De meest gemelde bijwerkingen zijn bloedingen. Deze kwamen in totaal voor bij ongeveer 14% van de patiënten, die gedurende korte termijn behandeld werden na electieve heup- of knievervangende operaties, en bij 16,5% van de patiënten met atriumfibrilleren, die behandeld werden ter preventie van CVA en systemische embolie.
Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés ont été des saignements, survenant au total chez environ 14 % des patients traités à court terme à la suite d’une chirurgie programmée pour prothèse de hanche ou de genou et chez 16,5 % des patients présentant une fibrillation atriale traités en prévention de l’AVC et de l’ES.