Traduction de «ace-remmers verminderen nsaids en ace-remmers verhogen beide » (Néerlandais → Français) :

Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAIDs) Chronische toediening van NSAIDs kan de bloeddrukverlagende werking van ACE-remmers verminderen. NSAIDs en ACE-remmers verhogen beide het serumkalium (additief effect) en kunnen de nierfunctie verstoren.
Anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS) L’administration chronique d’AINS peut diminuer l’effet antihypertenseur des IEC. Les AINS et les IEC abaissent tous deux le taux sérique de potassium (effet additif) et peuvent perturber la fonction rénale.

ACE-remmers/Angiotensine II receptor antagonisten Meldingen suggereren dat NSAID’s de antihypertensieve werking van ACE-remmers en angiotensine II receptor antagonisten kunnen verminderen, NSAID’s kunnen ook het risico op nierfunctiestoornissen die gerelateerd zijn aan het gebruik van ACE-remmers of angiotensine II receptor antagonisten vergroten. De combinatie van NSAID’s en ACE-remmers of angiotensine II receptor antagonisten moet met voorzichtigheid worden gegeven bij patiënten die ouder zijn, met volume-depletie of met een verminderde nierfunctie (zie rubriek 4.4)
Inhibiteurs de l’ECA/ antagonistes du récepteur de l’angiotensine II Des rapports suggèrent que les AINS peuvent diminuer l’effet antihypertenseur des inhibiteurs de l’ECA et des antagonistes du récepteur de l’angiotensine II. Les AINS peuvent aussi augmenter le risque d’insuffisance rénale associée à l’utilisation d’inhibiteurs de l’ECA ou d’antagonistes du récepteur de l’angiotensine II. L’association d’AINS et d’inhibiteurs de l’ECA ou d’antagonistes du récepteur de l’angiotensine II doit être administrée avec précaution chez les patients âgés, les patients présentant une dépression volémique, ou chez les patients souffrant d’insuffisance rénale (voir rubrique 4.4).

Niet-steroïdale ontstekingsremmende middelen/antireumatica (NSAID’s): Chronische toediening van NSAID’s (selectieve COX-2-remmers, acetylsalicylzuur > 3 g/dag en aselectieve NSAID’s) kan het bloeddrukverlagende en diuretische effect van ACE-remmers en thiazidediuretica verminderen.
Anti-inflammatoires non stéroïdiens/antirhumatismaux (AINS) : L’administration chronique d’AINS (inhibiteurs COX-2 sélectifs, acide acétylsalicylique > 3 g par jour et AINS non sélectifs) peut réduire l’effet antihypertenseur et diurétique des IEC et des diurétiques thiazidiques.

Niet-steroïdale anti -inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s ), inclusief selectieve cyclo-oxygenase-2- remmers (COX-2-remmers): Bij sommige patiënten kan de toediening van een niet-steroïdaal anti-inflammatoir geneesmiddel de diuretische, natriuretische en bloeddrukverlagende effecten van lisdiuretica, kaliumsparende diuretica en thiazidediuretica verminderen, en het antihypertensieve effect van ACE-remmers, inclusief quinapril, verlagen.
natriurétiques et antihypertenseurs des diurétiques de l'anse, des diurétiques d'épargne potassique et des diurétiques thiazidiques et peut aussi diminuer l’effet antihypertenseur des inhibiteurs de l’ECA, le quinapril inclus.

een hoge dosering): Als ACE-remmers tegelijk met niet-steroïdale ontstekingsremmende middelen (d.w.z. acetylsalicylzuur in een ontstekingsremmende dosering, COX-2-remmers en niet-selectieve NSAID’s) worden toegediend, kan het bloeddrukverlagende effect verminderen.
Anti-inflammatoires non stéroïdiens (y compris l'acide acétylsalicylique à fortes doses) : Lorsque des IEC sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c'est-à-dire de l'acide acétylsalicylique à doses anti-inflammatoires, des inhibiteurs de la COX-2 et des AINS non sélectifs), une atténuation de l'effet antihypertenseur peut se produire.

Diuretica, ACE-remmers (remmers van het angiotensineconversie-enzym) en angiotensine IIreceptorantagonisten (zoals sartanen): NSAID’s (met inbegrip van acetylsalicylzuur in een dosering ≥ 3 g/d) kunnen het effect van diuretica en andere antihypertensiva verminderen.
Diurétiques, IEC (inhibiteurs de l'enzyme de conversion de l'angiotensine) et antagonistes de l'angiotensine II (tels que les sartans): Les AINS (y compris l'acide acétylsalicylique selon des doses ≥ 3 g/jour) peuvent réduire l'effet des diurétiques et d'autres médicaments antihypertenseurs.

Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (met inbegrip van acetylsalicylzuur in hoge dosissen): Als ACE-remmers samen worden toegediend met niet-steroïdale ontstekingsremmende middelen (d.w.z. acetylsalicylzuur in een ontstekingsremmende dosering, COX-2-remmers en niet-selectieve NSAID’s), kan het bloeddrukverlagende effect verminderen.
Anti-inflammatoires non stéroïdiens (y compris l’acide acétylsalicylique à doses élevées) : Lorsque des IEC sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c’est-à-dire de l’acide acétylsalicylique à doses anti-inflammatoires, des inhibiteurs de la COX-2 et des AINS non sélectifs), une atténuation de l’effet antihypertenseur peut se produire.