Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "epidemiologische gegevens doen vermoeden " (Nederlands → Frans) :

Klinisch onderzoek en epidemiologische gegevens doen vermoeden dat het gebruik van diclofenac (vooral in hoge doseringen, 150 mg per dag en langdurige behandeling) het risico op arteriële trombotische voorvallen (bijvoorbeeld myocardinfarct of beroerte) licht kan verhogen.

Des données issues d’études cliniques et des données épidémiologiques suggèrent que l’utilisation de diclofénac (en particulier à des posologies élevées, 150 mg par jour et en traitement prolongé) peut être associée à un risque faiblement accru d’événements thrombotiques artériels (par exemple infarctus myocardique ou accident vasculaire cérébral).


Klinisch onderzoek en epidemiologische gegevens doen vermoeden dat het gebruik van diclofenac, met name in hoge doseringen (150 mg per dag) en in langetermijnbehandeling, het risico op arteriële thrombotische voorvallen licht kan verhogen (bijvoorbeeld myocardinfarct of beroerte) (zie “Bijzondere voorzorgen”).

Des données issues d’études cliniques et des données épidémiologiques suggèrent que l’utilisation de diclofénac, en particulier à des doses élevées (150 mg par jour) et en traitement prolongé, peut être associée à un risque faiblement accru d’événements thrombotiques artériels (par exemple infarctus myocardique ou accident vasculaire cérébral) (voir « Précautions particulières »).


Klinisch onderzoek en epidemiologische gegevens doen vermoeden dat het gebruik van diclofenac, met name in hoge doseringen (150 mg per dag) en in langetermijnbehandeling, het risico op arteriële trombotische voorvallen licht kan verhogen (bijvoorbeeld myocardinfarct of beroerte) (zie “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).

Des données issues d’études cliniques et des données épidémiologiques suggèrent que l’utilisation de diclofénac, en particulier à des doses élevées (150 mg par jour) et en traitement prolongé, peut être associée à un risque faiblement accru d’événements thrombotiques artériels (par exemple infarctus du myocarde ou accident vasculaire cérébral) (voir « Mises en garde spéciales et précautions d’emploi »).


Klinisch onderzoek en epidemiologische gegevens doen vermoeden dat het gebruik van diclofenac, met name in hoge doseringen (150 mg per dag) en in langetermijnbehandeling, het risico op arteriële thrombotische voorvallen licht kan verhogen (bijvoorbeeld myocardinfarct of beroerte) (zie 4.4).

Des données issues d’études cliniques et des données épidémiologiques suggèrent que l’utilisation de diclofénac, en particulier à des doses élevées (150 mg par jour) et en traitement prolongé, peut être associée à un risque faiblement accru d’événements thrombotiques artériels (par exemple infarctus myocardique ou accident vasculaire cérébral) (voir 4.4).


Zwangerschap Epidemiologische gegevens doen vermoeden dat het gebruik van selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) tijdens de zwangerschap, in het bijzonder tijdens het laatste trimester van de zwangerschap, tot een groter risico van persisterende pulmonale hypertensie van de pasgeborene (PPHN) kan leiden.

Grossesse Les données épidémiologiques ont suggéré que l’utilisation d’inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine (ISRS) pendant la grossesse, surtout en fin de grossesse, peut augmenter le risque d’hypertension pulmonaire persistante chez le nouveau-né (HPPN).


Recente gegevens doen vermoeden dat de behandeling met interferon van een acute hepatitis C ruimschoots doeltreffend is (Jaeckel et al., 2001) en gepaard gaat met een hogere resolutiegraad van de besmetting dan wanneer de behandeling laat in de chronische fase toegepast wordt (Fried & Hoofnagle, 1995; Vogel et al., 1996; Quin, 1997).

Des données récentes suggèrent que le traitement par interféron d’une hépatite C aiguë est largement efficace (Jaeckel et al., 2001) et est associée à un plus haut taux de résolution de l’infection que lorsque le traitement est administré tardivement à la phase chronique (Fried & Hoofnagle, 1995 ; Vogel et al., 1996 ; Quin, 1997).


Beschikbare experimentele gegevens doen vermoeden dat de antihypertensieve werking van moxonidine plaatsvindt in het centrale zenuwstelsel (CZS).

Dans différents modèles animaux, on a observé que la moxonidine est un agent antihypertenseur puissant. Les données expérimentales disponibles suggèrent que le site de l’effet antihypertenseur de la moxonidine est le système nerveux central (SNC).


Commentaar van de redactie: De gegevens uit dit observationeel onderzoek doen vermoeden dat frequenter en grondiger poetsen van de verschillende ruimtes in WZC de kans op besmetting vanuit de leefomgeving van MRSA en de daaraan verbonden problemen kan doen dalen.

Commentaire de la rédaction : Les données de cette étude d’observation prospective suggèrent qu’une fréquence et une durée plus importante de nettoyage des locaux peuvent réduire la contamination de l’environnement par le MRSA et les problèmes qui y sont liés dans les MRS.


Er werd geen experimenteel onderzoek bij dieren uitgevoerd dat direct gericht was op de vraag van tumorgeniciteit omdat het vermoeden van een verhoogd risico op secundaire tumoren bij behandeling met Fludara alleen kan worden getoetst door epidemiologische gegevens.

Aucune étude chez l’animal examinant directement la question de la cancérogénicité n’a été conduite parce que la suspicion d’un risque augmenté de tumeurs secondaires suite au traitement par Fludara ne peut être


Farmacokinetische gegevens van volwassen en pediatrische patiënten doen vermoeden dat patiënten met stabiele matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30 – < 60 ml/min) die een met 50% gereduceerde dosis toegediend krijgen, een vergelijkbare blootstelling aan clofarabine vertonen als patiënten met een normale nierfunctie die een standaarddosis toegediend krijgen.

Les données de pharmacocinétiques de population obtenues chez des patients adultes et pédiatriques suggèrent que les patients atteints d'une insuffisance rénale modérée stable (clairance de la créatinine 30 - < 60 ml/min) recevant une dose réduite de 50 % présentent une exposition à la clofarabine similaire à ceux dont la fonction rénale est normale et qui reçoivent une dose standard.


w