Vertaling van "evenals andere ace-remmers " (Nederlands → Frans) :

Evenals andere ACE-remmers kan lisinopril minder effectief zijn in het verlagen van de bloeddruk bij negroïde patiënten dan bij niet-negroïde patiënten, mogelijk door een hogere aanwezigheid van een lage reninestatus in de negroïde hypertensieve populatie.
Comme avec les autres inhibiteurs de l’ECA, l'effet antihypertenseur du lisinopril peut être moins marqué chez les patients de population noire que chez les autres populations de patients ; éventuellement à cause d’une prévalence accrue de patients à faible activité de la rénine dans la population noire hypertendue.

Verschillen in etniciteit Evenals andere ACE-remmers, is enalapril blijkbaar minder effectief in het verlagen van de bloeddruk van negroïde patiënten als van niet-negroïde patiënten, mogelijk omdat plasma renine-spiegels vaak lager zijn in de negroïde hypertensieve populatie.
Différences ethniques Comme avec les autres IEC, l’énalapril est apparemment moins efficace pour diminuer la pression artérielle chez les patients noirs que chez les autres patients. Ceci peut être éventuellement expliqué par des concentrations plasmatiques de rénine souvent plus faibles dans la population noire hypertendue.

Aorta- en mitralis hartklep stenose/hypertropfische cardiomyopathie Evenals met andere ACE-remmers dient Lisinopril met voorzichtigheid te worden gegeven aan patiënten met mitralis hartklep stenose en obstructie van de uitstroom van de linker boezem zoals aortastenose of hypertrofische cardiomyopathie.
Sténose des valves aortique et mitrale / cardiomyopathie hypertrophique Comme c’est le cas avec d’autres IECA, la prudence est de rigueur lorsqu’on administre Lisinopril aux patients présentant une sténose de la valve mitrale et un obstacle à l’éjection du ventricule gauche, tel qu’une sténose aortique ou une cardiomyopathie hypertrophique.

Aorta- en mitralis hartklep stenose/hypertrofische cardiomyopathie Evenals met andere ACE-remmers dient lisinopril met voorzichtigheid te worden gegeven aan patiënten met mitralishartklepstenose en obstructie van de uitstroom van de linkerboezem zoals aortastenose of hypertrofische cardiomyopathie.
Sténose aortique et de la valvule mitrale/cardiomyopathie hypertrophique Comme dans le cas d'autres inhibiteurs de l’ECA, le lisinopril doit être administré avec prudence chez les patients ayant une sténose de la valvule mitrale et une obstruction à la sortie du ventricule gauche, comme la sténose aortique ou la cardiomyopathie hypertrophique.

Aorta- en mitralis hartklep stenose/hypertropfische cardiomyopathie Evenals met andere ACE-remmers dient ZESTRIL met voorzichtigheid te worden gegeven aan patiënten met mitralis hartklep stenose en obstructie van de uitstroom van de linker boezem zoals aortastenose of hypertrofische cardiomyopathie.
Sténose valvulaire aortique ou mitrale/cardiomyopathie hypertrophique Comme avec les autres inhibiteurs de l’ECA, ZESTRIL doit être administré avec précaution en cas de sténose de la valve mitrale et en cas d'obstruction du flux ventriculaire gauche telle que sténose aortique ou cardiomyopathie hypertrophique.

Aorta- en mitralis hartklep stenose/hypertropfische cardiomyopathie Evenals met andere ACE-remmers dient Lisinopril met voorzichtigheid te worden gegeven aan patiënten met mitralis hartklep stenose en obstructie van de uitstroom van de linker hartkamer zoals aortastenose of hypertrofische cardiomyopathie.
Sténose des valves aortique et mitrale / cardiomyopathie hypertrophique Comme c’est le cas avec d’autres IECA, la prudence est de rigueur lorsqu’on administre Lisinopril aux patients présentant une sténose de la valve mitrale et un obstacle à l’éjection du ventricule gauche, tel qu’une sténose aortique ou une cardiomyopathie hypertrophique.

- Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een andere ACE-remmer (Angiotensine- Conversie-Enzym remmer), voor hydrochlorothiazide, andere thiazide diuretica, sulfonamidederivaten of voor één van de hulpstoffen van TRITAZIDE (zie rubriek 6.1).
- Hypersensibilité au principe actif ou à tout autre inhibiteur de l’enzyme de conversion (IEC), à l’hydrochlorothiazide, à d’autres diurétiques thiazidiques, aux sulfamides ou à l’un ou l’autre des excipients de TRITAZIDE (voir rubrique 6.1).

