Traduction de «getransplanteerde long » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

getransplanteerde long
poumon transplanté

volledige getransplanteerde long
entier poumon transplanté

emfyseem (van long) | NNO | emfyseem (van long) | bulleus | emfyseem (van long) | vesiculair | emfysemateuze longblaas
Bulle d'emphysème pulmonaire Emphysème (pulmonaire):SAI | bulleux | vésiculaire

mislukken van transplantatie en afstoten van niet-gespecificeerd getransplanteerd-orgaan en -weefsel
Echec et rejet d'un organe et d'un tissu greffés non précisés

mislukken van transplantatie en afstoten van getransplanteerde organen en weefsels
Echec et rejet d'organes et de tissus greffés

mislukken van transplantatie en afstoten van overige gespecificeerde getransplanteerde-organen en -weefsels
Echec et rejet d'autres organes et tissus greffés

complicatie van getransplanteerde nier
affection d'un rein transplanté

obstetrische (long)embolie NNO | puerperale (long)embolie NNO
Embolie (pulmonaire):obstétricale SAI | puerpérale SAI

verworven afwezigheid van long (deel van long)
Absence acquise de poumon [partie de]

aandoening van long
maladie du poumon

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Behandeling van transplantaatafstoting na transplantatie van andere organen Hoewel er geen klinische ervaring is met Advagraf bij long-, pancreas- en darm-getransplanteerde patiënten, is Prograft gebruikt bij long-getransplanteerde patiënten met een orale aanvangsdosis van 0,10–0,15 mg/kg/dag, bij pancreas-getransplanteerde patiënten met een orale aanvangsdosis 0,2 mg/kg/dag en bij darm-getransplanteerde patiënten met een orale aanvangsdosis van 0,3 mg/kg/dag.
Traitement du rejet du greffon allogénique après transplantation d’autres greffons Bien qu’il n’y ait pas d’expérience clinique avec Advagraf en transplantation pulmonaire, pancréatique ou intestinale, Prograf a été utilisé aux doses orales initiales de 0,10 – 0,15 mg/kg/jour en transplantation pulmonaire, de 0,2 mg/kg/jour en transplantation pancréatique, et de 0,3 mg/kg/jour en transplantation intestinale.

Tevens is aangetoond dat FARMORUBICINE actief is op humane tumoren (melanoma, mamma-, long-, prostaat- en ovariumcarcinoma), getransplanteerd op naakte muizen zonder thymus.
Son activité a également été établie sur des tumeurs humaines (mélanomes, carcinomes mammaires, pulmonaires, prostatiques et ovariens) transplantées chez les souris nues athymiques.

Ook is werking aangetoond op humane tumoren die in athymische naakte muizen waren getransplanteerd (melanoom, borst-, long-, prostaat- en ovarium carcinoma).
Elle s'est également révélée active contre les tumeurs humaines transplantées dans des souris nues athymiques (mélanome, carcinome mammaires, pulmonaires, prostatiques et ovariens).

De activiteit van epirubicine werd bepaald op vele experimentele tumoren, waaronder leukemieën L1210 en P388, sarcoom SA 180 (solide en ascetische vorm), B16 melanoom, borstcarcinoom, longcarcinoom van Lewis en coloncarcinoom 38; bovendien werd er ook een effect aangetoond op menselijke tumoren die getransplanteerd werden in naakte muizen zonder thymus (melanoom en borst-, long-, prostaat- en ovariumcarcinoom).
Des études expérimentales réalisées sur des cultures cellulaires ont montré que l’épirubicine pénètre rapidement dans la cellule et se retrouve dans le noyau, où elle inhibe la synthèse de l’acide nucléique et la mitose. L’activité de l’épirubicine a été établie sur de nombreuses tumeurs expérimentales, notamment les leucémies L1210 et P388, le sarcome SA 180 (forme solide et ascitique), le mélanome B16, le carcinome du sein, le carcinome pulmonaire de Lewis et le carcinome du côlon 38 ; de plus, un effet a aussi été démontré sur des tumeurs humaines transplantées chez des souris athymiques nude (mélanome et carcinome du sein, du poumon, de la prostate et de l’ovaire).

Er is ook activiteit aangetoond tegen humane tumoren die getransplanteerd waren in athymische naakte muizen (melanoom, mamma-, long-, prostaat- en ovariumcarcinomen).
Elle s’est également montrée active contre des tumeurs humaines transplantées à des souris nude athymiques (mélanome, carcinomes mammaire, pulmonaire, prostatique et ovarien).

Epirubicine bleek actief te zijn tegen een breed spectrum van experimentele tumoren, inclusief de leukemieën L1210 en P388, de sarcomen SA180 (de vaste en ascites-vormen), het B16 melanoom, mammacarcinoom, het longcarcinoom van Lewis en het coloncarcinoom 38. Het middel was ook actief tegen humane tumoren die in athymische kale muizen werden getransplanteerd (melanomen, mamma-, long-, prostaat- en ovariumcarcinomen).
L’activité de l’épirubicine a été établie vis-à-vis de nombreuses tumeurs expérimentales, incluant les leucémies L1210 et P388, les sarcomes