Traduction de «gevoeligheid van streptococcus » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

antibiogram | beeld van de gevoeligheid voor bacteriëndodende middelen
antibiogramme | analyse permettant de déterminer l'action des antibiotiques sur des bactéries

hypersensitiviteit | verhoogde gevoeligheid
hypersensibilité | hypersensibilité

hyperesthesie | overmatige gevoeligheid
hyperesthésie | exagération de la sensibilité

X-gebonden Mendeliaanse gevoeligheid voor mycobacteriële ziekten
prédisposition mendélienne liée à l'X aux infections mycobactériennes

gezinseducatie over gevoeligheid voor infectie
enseignement à la famille sur la susceptibilité aux infections

gevoeligheid voor sojaproteïne
allergie aux protéines de soya

gevoeligheid voor luchtweginfecties geassocieerd met CD8-alfa-ketenmutatie
susceptibilité aux infections respiratoires associée à une mutation de la chaîne alpha de CD8

gevoeligheid
sensibilité au toucher et/ou à la palpation

autosomaal recessieve Mendeliaanse gevoeligheid voor mycobacteriële ziekten door partiële IFNgammaR2-deficiëntie
prédisposition mendélienne autosomique récessive aux infections mycobactériennes par déficit partiel en IFNgammaR2

gevoeligheid ter hoogte van sinus frontalis
sensibilité au niveau du sinus frontal

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

De gevoeligheid van Streptococcus pneumoniae en Streptococcus spp. voor claritromycine en de resistentie van Streptococcus pneumoniae en Streptococcus spp. tegen claritromycine kunnen worden voorspeld door erytromycine te testen.
La sensibilité et la résistance de Streptococcus pneumoniae et de Streptococcus spp. à la clarithromycine peuvent être prédites en testant l’érythromycine.

De gevoeligheid van Streptococcus A,B,C,G kan afgeleid worden van hun gevoeligheid voor benzylpenicilline
La sensibilité des streptocoques A, B, C et G peut dépendre de leur sensibilité à la benzylpénicilline

- Faryngitis en tonsillitis door streptokokken: alleen in gevallen waar eerstelijnstherapie met bèta-lactams niet mogelijk is of wanneer de gevoeligheid van Streptococcus pyogenes voor clarithromycine is aangetoond.
- Pharyngite et amygdalite streptococciques : uniquement dans les cas où un traitement de première intention par une bêtalactamine est impossible ou quand la sensibilité de Streptococcus pyogenes à la clarithromycine a été démontrée.

Pathogeen Gevoelig Resistent Enterobacteriaceae ≤ 1 mg/l > 2 mg/l Staphylococcus spp. --* --* Streptococcus (serolog. gr. A, B, C, ≤ 0,5 mg/l > 0,5 mg/l G) Streptococcus pneumoniae ≤ 0,5 mg/l > 2 mg/l Haemophilus influenzae ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Moraxella catarrhalis ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Neisseria gonorrhoeae ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Neisseria meningitidis ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Niet-speciesspecifieke ≤ 1 mg/l > 2 mg/l breekpunten** * gevoeligheid van stafylokokken voor ceftriaxon is afgeleid van de gevoeligheid voor meticilline ** doorgaans gebaseerd op de serumfarmacokinetiek
sérologiques A, B, C, G) Streptococcus ≤ 0,5 mg/l > 2 mg/l pneumoniae Haemophilus influenzae ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Moraxella catarrhalis ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Neisseria gonorrhoeae ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Neisseria meningitidis ≤ 0,12 mg/l > 0,12 mg/l Valeurs critiques non ≤ 1 mg/l > 2 mg/l spécifiques à l'espèce** * la sensibilité des staphylocoques à la ceftriaxone est déduite de la sensibilité à la

