De deskundige zal zich onthouden van spot, medelijden, sarcasme of andere uitingen die afbreuk kunnen doen aan de waardigheid van zijn beroep en/of de kwaliteit van het verslag (20).
Il doit également s'abstenir d'avoir recours à la moquerie, la pitié, le sarcasme ou d’autres formes d'expression qui ne seraient pas dignes de sa profession et/ou qui nuiraient à la qualité du rapport (20) .