1 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 22,1% 7.788 3,0% 11.892 16,0% 2 2 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 9,1% 3.209 3,9% 12.552 16,9% 1 3 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 5,9% 2.091 3,0% 9.235 12,4% 3 4 C07AB BETA‐BLOKKERS, SELECTIEVE 5,4% 1.887 2,8% 4.727 6,4% 4 5 C09CA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 5,1% 1.787 2,6% 3.332 4,5% 6 6 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 4,0% 1.417 2,2% 4.072 5,5% 5 7 C09DA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN MET DIURETICA 3,9% 1.387 2,6% 1.498 2,0% 10 8 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 3,8% 1.325 3,5% 3.177 4,3% 7 9 B01AB HEPARINEGROEP 3,4% 1.208 2,0% 631 0,8% 20 10 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,9% 1.007 0,6% 1.532 2,1% 9 11 C01BC ANTI‐ARITMICA (KLASSE IC) 2,8% 987 9,0% 1.096 1,5% 13 12 L04AD CALCINEURINEREMMERS 2,0% 693 2,1% 56 0,1% 62 13 C10AX OVERIGE HYPOLIPEMIERENDE MIDDELEN 1,8% 636 5,0% 450 0,6% 29 14 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 1,6% 573 3,2% 53 0,1% 65 15 C09BA ACE‐REMMERS MET DIURETICA 1,4% 492 2,0% 901 1,2% 14 16 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIP 1,3% 473 5,0% 246 0,3% 37 17 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 22,1% 7.788 3,0% 11.892 16,0% 2 2 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 9,1% 3.209 3,9% 12.552 16,9% 1 3 C09AA IECA, SIMPLES 5,9% 2.091 3,0% 9.235 12,4% 3 4 C07AB BETA‐BLOQUANTS SELECTIFS 5,4% 1.887 2,8% 4.727 6,4% 4 5 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 5,1% 1.787 2,6% 3.332 4,5% 6 6 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 4,0% 1.417 2,2% 4.072 5,5% 5 7 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 3,9% 1.387 2,6% 1.498 2,0% 10 8 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 3,8% 1.325 3,5% 3.177 4,3% 7 9 B01AB GROUPE DES HEPARINES 3,4% 1.208 2,0% 631 0,8% 20 10 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,9% 1.007 0,6% 1.532 2,1% 9 11 C01BC ANTIARYTHMIQUES, CLASSE IC 2,8% 987 9,0% 1.096 1,5% 13 12 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 2,0% 693 2,1% 56 0,1% 62 13 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 1,8% 636 5,0% 450 0,6% 29 14 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 1,6% 573 3,2% 53 0,1% 65 15 C09BA IECA ET DIURETIQUES 1,4% 492 2,0% 901 1,2% 14 16 C10BA INHIB. DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) ET AUTRES HYPOLIP 1,3% 473 5,0% 246 0,3% 37 17 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

1 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 21,5% 8.374 3,2% 13.064 15,8% 2 2 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 7,4% 2.887 5,2% 14.753 17,9% 1 3 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 5,4% 2.094 3,2% 5.237 6,3% 4 4 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 5,2% 2.010 3,3% 9.734 11,8% 3 5 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 4,7% 1.821 2,8% 3.757 4,5% 6 6 B01AB HEPARINEGROEP 3,8% 1.496 2,5% 805 1,0% 19 7 L04AD CALCINEURINEREMMERS 3,5% 1.375 4,1% 109 0,1% 52 8 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 3,5% 1.365 2,6% 1.589 1,9% 10 9 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 3,3% 1.300 3,7% 3.249 3,9% 7 10 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 3,3% 1.278 2,3% 4.082 4,9% 5 11 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,9% 1.126 0,8% 2.050 2,5% 8 12 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 2,6% 1.019 5,3% 93 0,1% 57 13 C01BC ANTI-ARITMICA (KLASSE IC) 2,4% 938 9,4% 1.176 1,4% 13 14 C10AX OVERIGE HYPOLIPEMIERENDE MIDDELEN 1,8% 698 5,1% 494 0,6% 30 15 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIPEM 1,4% 559 4,6% 291 0,4% 37 16 C09BB ACE-REMMERS MET CALCIUMANTAGONISTEN 1,3% 523 4,2% 653 0,8% 22 17 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 21,5% 8.374 3,2% 13.064 15,8% 2 2 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 7,4% 2.887 5,2% 14.753 17,9% 1 3 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 5,4% 2.094 3,2% 5.237 6,3% 4 4 C09AA IECA, SIMPLES 5,2% 2.010 3,3% 9.734 11,8% 3 5 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 4,7% 1.821 2,8% 3.757 4,5% 6 6 B01AB GROUPE DES HEPARINES 3,8% 1.496 2,5% 805 1,0% 19 7 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 3,5% 1.375 4,1% 109 0,1% 52 8 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 3,5% 1.365 2,6% 1.589 1,9% 10 9 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 3,3% 1.300 3,7% 3.249 3,9% 7 10 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 3,3% 1.278 2,3% 4.082 4,9% 5 11 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,9% 1.126 0,8% 2.050 2,5% 8 12 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 2,6% 1.019 5,3% 93 0,1% 57 13 C01BC ANTIARYTHMIQUES, CLASSE IC 2,4% 938 9,4% 1.176 1,4% 13 14 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 1,8% 698 5,1% 494 0,6% 30 15 C10BA INHIB. DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) ET AUTRES HYPOLIPID 1,4% 559 4,6% 291 0,4% 37 16 C09BB IECA ET ANTAGONISTES DU CALCIUM 1,3% 523 4,2% 653 0,8% 22 17 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

