Vertaling van "depressie blijven gemiddeld 14 dagen " (Nederlands → Frans) :

Patiënten die behandeld worden voor een depressie blijven gemiddeld 14 dagen in het ziekenhuis, maar binnen de groep van de 10% grote zorgconsumenten, loopt die verblijfsduur op tot 15 dagen. Bij de totale populatie treffen we 6 aandoeningen aan, die aanleiding geven tot een gemiddelde jaarlijkse verblijfsduur die langer is dan 15 dagen: het gaat hier om de psychoses (< = 70 jaar en > 70 jaar), Parkinson,
Par exemple, les patients traités pour dépression restent en moyenne 14 jours à l’hôpital mais 15 jours dans le groupe des 10% des grands utilisateurs de soins.

De granulocytentelling bereikte waarden van ≥ 500/µl na 8-14 dagen (gemiddeld: 11 dagen) en de trombocytentelling van ≥ 25,000/µl na 3-8 dagen (gemiddeld: 7 dagen).
Le nombre de granulocytes avait atteint ≥ 500/µl après 8-14 jours (médiane : 11) et les nombres de thrombocytes étaient ≥ 25.000/µl après 3-8 jours (médiane : 7).

Hun analgetisch effect is niet afhankelijk van hun antidepressief effect: het analgetisch effect treedt sneller op (binnen de 1 à 7 dagen) en de dosis is lager dan voor de behandeling van depressie (de gemiddelde doeltreffende dosis van amitriptyline bij neuropatische pijn bedraagt 75 mg per dag).
Leur effet antalgique est indépendant de leur effet antidépresseur: l’effet antalgique apparaît plus rapidement (1 à 7 jours) et la dose nécessaire est plus faible que dans le traitement de la dépression (la dose moyenne efficace d’amitriptyline est de 75 mg p.j.).

In 1991 bleven patiënten nog gemiddeld 14 dagen in het ziekenhuis - in 2005 nog maar 8,6 dagen (Statistisches Bundesamt).
Alors qu'en 1991, les patients restaient à l'hôpital 14 jours en moyenne, en 2005 ce chiffre n'était plus que 8,6 jours (Service fédérale de la statistique).

Tijdens de fase gedurende dewelke de dosis werd verhoogd hebben de patiënten een lage dosis benazepril chloorhydraat gekregen gedurende 8 dagen, een gemiddelde dosis gedurende 7 dagen en een hoge dosis gedurende 14 dagen.
Durant la phase d’augmentation du dosage, les sujets ont reçu une faible dose de chlorhydrate de bénazépril pendant 8 jours, une dose moyenne pendant 7 jours et une dose élevée pendant 14 jours.

De medullaire depressie hangt meestal af van de dosis, het minimale aantal granulocyten 7 tot 14 dagen na het begin van de behandeling en bloedplaatjes na 9 tot 16 dagen.
La dépression médullaire dépend le plus souvent de la dose, le taux minimum des granulocytes survenant 7 à 14 jours après le début du traitement et celui des plaquettes après 9 à 16 jours.

Gedurende een gemiddelde blootstellingsperiode van 14 dagen, nam de serum DNase-concentratie toe (gemiddelde ± SD) met 1,1 ± 1,6 ng/ml bij de 3 maanden tot 5 jaars leeftijdsgroep en met 0,8 ± 1,2 ng/ml bij de 5 tot en met 9 jaars leeftijdsgroep.
Sur une exposition moyenne de 14 jours, les concentrations sériques en DNase (moyenne ± écart-type) ont augmenté de 1,1 ± 1,6 ng/ml pour le groupe âgé de 3 mois à < 5 ans, et de 0,8 ± 1,2 ng/ml pour le groupe âgé de 5 à 9 ans.

De cumulatieve excretie van 14 C-gemerkt clomifeencitraat in de urine en de faeces bedraagt ongeveer 50 % van de per os toegediende dosis na 5 dagen (gemiddelde excretie in de urine: 7,8 %; en gemiddelde excretie in de faeces: 42,4 %).
L'excrétion cumulée par les urines et les faeces du citrate de clomifène marqué au C14 atteint environ 50% de la dose administrée oralement après 5 jours (excrétion urinaire moyenne de 7,8% et excrétion fécale moyenne de 42,4%).

Behandelingsduur De behandelingsduur is gemiddeld 7 tot 10 dagen voor alle therapeutische indicaties, dit kan verlengd worden tot 14 dagen voor pneumonie.
Durée de traitement La durée de traitement est de 7 à 10 jours en moyenne pour l’ensemble des indications thérapeutiques, pouvant aller jusqu’à 14 jours pour les pneumopathies.

Bij proefpersonen bij wie de toediening van 120 mg elke 4 weken werd gestaakt, bedroeg de gemiddelde halfwaardetijd 28 dagen (spreiding 14 tot 55 dagen).
La demi-vie moyenne a été de 28 jours (extrêmes: 14 - 55 jours) chez les patients ayant arrêté le traitement par 120 mg de denosumab toutes les quatre semaines.