Vertaling van "aan de plasma-eiwitten " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

aminozuur | bouwstof van de eiwitten
aminoacide | acide aminé | substance chimique renfermant une fonction acide et une fonction amine

malabsorptie door intolerantie voor | eiwitten | malabsorptie door intolerantie voor | koolhydraten | malabsorptie door intolerantie voor | vetten | malabsorptie door intolerantie voor | zetmeel
Malabsorption due à une intolérance (à):amidon | glucides | lipides | protides

dierlijke eiwitten en epidermaal materiaal
protéine animale et substance épidermique

plasma-expander | geneesmiddel dat de druk van bloed op omliggend weefsel verhoogt
plasma (succédané de-) | substance destinée à compenser la diminution de volume du sang circulant

dehydratie | hypovolemie | volumetekort van plasma of extracellulaire vloeistof
Déplétion du volume du plasma ou du liquide extracellulaire Déshydratation

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Levodopa wordt slechts in geringe mate, ongeveer 10-30%, aan plasma-eiwitten gebonden en carbidopa wordt voor ongeveer 36% gebonden, terwijl entacapon grotendeels aan plasma-eiwitten wordt gebonden (ongeveer 98%), voornamelijk aan serumalbumine.
La lévodopa n'est que faiblement liée aux protéines plasmatiques (10-30 % environ) ; la liaison de la carbidopa est de l'ordre de 36 %, tandis que l'entacapone est fortement liée aux protéines du plasma (98 % environ), essentiellement l'albumine sérique.

Dit betekent dat linagliptine uitgebreid wordt verspreid over de weefsels. De plasma-eiwitbinding van linagliptine is concentratie-afhankelijk en daalt van circa 99% bij 1 nmol/l tot 75-89% bij ≥ 30 nmol/l, een weerspiegeling van de verzadiging van binding aan DPP-4 met toenemende concentratie van linagliptine. Bij hoge concentraties, waarbij DPP-4 volledig verzadigd is, bond 70-80% van de linagliptine aan andere plasma-eiwitten dan DPP-4, en 30-20% was ongebonden in plasma.
La liaison aux protéines plasmatiques de la linagliptine est dépendante de la concentration, passant d'environ 99 % pour une concentration de 1 nmol/l à 75-89 % pour une concentration ≥ 30 nmol/l, ce qui reflète la saturation de la liaison à la DPP-4 avec des concentrations croissantes de linagliptine. A des concentrations élevées, lorsque la DPP-4 est totalement saturée, 70 à 80 % de la linagliptine s'est liée à d'autres protéines plasmatiques que la DPP-4, d'où une fraction libre plasmatique de 30 à 20 %.

In vitro, blijft de binding van tildipirosine aan plasma eiwitten en bronchiale vloeistof eiwitten bij runderen beperkt tot ongeveer 30%.
In vitro, la liaison de la tildipirosine aux protéines plasmatiques et aux protéines du fluide bronchique bovines est limitée approximativement à 30 %.

Distributie Telmisartan wordt sterk gebonden aan plasma-eiwitten (> 99,5%), voornamelijk aan albumine en alfa- 1-zuur-glycoproteïne.
Distribution Le telmisartan est fortement lié aux protéines plasmatiques (à plus de 99,5 %), essentiellement à l’albumine et à l’alpha1-glycoprotéine acide.

2.3. zelfde effect op labiele plasma eiwitten als SD. 2. 4. Wordt sedert 1992 in verschillende landen gebruikt.
2.3. même effet sur les protéines plasmatiques labiles que SD. 2. 4. s’utilise depuis 1992 dans différents pays.

plasma-eiwitten is lager dan 0,5 g per eenheid.
protéines plasmatiques est inférieur à 0,5 g par unité.

1.3. De concentratie en de biologische activiteit van de meeste plasma eiwitten blijft goed
1.3. La concentration et l’activité biologique de la plupart des protéines plasmatiques

Distributie De binding aan plasma-eiwitten is verwaarloosbaar klein.
Distribution La liaison aux protéines plasmatiques est négligeable.

Distributie Telmisartan is grotendeels gebonden aan plasma-eiwitten (> 99,5%), voornamelijk aan albumine en alfa-1-zuur-glycoproteïne.
Distribution Le telmisartan est fortement lié aux protéines plasmatiques (> 99,5 %), essentiellement à l'albumine et à l'alpha1-glycoprotéine acide.

Uit in-vitrostudies blijkt dat bij hypertensieve patiënten ongeveer 97,5% van de circulerende amlodipine aan plasma-eiwitten gebonden is.
Les études in vitro ont montré que l’amlodipine circulante est liée à environ 97,5 % aux protéines plasmatiques chez les patients hypertendus.