De tekst van het huidige, van kracht zijnde, lid is: De vorderingen tot terugvordering van onverschuldigde inhoudingen, bedoeld in het eerste
lid, 7°, ingesteld door de gerechtigden tegen de Rijksdienst, en, tot terugvordering van onverschuldigde bijdragen en ontvangsten, bedoeld in het eerste lid, 8°, 9° en 13°, ingesteld door de uitbetalingsinstel
lingen en tegen het Instituut, verjaren na vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de inhouding, de aanvullende bijdrage of de ontvangst zijn overgemaakt aan het Instituut (°°°°°) van t
...[+++]oepassing vanaf 1-1-2014.