Bij injectie van het oplosmiddel in de injectieflacon ontstaat een abnormaal hoge druk die daarna verdwijnt zodra de rubber dop van de injectieflacon aangeprikt wordt met een tweede steriele naald.
Lors de l’injection du solvant dans le flacon, il se crée une surpression qu’on élimine par après en enfonçant une seconde aiguille stérile dans le bouchon en caoutchouc du flacon.