INSULINES EN ANALOGEN, MIDDELLANGWERKENDE MET SNELWERKENDE 0,8% 17.144 17.035 0,4% 46 46 34 26 C09BA ACE‐REMMERS MET DIURETICA 0,8% 17.062 42.566 1,1% 24 26 35 32 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 0,7% 16.695 49.244 1,3% 18 18 36 22 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 0,7% 16.366 19.251 0,5% 43 50 37 39 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,7% 16.209 3.643 0,1% 97 93 38 51 A10BA BIGUANIDEN 0,7% 15.920 73.372 1,9% 13 14 39 45 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 0,7% 15.827 39.853 1,0% 26 25 40 35 J01FA MACROLIDEN 0,7% 15.568 8.381 0,2% 71 68 41 42 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,7% 15.425 36.409 0,9% 27 27 42 40 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,7% 15.144 29.742 0,8% 35 34 43 44 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,6% 14.254 31.604 0,8% 33 36 44 46 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,6% 13.504 132.272 3,4% 7 9 45 41 M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 0,6% 13.209 15.475 0,4% 51 49 46 49 H01CB SOMATOSTATINE EN ANALOGEN 0,6% 13.023 355 0,0% 174 179 47 43 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,6% 12.952 45.953 1,2% 20 20 48 57 C03CA SULFONAMIDEN 0,5% 12.386 68.813 1,8% 15 15 49 47 C07BB SELECTIEVE BETA‐BLOKKERS MET THIAZIDEN 0,5% 12.185 52.896 1,3% 17 17 50 25 J07BM PAPILLOMAVIRUSVACCINS 0,5% 11.900 95 0,0% 217 202 51 53 C10AX OVERIGE HYPOLIPEMIERENDE MIDDELEN 0,5% 11.745 8.312 0,2% 72 72 52 50 R05CB MUCOLYTICA 0,5% 11.284 46.075 1,2% 19 19 53 * C09BB ACE‐REMMERS MET CALCIUMANTAGONISTEN 0,5% 11.217 15.592 0,4% 50 * 54 75 C09DB ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN MET CALCIUMANTAGONISTEN 0,5% 11.041 10.563 0,3% 63 80 55 48 L02BG AROMATASE‐INHIBITOREN 0,5% 10.912 2.920 0,1% 103 101 56 55 A10BX OVERIGE HYPOGLYKEMIERENDE MIDDELEN MET UITZONDERING VAN INSULINES 0,5% 10.798 12.448 0,3% 57 56 57 56 A10AE INSPUITBARE INSULINES EN ANALOGEN, LANGWERKEND 0,5% 10.762 6.363 0,2% 80 81 58 54 N04BA DOPA EN ‐DERIVATEN 0,5% 10.713 7.178 0,2% 77 74 59 70 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIPEMIERENDE MIDD.
DE LA BETALACTAMASE INCLUS 1,2% 28.089 27.256 0,7% 37 37 19 21 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 1,2% 28.088 10.699 0,3% 62 61 20 19 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,2% 27.931 8.439 0,2% 70 69 21 20 M05BA BIPHOSPHONATES 1,1% 25.432 27.697 0,7% 36 35 22 28 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 1,1% 24.188 8.078 0,2% 73 71 23 27 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 1,0% 23.498 46 0,0% 230 219 24 24 L03AB INTERFERONS 1,0% 22.124 1.231 0,0% 131 130 25 23 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,0% 21.944 44.981 1,1% 21 22 26 29 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 0,9% 21.262 23.287 0,6% 40 40 27 38 J07BB VACCINS ANTI‐INFLUENZA 0,9% 20.092 1.546 0,0% 126 125 28 31 V03AN GAZ MEDICINAUX 0,9% 19.417 891 0,0% 141 142 29 36 R01AD CORTICOSTEROIDES 0,8% 19.288 42.688 1,1% 23 24 30 30 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,8% 18.599 7.074 0,2% 78 77 31 33 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,8% 17.882 15.834 0,4% 49 45 32 34 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 0,8% 17.685 4.644 0,1% 91 88 33 37 A10AD INSULINES ET ANAL. INJ.