Patiënten die worden behandeld met ropinirol en slaperigheid en/of episoden van plotseling in slaap vallen vertonen, mogen niet rijden of activiteiten aanvatten waarbij een verminderde alertheid henzelf of anderen risico zou kunnen doen lopen op ernstige verwondingen of de dood (bijv. machines bedienen), tot die recidiverende episoden en de slaperigheid verdwenen zijn (zie rubriek 4.4).
Il convient de conseiller aux patients, traités par ropinirole et qui présentent de la somnolence et/ou des épisodes d'endormissement soudain, de s'abstenir de conduire ou de s'engager dans des activités où une vigilance altérée peut les exposer ou exposer d'autres personnes à un risque de lésion grave ou de décès (par ex., l’utilisation de machines) jusqu'à la disparition de ces épisodes récurrents et de la somnolence (voir rubrique 4.4).