint-Luc de Bruxelles, UZ Antwerpen, Hôpital Erasme de Bruxelles) et quatre centres non-universitaires belges (Cliniques Saint-Joseph de Liège, AZ Sint-Jan de Brugge, Hôpital de Jolimont à La Louvière, ZNA Jan Palfijn à Merksem) ont activement contribué à cette étude.