Vertaling van "aandeel waarbij geen vullingen werden " (Nederlands → Frans) :

Het aandeel waarbij geen vullingen werden geattesteerd gedurende 2002-2008 was 84% in de groep met CI=1 en 56% in de groep met CI=0-99 (p< 0,001).
La part pour laquelle aucun plombage n’avait été attesté durant la période 2002-2008 s’élevait à 84% dans le groupe présentant un CI = 1 et à 56% dans le groupe avec un CI=0-99 (p=0,001).

Verder is het vermeldenswaard dat bij 28 jongeren en 30 volwassenen in de periode 2002-2008 een vulling van een tand geattesteerd werd door een tandarts terwijl er tijdens het klinisch onderzoek geen vullingen werden gescoord.
En outre, il est intéressant de mentionner que chez 28 jeunes et 30 adultes dans la période 2002-2008 un plombage d’une dent a été attesté par un dentiste tandis que pendant l’examen clinique aucun plombage n’a été enregistré.

Het aandeel waarbij geen profylactische handelingen gebeurden gedurende 2002-2008 was 59% in de groep met RI=1 en 85% in de groep met RI=0-99 (p=0,03).
La part pour laquelle aucun traitement prophylactique n’avait eu lieu durant la période 2002-2008 s’élevait à 59% dans le groupe présentant un RI = 1 et à 85% dans le groupe d’un RI=0-99 (p=0,03).

Bij beide diersoorten lag de dosis waarbij geen bijwerkingen werden waargenomen op 0,3 mg/kg.
Le niveau sans effet indésirable était de 0,3 mg/kg dans les deux espèces.

De gemelde ervaring met overdosering bij de mens is zeer beperkt. Er is een enkel geval bekend van een accidentele inname van 1,5 mg everolimus bij een 2-jarig kind waarbij geen bijwerkingen werden waargenomen.
Les cas signalés de surdosage chez l’homme sont extrêmement limités, puisqu’il n’y a eu qu’un seul cas d’ingestion accidentelle de 1,5 mg d’everolimus chez un enfant âgé de 2 ans chez lequel aucun événement indésirable n’a été observé.

Van de groep ouderen waarbij de onderzoeker één of meerdere slijmvliesaandoeningen noteerde gaf 44% aan een mondprobleem te hebben terwijl dit aandeel in de groep ouderen waarbij geen slijmvliesaandoening werd genoteerd 27% bedroeg.
Dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles l’enquêteur a noté une ou plusieurs affections des muqueuses, 44% d’entre elles ont indiqué avoir un problème buccal tandis que cette part était de 27% dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles aucune affection des muqueuses n’a été notée.

Van de ouderen waarbij een prothetische behandelnood werd vastgesteld door de onderzoeker gaf 32% zelf aan een mondprobleem te hebben en dit aandeel was 21% binnen de groep ouderen waarbij geen behandelnood werd vastgesteld.
Parmi les personnes âgées pour lesquelles un besoin de traitement prothétique a été constaté par l’enquêteur, 32% d’entre elles ont indiqué souffrir d’un problème buccal et cette part était de 21% dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles aucun besoin de traitement n’a été constaté.

Van de groep Nederlandstalige ouderen waarbij de onderzoeker één of meerdere slijmvliesaandoeningen noteerde gaf 47% aan een mondprobleem te hebben terwijl dit aandeel in de groep ouderen waarbij geen slijmvliesaandoening werd genoteerd 24% bedroeg.
Dans le groupe de personnes âgées néerlandophones pour lesquelles l’enquêteur a noté une ou plusieurs affections des muqueuses, 47% d’entre elles ont indiqué avoir un problème buccal tandis que cette part était de 24% dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles aucune affection des muqueuses n’a été notée.

Van de Franstalige ouderen waarbij een prothetische behandelnood werd vastgesteld door de onderzoeker gaf 37% zelf aan een mondprobleem te hebben en dit aandeel was 17% binnen de groep ouderen waarbij geen behandelnood werd vastgesteld.
Parmi les personnes âgées francophones pour lesquelles un besoin de traitement prothétique a été constaté par l’enquêteur, 37% d’entre elles ont indiqué elles-mêmes souffrir d’un problème buccal et cette part était de 17% dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles aucun besoin de traitement n’a été constaté.

In onderzoek naar de toxiciteit van anastrozole werden geen spiegels vastgesteld waarbij geen effect optrad, maar de effecten die bij de lagere (1 mg/kg/dag) en middelhoge (hond 3 mg/kg/dag, rat 5 mg/kg/dag) doseringen werden waargenomen hadden óf te maken met de farmacologische óf met de enzyminducerende eigenschappen van anastrozole, en gingen niet gepaard met significante toxische of degeneratieve veranderingen.
Dans ces études de toxicité, il n’a pas été établi de dose sans effet pour l’anastrozole, mais les effets qui ont été observés aux doses minimales (1 mg/kg/jour) et moyennes (chien : 3 mg/kg/jour, rat : 5 mg/kg/jour) ont été liés soit aux propriétés pharmacologiques soit à l’induction enzymatique de l’anastrozole et n’étaient associées à aucune modification toxique ou dégénérative significative.