Micro-organisme Breekpunten voor gevoeligheid (µg/ml) Gevoelig Matig Resistent gevoelig Haemophilus ≤ 1 - > 1 influenzae 1 Moraxella ≤ 1 - > 1 catarrhalis 1 Staphylococcus ≤ 2 - > 2 aureus 2 Coagulase-negatieve ≤ 0,25 > 0,25 stafylokokken 2 Enterococcus 1 ≤ 4 8 > 8 Streptococcus A, B, ≤ 0,25 - > 0,25 C, G 5 Streptococcus ≤ 0,5 1-2 > 2 pneumoniae 3 Enterobacteriaceae 1,4 - - > 8 Gramnegatieve ≤ 4 8 > 8 anaëroben 1 Grampositieve ≤ 4 8 > 8 anaëroben 1 Niet-speciesgerelateerde ≤ 2 4-8 > 8
Haemophilus ≤ 1 - > 1 influenzae 1 Moraxella ≤ 1 - > 1 catarrhalis 1 Staphylococcus ≤ 2 - > 2 aureus 2 Staphylocoques à ≤ 0,25 > 0,25 coagulase négative 2 Enterococcus 1 ≤ 4 8 > 8 Streptococcus A, B, ≤ 0,25 - > 0,25 C, G 5 Streptococcus ≤ 0,5 1-2 > 2 pneumoniae 3 Enterobacteriaceae 1,4 - - > 8 Organismes ≤ 4 8 > 8

Groepering van relevante soorten op basis van gevoeligheid voor piperacilline / tazobactam DOORGAANS GEVOELIGE SOORTEN Proteus mirabilis Anaerobe grampositieve micro-organismen Clostridium species Eubacterium species Peptostreptococcus species Anaerobe gramnegatieve micro-organismen Bacteroides fragilis-groep Fusobacterium species Porphyromonas species Prevotella species SOORTEN WAARBIJ VERKREGEN RESISTENTIE PROBLEMEN KAN OPLEVEREN Aerobe grampositieve micro-organismen Enterococcus faecium $,+ Streptococcus pneumonia Streptococcus viridans-groep Aerobe gramnegatieve micro-organismen Acinetobacter baumannii $ Burkholderia cepacia Citrobacter freundii Enterobacter species Escherichia coli Klebsiella pneumonia Morganella morganii Proteus vulgaris Providencia ssp.
ESPECES HABITUELLEMENT SENSIBLES Micro-organismes anaérobies à Gram-positif Espèces de Clostridium Espèces d’Eubacterium Espèces de Peptostreptococcus Micro-organismes anaérobies à Gram-négatif Groupe des Bacteroides fragilis Espèces de Fusobacterium Espèces de Porphyromonas Espèces de Prevotella ESPECES INCONSTAMMENT SENSIBLES Micro-organismes aérobies à Gram-positif Enterococcus faecium $,+ Streptococcus pneumonia Streptococcus du groupe viridans Micro-organismes aérobies à Gram-négatif Acinetobacter baumannii $ Burkholderia cepacia Citrobacter freundii Espèces d’Enterobacter Escherichia coli Klebsiella pneumonia Morganella morganii Proteus vulgaris Providencia ssp.

Gevoeligheid voor en resistentie van Streptococcus pneumoniae en Streptococcus spp. tegen claritromycine kan worden voorspeld door erytromycine te testen. De beschikbare klinische ervaring van gecontroleerde, gerandomiseerde klinische studies wijst er grotendeels op dat claritromycine 500 mg tweemaal per dag in combinatie met een ander antibioticum, bv. amoxicilline of metronidazol en bv. omeprazol (gegeven in de goedgekeurde doseringen) gedurende 7 dagen resulteert in > 80% uitroeiing van H. pylori bij patiënten met een gastroduodenaal ulcus.
La plupart des données cliniques disponibles à l’issue d’essais cliniques contrôlés et randomisés indiquent que la clarithromycine, administrée pendant 7 jours à raison de 500 mg deux fois par jour en association avec un autre antibiotique comme l’amoxicilline ou le métronidazole et, p. ex., l’oméprazole (aux doses recommandées), permet d’atteindre un taux d’éradication d’H. pylori > 80 % chez les patients atteints d’ulcères gastro-duodénaux.