De studie had twee primaire eindpunten: “all-cause mortality” (tijd tot de dood) en samengestelde mortaliteit en morbiditeit door hartfalen (tijd tot het eerste ziekteverschijnsel) gedefinieerd als dood, plotselinge dood met reanimatie, ziekenhuisopname voor hartfalen, of toediening van intraveneuze inotrope of vasodilaterende geneesmiddelen gedurende vier uur of meer zonder ziekenhuisopname.
L’étude comportait deux critères principaux d’évaluation : la mortalité toutes causes confondues (délai jusqu’au décès) et le critère composite mortalité et morbidité liée à l’insuffisance cardiaque (délai avant le premier événement morbide).