Vertaling van "felis " (Nederlands → Frans) :

Immuniteit werd aangetoond vanaf 1 week na het basisvaccinatieschema tegen de rhinotracheïtis, calicivirus, Chlamydophila felis en panleucopenie componenten, en vanaf 2 weken na het basisvaccinatieschema tegen de feliene leukemie component. De immuniteitsduur is 1 jaar na de laatste (her)vaccinatie voor de rhinotracheïtis, calicivirus, Chlamydophila felis en feliene leukemie componenten, en 3 jaar voor de panleucopenie component.
La mise en place de l’immunité a été démontrée 1 semaine après la primo-vaccination pour les valences rhinotrachéite, calicivirose, Chlamydophila felis et panleucopénie infectieuse féline et 2 semaines après la primo-vaccination pour la valence leucose féline.

Ter behandeling en preventie van vlooienbesmettingen (Ctenocephalides canis en C. felis) bij honden.
Traitement et prévention des infestations par les puces (Ctenocephalides canis et C. felis) chez le chien.

Voor de bestrijding en preventie van vlooien (Ctenocephalides canis en C. felis) bij katten.
Traitement et prévention des infestations par les puces (Ctenocephalides canis et C. felis) chez les chats.

Voor honden en katten: Bestrijding en preventie van vlooieninfestaties (Ctenocephalides felis).
Chez les chiens et chats : Traitement et prévention des infestations par les puces (Ctenocephalides felis).

Bestrijding en preventie van vlooieninfestaties (Ctenocephalides felis).
Traitement et prévention des infestations par les puces (Ctenocephalides felis).

levende verzwakte Chlamydophila felis (stam 905),
virus atténué de la panleucopénie (PLI IV).

Verzwakt feliene rhinotracheïtis herpesvirus (stam FHV F2): ≥ 4,9 log10 CCID50 per dosis Geïnactiveerde feliene Calicivirus antigenen (stammen FCV 431 en G1): ≥ 2,0 ELISA U per dosis Verzwakt feliene Chlamydophila felis (stam 905): ≥ 3,0 log10 EID50 per dosis Verzwakt feliene panleucopenie virus (PLI IV): ≥ 3,5 log10 CCID50 per dosis FeLV recombinant kanariepokkenvirus (vCP97): ≥7,2 log 10 CCID50 per dosis
Herpèsvirus atténué de la rhinotrachéite féline (souche FHV F2) : au moins 4,9 log 10 CCID50 par dose Antigènes inactivés de la calicivirose féline (souches FCV 431 et FCV G1): au moins 2,0 U ELISA par dose Chlamydophila felis félin atténué (souche 905): au moins 3,0 log 10 DIO50 par dose Virus atténué de la panleucopénie féline (PLI IV): au moins 3,5 log 10 DICC50 par dose Virus canarypox recombiné FeLV (vCP97) au moins 7,2 log 10 DICC50 par dose