Traduction de «bloed bilirubine niet-geconjugeerd » (Néerlandais → Français) :

Niet bekend: verhoogd troponine, verhoogd bloed bilirubine niet-geconjugeerd, verlaagd bloedinsuline, verlaagd insuline C-peptide, verhoogd bloedparathyroïdhormoon.
Fréquence indéterminée : augmentation de la troponine, augmentation de la bilirubinémie non conjuguée, diminution de l’insulinémie, diminution du taux du peptide C de l’insuline, augmentation du taux sanguins de la parathormone.

Reactie op de infusieplaats; Pijn op de borst niet gerelateerd aan het hart (ernstig 0,4%) Verhoogd G3/4 bloed bilirubine (< 5%); Verhoogd G3/4 bloed alkalische fosfatase (< 4%); Verhoogd G3/4 AST (< 3%); Verhoogd G3/4 ALT (< 2%)
Réaction au site d’injection; Douleur thoracique d’origine non cardiaque (sévère: 0,4%) Elévation de la bilirubine (G3/4 < 5%); Elévation des phosphatases alcalines (G3/4 < 4%);

Vaak voorkomende bijwerkingen ≥ 1 tot < 10% van de patiënten Verhoogd G3/4 bloed bilirubine (< 2,5%); Verhoogd G3/4 bloed alkaline fosfatase (< 2,5%) Hartfalen; Aritmie (niet ernstig)
Neutropénie (G4: 91,7%); Anémie (G3/4: 9,4%); Neutropénie fébrile; Thrombopénie (G4: 0,8%) Neuropathie sensitive périphérique (G3: 0,4%) Nausées (G3/4: 5%); Stomatite (G3/4: 7,8%); Diarrhée (G3/4: 6,2%); Vomissements (G3/4: 5%); Constipation Alopécie; Altération des ongles (sévère: 0,4%); Réactions cutanées (jamais sévères)

Verhoogd G3/4 bloed bilirubine (< 2,5%); Verhoogd G3/4 bloed alkalische fosfatase (< 2,5%) Hartfalen; Aritmie (niet ernstig)
Augmentation de la bilirubine sanguine G3/4 (< 2,5 %); Augmentation des phosphatases alcalines G3/4 (< 2,5 %)

Zelden:Verhoogde leverenzymen (ALAT, ASAT, LDH, gamma-GT en/of alkalisch fosfatase), verhoogd bloed bilirubine Zeer zelden: Cholestatische geelzucht Niet bekend: Hepatitis, die ernstig kan zijn Soms: Pruritus, rash Zelden: Urticaria, blozen, hyperhidrosis, pustulaire rash Zeer zelden: Fotosensitiviteitsreactie*, erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse, fixed drug eruption, vasculaire purpura, vasculitis die in uitzonderlijke gevallen kan leiden tot huidnecrose Niet bekend: Stevens-Johnson syndroom, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose, drug rash
Rare : Augmentation des taux d’enzymes hépatiques (ALAT, ASAT, LDH, gamma-GT et/ou phosphatase alcaline), augmentation des taux sanguins de bilirubine Très rare : Ictère cholestatique Fréquence indéterminée : Hépatite, pouvant être sévère Peu fréquent : Prurit, éruption cutanée Rare : Urticaire, rougeur, hyperhidrose, éruption cutanée pustuleuse Très rare : Réaction de photosensibilité *, érythème polymorphe, nécrolyse épidermique toxique, érythème pigmenté fixe, purpura vasculaire, vascularite pouvant exceptionnellement donner lieu à une nécrose cutanée Fréquence indéterminée : Syndrome de Stevens-Johnson, pustulose exanthémateuse généralisée aiguë, éruption cutanée médicamenteuse

Vaak voorkomende bijwerkingen ≥ 1 tot < 10% van de patiënten Verhoogd G3/4 bloed bilirubine (< 2%) Aritmie (niet ernstig)
périphérique (G3/4: 0,8%) Affections gastro-intestinales Nausées (G3/4: 3,3%); Stomatite (G3/4: 1,7%); Vomissements (G3/4: 0,8%); Diarrhée (G3/4: 1,7%)

G3/4 Verhoogd bloed bilirubine (< 2%) Aritmie (niet ernstig) Febriele neutropenie
Troubles du métabolisme et de la nutrition Anorexie Infections et infestations Infections (G3/4: 5 %)

Vaak voorkomende bijwerkingen ≥1/100, ≤ 1/10 G3/4 Verhoogd bloed bilirubine (< 2%) Aritmie (niet ernstig) Febriele neutropenie
Affections musculo-squelettiques et systémiques Troubles du métabolisme et de la Anorexie nutrition Infections et infestations Infections (G3/4: 5 %) Affections vasculaires Troubles généraux et anomalies au site d'administration

In de combinatiearm zijn de volgende reacties gemeld met een frequentie lager dan 5%, hier opgenomen vanwege hun klinische relevantie: neutropenische infectie (< 1%), neutropenische sepsis (< 1%), pancytopenie (1,8%), beenmergfalen (1,5%), granulocytopenie (1,5%), dehydratie, slapeloosheid, perifere sensorische neuropathie, syncope, disfunctie van het linker ventrikel (< 1%), longembolie (1,2%), longoedeem (< 1%), hoesten, hepatotoxiciteit (< 1%), verhoogd gammaglutamyltransferase, verhoogd geconjugeerd bilirubine, musculoskeletale pijn, myalgie, verhoogd creatinine in bloed, oedeem/perifeer oedeem, reacties op de katheterplaats.
Les effets suivants ont été rapportés à une fréquence inférieure à 5 % dans le groupe de traitement combiné mais sont mentionnés ci-dessous en raison de leur pertinence clinique : infection neutropénique (< 1 %), septicémie neutropénique (< 1 %), pancytopénie (1,8 %), insuffisance médullaire (1,5 %), granulocytopénie (1,5 %), déshydratation, insomnie, neuropathie sensitive périphérique, syncope, dysfonction ventriculaire gauche (< 1 %), embolie pulmonaire (1,2 %), œdème pulmonaire (< 1 %), toux , hépatotoxicité (< 1 %), augmentation de la gamma-glutamyltransférase, augmentation de la bilirubine conjuguée, douleurs musculosquelettiques, myalgie, augmentation de la créatininémie, œdème/œdème périphérique, réactions au site du cathéter.

Het bezit ook de eigenschap tal van toxische moleculen (zoals niet geconjugeerde bilirubine) en medicamenten te binden.
De ce fait, l’albumine joue un rôle physiologique majeur dans le maintien de la pression oncotique du sang et donc de la volémie. Elle a aussi la propriété de fixer de nombreuses molécules toxiques (comme la bilirubine non conjuguée) et de nombreux médicaments.