Vertaling van "biopsie bewezen " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

biopsie | weefselonderzoek
biopsie | biopsie

biopsie van stemband
biopsie de la corde vocale

biopsie van laesie van lip
biopsie d'une lésion de la lèvre

katheter voor chorionvillus-biopsie
cathéter de prélèvement de villosités choriales

biopsie van adenoïd
biopsie des végétations adénoïdes

biopsie van borst
biopsie d'un sein

set voor biopsie van beenmerg
trousse pour procédure de biopsie de moelle osseuse

biopsie van huid
biopsie de la peau

biopsie van lever
biopsie du foie

naaldenset voor chorionvillus-biopsie
nécessaire d’aiguilles de prélèvement de villosités choriales

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

m = maanden, 1 e = primair, 2 e = secondair, BI = betrouwbaarheidsinterval, non-inferiority marge was 10% Samengesteld eindpunt: behandelde door biopsie bewezen acute afstoting (treated biopsy proven acute rejection (BPAR)), verlies van transplantaat, overlijden, of “loss to follow-up” (FU)
m = mois, 1 = principal, 2 = secondaire, IC = intervalle de confiance, la marge de non-infériorité était de 10 % Critère d’évaluation composite : rejet aigu du greffon prouvé par biopsie et traité (treated biopsy proven acute rejection (BPAR)), perte du greffon, décès ou patients perdus de vue

Het primair eindpunt voor werkzaamheid was een samengestelde uitblijvingsvariabele (door biopsie, bewezen acute transplantaatafstoting) verlies van het transplantaat, overlijden of ‘loss to follow-up’).
Le principal critère d’évaluation de l’efficacité était une variable composite de non-survenue de plusieurs événements (rejet aigu du greffon prouvé par biopsie ou RAPB, perte du greffon, décès ou patients perdus de vue (‘loss to follow-up’)).

De incidentie van door biopsie bewezen acute afstoting na 6 maanden in de B201-studie was respectievelijk 21,6 %, 18,2 %, en 23,5 % voor de groepen op Certican 1,5 mg/dag, Certican 3 mg/dag en MMF.
L’incidence des rejets aigus confirmés par biopsie à 6 mois dans l’étude B201 était respectivement de 21,6 %, 18,2 % et 23,5 % pour les groupes Certican 1,5 mg/jour, Certican 3 mg/jour et MMF.

De incidentie van door biopsie bewezen acute afstoting ≥ISHLT graad 3A bij maand 6 was respectievelijk 27,8 % voor de groep op 1,5 mg/dag, 19 % voor de groep op 3 mg/dag en 41,6% voor de groep op AZA (p = 0.003 voor 1,5 mg versus controle, p < 0.001 voor 3 mg versus controle).
L’incidence du rejet aigu confirmé par biopsie (≥ grade 3A de la classification ISHLT) au 6 ème mois était respectivement de 27,8 % pour le groupe 1,5 mg/j, 19 % pour le groupe 3 mg/j et 41,6 % pour le groupe AZA (p = 0,003 pour le groupe 1,5 mg comparé au groupe contrôle et p < 0,001 pour le groupe 3 mg comparé au groupe contrôle).

De co-primaire samengestelde eindpunten waren falende werkzaamheid (door biopsie bewezen acute afstoting, verlies van transplantaat, overlijden of verlies voor follow-up) na 6 maanden, en verlies van transplantaat, overlijden of verlies voor follow-up na 12 maanden.
Les critères combinés primaires d’évaluation étaient l’échec du traitement à 6 mois (rejet aigu confirmé par biopsie, perte du greffon, décès ou patients perdus de vue) et la perte du greffon, les décès ou patients perdus de vue à 12 mois.

Zwarte patiënten: De incidentie van door biopsie bewezen acute transplantaatafstoting was significant hoger bij zwarte niertransplantatiepatiënten in vergelijking met niet-zwarte patiënten.
Patients de race noire : l’incidence des épisodes de rejets aigus confirmés par biopsie a été significativement plus élevée chez les patients transplantés rénaux de race noire que chez les autres patients.

Op basis van blootstellingdoeltreffendheid en blootstelling-veiligheidsanalyses werd vastgesteld dat patiënten met everolimus volbloed dalspiegels ≥ 3,0 ng/ml een lagere incidentie van door biopsie bewezen acute orgaanafstoting vertonen, zowel in nier-, hart- als levertransplantatie, vergeleken met patiënten bij wie de dalspiegels lager waren dan 3,0 ng/ml.
L’analyse de la relation efficacité-exposition et tolérance-exposition a montré, en transplantation rénale, cardiaque et hépatique, une incidence plus faible des rejets aigus confirmés par biopsie chez les patients atteignant des concentrations résiduelles d’everolimus dans le sang total ≥ 3 ng/ml, comparativement aux patients dont les concentrations

behandeling van een histologisch bewezen (biopsie) lokaal gevorderd of gemetastaseerd adenocarcinoom van de pancreas.
d’adénocarcinome du pancréas localement avancé ou métastatique, prouvé par un examen histologique (biopsie).

‐ behandeling van een niet kleincellige longkanker ‐ behandeling van een histologisch bewezen (biopsie) lokaal gevorderd of gemetastaseerd adenocarcinoom van de pancreas ‐ behandeling van rechthebbenden met lokaal gevorderde of gemetastaseerde blaaskanker.
‐ La spécialité est remboursée si elle est utilisée par un médecin spécialiste dans le cadre du traitement d’un cancer du poumon non à petites cellules. ‐ La spécialité est remboursée si elle est utilisée pour le traitement d’adénocarcinome du pancréas localement avancé ou métastatique, prouvé par un examen histologique (biopsie).

‐ De specialiteit wordt terugbetaald indien ze gebruikt wordt door een geneesheer-specialist in het kader van een behandeling van een nietkleincellige longkanker. ‐ De specialiteit wordt terugbetaald indien ze gebruikt wordt voor de behandeling van een histologisch bewezen (biopsie) lokaal gevorderd of gemetastaseerd adenocarcinoom van de pancreas.
‐ La spécialité est remboursée si elle est utilisée pour le traitement d’adénocarcinome du pancréas localement avancé ou métastatique, prouvé par un examen histologique (biopsie).